maandag 18 maart 2024

Ziekenhuis

Ik moest werken in het ziekenhuis, maar zag dat helemaal niet zitten. Ik zei dat ik er veel te lang uit was geweest, en dat ik ook niet meer bevoegd en bekwaam was voor de verpleegtechnische handelingen. Maar niemand luisterde naar mij. Ik had het gewoon maar te doen. Ik voelde alle ellende aldaar als een zware last op mijn schouders en ging naar beneden en naar buiten, om een luchtje te scheppen. Ondertussen misten ze een kracht terwijl het nu spitsuur was op de afdeling. Ik was bang dat ze boos achter mij aan zouden komen, wat ook gebeurde. De directrice had het niet zo verwonderlijk gevonden, want 'ze hadden wel vaker te maken met patiënten die in verwarde toestand naar beneden vluchtten'. Naast mij stond een jongen van de basisschool in Witteveen. Het bleek dat ik hem op de tandem had meegenomen. Hij zag er mager en verwaarloosd uit, met schrammen op armen en benen. Hij keek heel triest uit zijn ogen, en droeg alleen een gele zwembroek / short. Ik voelde mij nog schuldiger en werd uit een nachtmerrie wakker, was erg van slag. 

Ik was in de States en daar zat ik zonder familie of vrienden in een vreemd hotel. Er was niemand die ik kende en ik kon ook niemand bellen of bezoeken. Ik had ook geen werk of dagbesteding. Iedereen zag mij als een vreemde, en keek met argusogen naar mij. Ik zou het liefst oplossen in de mist. Ik maande mezelf om op pad te gaan en foto's te maken. Ik maakte een mooie foto van water en boten. Toen zat ik in de tram en ik had er spijt van dat ik was ingestapt, want ik wist niet waar we naartoe gingen, en straks zou ik verdwaald raken. Ik had ook geen geld bij me. Toen ik terugkwam op de hotelkamer, waren er weer nieuwe mensen gekomen. Ook zij vonden dat ik alleen maar in de weg liep en ook door hun werd ik genegeerd.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten