zondag 14 juni 2015

Drie droomfragmenten

Vannacht/vanmorgen drie droomfragmenten:

Huis

Ik droom dat we in een nieuw huis zijn gaan wonen, en ik twijfel nog wel of we de juiste keuze hebben gemaakt. De slaapkamer kijkt uit over een straat (je kunt ver kijken), en heeft een groot raam tot aan de grond. Er is ook een kamer in de kelder. Het is op de plaats van het ouderlijk huis van mijn moeder. Het voelt wel ok. Het geeft mij wel rust dat er ook een kamer in de kelder is. Als ik boven uit het raam kijk, dan bedenk ik mij dat ik het ook leuk vind dat er vaak kinderen op straat spelen. Ik kan uit het raam op een plat dak klimmen. Op de rand van het platte dak heb ik het volksgeschilderde houten lijstje neergelegd, met een wit en geel krijtje, een potlood en een gum. Het geheel valt naar beneden, de straat in, maar het potlood en de gum heb ik nog kunnen redden. Ik weet dat ik de rest kwijt ben, maar dat hindert niet. De kinderen zullen het meenemen. Het blijken geen leuke kinderen te zijn. Ze pesten en ze misdragen zich. Het is ook wel de Laan van Meerdervoort, in Den Haag. De kinderen gooien een groot rechthoekig tafelblad om (in reuzenformaat). Het geeft veel geluidsoverlast. Ik realiseer mij dat ik te rooskleurig naar de kinderen heb gekeken, en dat ik denk dat alle kinderen alleen maar lief zouden zijn....


Telefoon

Na mijn werk heb ik de telefoon niet ingeleverd. Een collega probeert mij te bellen, maar krijgt mij niet te pakken. Uiteindelijk krijgt ze mij pas laat in de avond te pakken, en is heel boos, dat ik de telefoon niet had ingeleverd en ook niet bereikbaar was. Ik begrijp het niet, want ik had de telefoon de hele tijd in mijn zak, dus was wel bereikbaar. Eventuele alarmeringen had ik dus ook kunnen beantwoorden.Ik vind het vervelend dat de collega zo boos is, en dat ze mij niet gelooft als ik zeg dat ik de telefoon al die tijd gewoon op zak had.


Ziekenhuis

Ik werk op een afdeling in het ziekenhuis en ik word weggeroepen. Ik moet iets ophalen in een andere stad. Als ik alweer bijna op de terugweg ben, realiseer ik mij dat ik niet zeker weet of een andere collega de zorg wel heeft overgenomen. Maar ik ben ook wel wat kribbig, want ze kunnen toch niet van mij verwachten dat ik op twee plaatsen tegelijk ben? Als ze dit van mij eisen, dan moeten ze zelf ook vervanging regelen. De collega is een jeugdvriendin. De sfeer is niet fijn. Ik kom terug in het ziekenhuis. Hoewel het overdag is, is het nachtelijk rustig in de gangen.

woensdag 10 juni 2015

Collage

Weer een droom in de ochtend, tijdens het 'uitslapen na een late dienst'. Ik heb al een tijdje het plan om op zolder lekker met collages bezig te gaan. De droom is hierop gebaseerd.

Met Hessel maak ik een rondreis door Amsterdam. Het lijkt alsof we een kamer voor Amber zoeken, te vergelijken met Hessels speurtocht destijds, samen met zijn vader, in Den Haag.

We komen in een slaapkamer, waarvan de vloer helemaal naar beneden loopt (agv verzakking). De kamer is hermetisch afgesloten, en het ruikt er muf naar vocht, te vergelijken met de woning voor Marokkanen, vroeger achter het ouderlijk huis. De kamer is ouderwets ingericht, met een sjiek sprei, een groot bed met twee nachtkastjes, en lelijke vloerbedekking. Het roept een benauwd gevoel op. Ik maak met Hessel grapjes over de verzakte vloer. We hebben dit gauw bekeken, en willen naar de volgende kamer. Het lijkt ook wel, alsof we beelden bekijken op een mobieltje, of met een ouderwetse diaprojector, en zo naar de volgende kamer gaan.

De volgende kamer is ingericht in de kruipruimte op onze zolder. Ik sta er versteld van dat er in deze kruipruimte een complete woning is ingericht. De woning bevindt zich in een smal grachtenpand. Ook hier is niet veel licht, en slechts een klein raam, maar het contact met de buitenwereld volstaat, en de wetenschap dat daarbuiten de zon schijnt, de bomen groen zijn en je naar het kabbelende water in de gracht kunt kijken, waar boten rustig voorbij varen. Nu zie ik ook, dat er een heel klein balkon is, en dat je de balkondeur op een kiertje open kunt doen. Het geeft een zomers gevoel, met stadsgeluiden, en de radio staat aan. Sterke herinneringen aan de studentenflat in Leiden. 

Ik zie ook kinderbekertjes, en realiseer mij, dat hier dus een jong gezin woont, in deze kleine ruimte. Zonder het te weten, lopen we over een groot kartonnen vel, waar een collage op is aangebracht. Sommige plaatjes liggen nog los op het karton, maar de meesten zijn wel vastgeplakt. Het is een waar kunstwerk. Ik schrik, dat we het misschien beschadigd hebben, maar dat is niet het geval. Niets aan de hand. 

Na de droom zie ik 's morgens op tv een fragment van vroeger, van Ren je Rot, met Martin Brozius. Hij laat een paar panelen met kindertekeningen zien, te vergelijken met de collages waarvan ik gedroomd heb.......

dinsdag 9 juni 2015

Liefde

Vanmorgen brood voor de kinderen klaargemaakt, en weer naar bed gegaan. Lang uitgeslapen, ivm late dienst gisterenavond.
In totaal twee onderbrekingen, maar - ondanks de onderbrekingen - dezelfde droom gewoon 'doorgedroomd'.

Thema: liefde / op reis.

Er is steeds beweging en een groep mensen, waarvan de samenstelling van tijd tot tijd wisselt, terwijl de hoeveelheid mensen gelijk blijft. Het wisselen van de samenstelling gebeurt gelijkmatig, en bijna ongemerkt. Dat je in één keer denkt hé, die die is er niet meer, en die en die is erbij gekomen. Je had het niet eerder in de gaten gehad, omdat je opging in de flow, hetgeen ook de bedoeling was. Het geschiedt volgens plan, zogezegd.

De mensen (waar ik deel van uitmaak, maar tegelijkertijd sla ik het vanuit de lucht gade) bewegen zich gelijkmatig vooruit, in rustig tempo, zoals vanaf de start van een groep hardlopers, maar dan niet zozeer lopen, alswel 'zwevend bewegen', in een dromerige cadans, als een klassiek muziekstuk. Er is een grote harmonie. Anderzijds kwetsbaar: door inbreng van buitenaf kan de harmonie ook weer verstoord worden (hetgeen niet gebeurt). 

Onderweg ben ik mij helemaal niet bewust van mijn positie. Ik zie mezelf als één van de velen, maar van tijd tot tijd word ik in het zonnetje gezet, en dat heb ik dan helemaal niet zo in de gaten. 

Eerst is er (vol overgave) de liefdesverklaring van een klasgenoot van de basisschool, en hiermee word mijn destijds-verliefdheid beantwoord, met de mededeling dat deze onveranderd is gebleven.
Ik word er blij van, omdat ik blij van hem word (guitig gezicht).

Dan is er de liefdesverklaring van een acteur van tv, maar ik kan hem niet horen, vanwege de herrie van een grasmaaier. Hij heeft niet in de gaten dat ik hem niet kan horen, en praat gewoon verder. We zwemmen op Center Parcs. Hij heeft rood haar (rode lokken) en een vriendelijk gezicht. 

We zijn hier op vakantie met de familie (in een groot gebied in zwarte aarde, aan de oever van een groot meer met veel riet, er is regen op komst, maar nu nog mooi weer, ik ben de enige die de dreiging ziet). Ik ruik de verse aarde en het vocht, en dat is heerlijk, dringt door tot ver in mijn vezels, is een basale ervaring die een sterke basis legt en houdt. We hebben ruïnes bezocht en zijn voldaan van onze mooie ervaringen, gedurende de afgelopen dagen. Wel zonde dat ik de OV-fiets heb meegenomen, want in gebruik deze helemaal niet (in ruige gebieden van Bretagne is een fiets niet zo geschikt). 

Ik zit naast de tent, met mijn oudste broer. Hij zegt niet zoveel tegen mij (zoals gewoonlijk). De vochtige, vruchtbare aarde lijkt ook wel een soort dikke laag van modder, bovenop de aardbol gelegd, en wij zitten erop. Ondanks het gebrek aan communicatie tussen mijn broer en mij (hetgeen nooit anders geweest is) is de band op metafysisch niveau wel ok. Een geruststellend idee. De boodschap dat hij een vergelijkbaar pad als ik bewandelt, en dat er daarom geen wederzijdse inmenging gewenst is. Hoe minder, hoe beter. Ok. Geeft rust.

Een vrouw en een man drentelen wat om mij heen. Ik weet niet wat ze van mij willen. Het is als op Buitenkunst, of alsof de man en de vrouw in een televisie-serie spelen (wat niet zo is, het is gewoon 'echt'). Ze hebben relatieproblemen. De man keurt alles af van de vrouw (ik denk eerst dat hij het niet meent, omdat hij het met een uitgestreken gezicht zegt, maar het humorloze is wel gewoon echt). De vrouw zegt herhaaldelijk dat Hessel en ik altijd zo samen kunnen lachen, en dat zij dat helemaal niet meer hebben. Dat kan ik mij inderdaad wel voorstellen, als ik de humorloze houding van haar man zie, maar toch kan ik het nog steeds niet geloven. Ik ben de vetrouwenspersoon van beiden, en dat maakt het gecompliceerd. Dit alles geschiedt nog steeds in gezelschap van dat grote volk, dat zich geleidelijk voortbeweegt, hetgeen iets magisch/heiligs heeft, een groot verbond, zoiets, zoals het volk van Mozes, op weg naar Het Beloofde Land. Ben mij ook sterk bewust van de natuur, de bergen, de wateren..........

Dan een fragment vlakbij zee (ik droom erg vaak van een gebied vlakbij zee). Er zijn hoge bergen. We krijgen de opdracht 'de lijnen te pakken'. Het lijken wel bevroren touwen, maar dan heel flexibel en vooral ook heel sterk. Als wij de lijnen onder controle hebben (zoals vliegerlijnen, maar dan dikker en steviger, en met een bevroren uiterlijk zogezegd), dan is het de bedoeling dat we de hoge bergen heel langzaam met ons meetrekken richting zee. De lijnen hangen boven de hoge bergen, en het berglandschap gaat langzaam over in een duinlandschap richting zee, met een groot open strand ertussen, dat ook een soort heilig gebied is (overigens zijn deze droom-elementen ook steeds terugkerend, met vliegers aan zee en duinen). Het is zaak de touwen heel geconcentreerd en met beleid vast te pakken en mee te nemen, zoals je een paard begeleidt. De cursusleider geeft mij een groot compliment, omdat ik precies begrijp hoe de opdracht bedoeld is, en er uitgebreid de tijd voor neem. De anderen willen te snel, en doen te stoer en opvallend. De cursusleider vraagt hen om meer naar mij te kijken, en zegt dat het allemaal heus niet zo snel hoeft.

Neem er maar rustig de tijd voor.
Ik voel me niet extra belangrijk, nadat de cursusleider dit gezegd heeft. Ik voel me gewoon heel erg in de flow, en ga lekker door op de ingeslagen weg. Anderen volgen één voor één, en dat vind ik prettig. Dat ze niet allemaal tegelijk komen. Want dan is het weer niet te overzien. Het gaat zoals het gaat....