maandag 25 juli 2022

Ruimtes

Ik droomde over verschillende ruimtes. Ik was een plek ergens midden in Hoog Caterijne, waar het continu heel druk was. Toch kon ik er rust creeeren, door alleen maar te gaan zitten en rond te kijken. Het publiek om mij heen waren blijkbaar leerlingen van een schrijfcursus die ik gaf. Het waren meest jonge kinderen, maar ook jongeren en volwassenen. Ik besloot hun allemaal mijn mobiele nummer te geven. Ik twijfelde er even aan, of ik hier wel goed aan deed. Echter, het leek me juist goed om het wel te doen. De uitwerking was, dat niemand mij ging bellen. Ze voelden zich gehoord en gezien vanwege het ontvangen van mijn mobiele nummer: steun op afstand, zogezegd. Uit respect voor privacy gingen ze mij niet bellen. Het hebben van het nummer was al genoeg. Zodoende kon ik ook mijn eigen vrijheid behouden, in een grote vierkante ruimte om mij heen, met ronde hoeken. Daar was het allemaal leeg, en pas daarna kwamen al die mensen. Ik zag nuanceringen tussen licht en donker: dan weer heel veel zon, dan weer heel veel schaduw, dan er tussenin. Dit lichtspel speelde zich nu en dan ook boven een persoon af. Daar kon ik dan aan zien dat die persoon door verschillende processen ging. Maar ik hoefde dus niet te helpen. Liever niet zelfs. De persoon had immers mijn mobiele nummer. Hij of zij kon bellen indien nodig. Het initiatief was niet van mij afhankelijk. Ik was in een ruimte met een kunstenaar, en we spraken geanimeerd over kunst. Het was misschien ook wel mijn atelier. Het had een heel hoog plafond en het licht scheen prachtig naar binnen. Het was heel gezellig met de kunstenaar. Toen ging hij naar boven, twee etages omhoog. Ik ging mij alvast omkleden om te gaan douchen. Maar toen kwam hij weer binnen (er zaten geen deuren in het gebouw en hij had zijn atelier boven). Ik zei oh sorry, ik dacht dat je niet meer terug zou komen. Maar hij reageerde er helemaal niet op. Dat vond ik wel raar. Het had ook iets filmisch. Ik zat achter mijn broer, in het publiek. Hij zat te praten met iemand anders. Omdat ze zo vol met gebaren aan het praten waren, stootten ze tegen mijn glas met wijn aan. De meeste wijn viel op de grond (witte wijn in een rond whiskeyglas). Mijn broer negeerde mij, en ging gewoon verder praten met de andere persoon. Op de zolderetage van het huis in Utrecht was nog een extra kamer, tegenover het bed. Het was meer een verlengstuk van de ruimte, in de lengte. Rechts lagen vier matrassen naast elkaar. Links lagen spullen in de opslag. Ik was wat in de war: hoorde die kamer nu wel of niet bij de zolderetage? Maar toen bemerkte ik dat het een extra kamer was, die eigenlijk niet bestond.