donderdag 21 mei 2020

Werken

Een droom die zo vaak terugkomt, maar die ik al een hele tijd niet meer had gehad, tot vannacht. 

Ik ben in de thuiszorg bij een meneer, het is 's morgens vroeg. Ik zit in de huiskamer te wachten, totdat meneer naar beneden komt. Vlak na elkaar komen de zoons dronken naar beneden, met een pilsje in hun hand. Ze zeggen dat hun vader er wel aankomt, maar dat hij vaak moeite heeft om wakker te worden. Ze lachen er cynisch bij. Het maakt mij onrustig, want ik moet weer op tijd bij de volgende cliënt zijn. In een keer bemerk ik tot mijn schrik, dat ik al bij de volgende cliënt ben, zonder dat ik deze meneer geholpen heb. 

Ik zit midden in de hal van het Scheper Ziekenhuis. Daar moet ik mensen ontvangen, cursisten van WW. Echter, de tafel staat vol met afwas, die eerst gedaan moet worden. Maar daar is geen tijd voor. Het is niet mijn afwas. Ik denk erover om de afwas dan maar even snel te doen, maar schuif het dan toch opzij, omdat er geen tijd voor is. De tafel is leeg gemaakt, maar nog wel er ligt water op de tafel, dus ik maak deze droog. Ondertussen lopen er allemaal patiënten in een uit het ziekenhuis. Ik word daar heel onrustig van. Dit komt nooit op tijd af. 

In een ander fragment ben ik bezig met een examen of tentamen, dat ik niet af krijg. 

vrijdag 8 mei 2020

Giraffe

Vorige week meerdere malen gedroomd over een giraffe. Het was een giraffe uit een kinderboek: een kind-giraffe, met een blauwe vacht en zwarte stippen. De giraffe werd in de droom in verband gebracht met de kinderen. Het kan zijn, dat ik hun voorlas uit het kinderboek, maar het had ook een boodschap voor hun volwassen leven. 

Notitieblokje

We zijn in het huis van mijn Duitse vriend. Ze hebben een lichte huiskamer. Ik sta midden in de kamer, en de zon schijnt naar binnen. Ze hebben een hele grote achtertuin, voornamelijk met graszoden. Ik wijs aan Hessel  en de kinderen aan waar hun auto staat. Deze staat midden in de tuin. Ook hebben ze een zwembad. Dat lijkt me wel heerlijk, om daar een duik in te nemen! Even later zitten we binnen, aan de grote tafel. Alles is groot en luxe, en dat vind ik helemaal niet bij hem passen. Daarom voelt het wat ongemakkelijk. Hij zit tegenover Hessel, en we hebben net koffie gedronken. Zo, zeggen ze, bijna tegelijk. Nu gaan we aan de slag. Ze hebben beiden hetzelfde notitieboekje (zo'n boekje dat Hessel van de week van mij gekregen heeft). Het valt mij op dat de voorgedrukte regels / kopjes / vakjes er dubbel in staan, schuin onder elkaar. Dat is bij beiden het geval. Het is alsof je dubbel ziet, maar dat is niet zo, want het is ook daadwerkelijk ook zo weergegeven. Dus in de notitieboekjes van beiden staat het dubbel weergegeven. Ze zijn bloedfanatiek, terwijl zijn vrouw en ik elkaar aankijken met een blik van 'nog een lekker bakkie koffie dan maar?' Ze hebben geen tijd te verliezen met hun project, terwijl ik hier op gemak koffie zit te drinken. Maar ja, ik heb het werk natuurlijk ook al gedaan, omdat het manuscript af is! Mijn Duitse vriend omcirkelt met rood een artikel uit de krant. Hij drukt mij meerdere malen op het hart, dat dit een belangrijk artikel is. Het rood omcirkelde artikel komt meerdere malen voorbij in mijn gedachten, als een soort reminder. Het kan ook wel gewoon een advertentie zijn. In een andere scène zijn de beide heren op een wilde zee. Hun samenwerking is zeer intens, en verloopt bijna synchroon (zoals die beide heren in dat stripverhaal, die steeds met elkaar op lopen). Ze hebben inmiddels al heel wat bereikt, terwijl ik daar op gemak aan kom lopen en eerst even bijgepraat moet worden. Ze begeven zich in de golven van een waterskiëer achter een speedboat. Mijn Duitse vriend zegt dat het voor mij van belang is om te kiezen, maar ik weet even niet meer waar dat over gaat. Het zou kunnen dat het gaat om de keuze voor de kaft van het boek. Of zou er nog iets anders zijn? Ik besluit om het maar even in het midden te laten. En dat is goed. Want hierdoor ontstaat er ruimte, en kunnen de heren ongestoord verder met hun werk. Uiteindelijk is het doel bereikt. Ze besturen gezamelijk een groot zeilschip. Hessel staat aan het roer, en mijn Duitse vriend hangt hoog in de mast. Van het ene op het andere moment roept hij luid en enthousiast naar iedereen die het maar wil horen. Er is een kalf geboren! Er is een kalf geboren! Terwijl hij dat roept, zie ik het voor mij, hoe het kalf door het geboortekanaal gaat. Alles gaat goed. Moeder en kind maken het uitermate goed. Het is een prachtig kalf, met lichtbruine, glanzende vacht, kerngezond.