zaterdag 17 december 2022

Stad

 Ik was in een stad zoals Den Haag, maar het was niet Den Haag. Ik liep in de Bijenkorf. Daar liep een mooie slanke dame in een zwierig zomerjurkje, mooi opgemaakt met knalrode lippenstift, vriendelijk gezicht. Ik zei dat dit 'mijn mooie vriendin Machtelt' was. Iemand zei dat dit niet klopte. Toen zag ik dat ze hoge glazen muiltjes droeg. Hierdoor begreep ik dat het inderdaad niet klopte, omdat deze kledingstijl niet bij haar past. 

Ik was in een hotel, en ik dacht dat ik daar alleen maar koffie ging drinken. Maar het bleek dat ik hier ook ging logeren. Er stonden meerdere bedden, zoals op Unit 7. Maar hier was het licht, schoon, bedden met stevige matrassen, opgemaakt met helderwitte lakens en stevige dekens. Het was op zich fijn om hier te blijven, maar dat vond ik niet leuk voor Amber. Zij rekende erop dat ik bij haar zou logeren. Het was in de namiddag van de zaterdag, en het begon al wat te schemeren. Ik moest een keuze maken waar ik ging logeren. Ik ging op één van de bedden liggen, om na te denken. Het matras werd een object in de ruimte, waar ik op lag: een soort vliegend tapijt. Ik was nu dichterbij de zon, de maan, de planeten. Dat gaf een ongekende rust. Gelukkig was ik ook nog wel genoeg dichtbij de aarde. Ik kon makkelijk even terug naar de aarde. Het matras werd uit het 'plaatje van de aarde' gedrukt, zoals een voorbedrukte afbeelding met plaatjes, die je er alleen nog maar uit hoeft te drukken. Het was magisch. 

Ik hoorde in mijn droom een enorme klap, en daar werd ik ook wakker van. Het was niet echt: ik had het gedroomd. Mijn telefoon was ontploft. Het was een Nokia-telefoon. Of juist mijn eigen Samsung en dat ik dacht: ik heb gelukkig de Nokia nog. Het ontploffen was ontstaan door het springen van een veertje in het binnenwerk van de telefoon. Ik had alle onderdelen zo de lucht in zien gaan, en nu had ik niets meer in handen. Er lagen ook geen onderdelen op de grond. Het was in een mum van tijd gebeurd. Maar het was geen probleem. De mensen om mij heen waren geschrokken, maar ik meldde dat het juist goed was dat dit gebeurd was. Ik maakte mij er totaal niet druk om. 

woensdag 7 december 2022

Tentamen

Ik moest een tentamen doen van het vak geschiedenis. Ik wist helemaal niet dat ik nog op school zat en ik had mij dus ook totaal niet voorbereid. Anderen hadden zich juist heel goed voorbereid. Ik liep een trap op, zoals in de film ´A beautiful mind'. Of zoals de trap bij station Utrecht. Het kostte veel moeite om op de plaats te komen waar het tentamen gehouden werd. Er liepen veel mensen in de weg. Er was iets met oud-roze en bloemetjes. Uiteindelijk kwam ik in het klaslokaal en maakte ik gewoon het tentamen. Onderweg hadden medestudentes al verteld dat het tentamen ging over vrouwenrechten. Maar het was allemaal niet gelukt: ik had een 2,8 gehaald. Aanvankelijk baalde ik, maar vervolgens bedacht ik mij dat dit vast gewoon maar een droom was.

We waren in een vakantiehuis. Dat was het huisje naast het huis in het bos, van mijn tante en oom: het huis dat zij vroeger hadden. Ik was er met mijn vader, die nog heel jong was: een jaar of 35. Zijn haar was nog diep bruin en hij had bakkebaarden. Het was nog in de tijd dat je eigenlijk nauwelijks echt contact kon krijgen met hem. Dat ik vaak naar hem keek, om zijn ogen te lezen, en zodoende wellicht meer van hem te weten te komen. Het was vroeg in de ochtend, en we moesten onze spullen inpakken. Dan zouden we naar een andere locatie rijden, waar de rest van de familie in een hotelkamer verbleef. Het was mijn gezin van komaf of mijn huidige gezin. In een keer had ik in de gaten dat er ook een moeder met haar dochter in deze kamer logeerde. Ze lagen onder een slaapzak te slapen en begonnen een beetje wakker te worden. Het bleek dat het meisje in bed had geplast. Dat vond ik heel vervelend voor haar. Nu bleek dat het toch een zoontje kon zijn. Dat niet het meisje in bed had geplast. Waar we ook liepen....overal kwamen we urine tegen. Het gewatteerde deken lag bij de wastafel, en was op een hoekje na helemaal doordrenkt met urine. Nu bleek ook dat de ramen van het huisje waren zoals de ramen in het warenhuis voor chrysanten. De ruiten zaten scheef, en deze werden voor het oog 'recht' gehouden, door er kindertafeltjes en stoeltjes voor te zetten. Het was allemaal nogal improvisorisch. Ik vond het bepaald geen visitekaartje voor vakantiehuisjes. Dit huisje was niet van mijn oom en tante, maar van een vakantieorganisatie. Ik maakte me ook zorgen of we nog wel op tijd in de hotelkamer zouden arriveren. Ik moest mijn vader en de spullen daar brengen, en dan nog terugkomen in het huisje. Ik vroeg me af of ik de sleutel dan mocht meenemen. De vrouw en de dochter of zoon waren niet meer in het huisje. Ik vond het wel apart dat ik zou rijden, omdat mijn vader dat op deze leeftijd nooit zou hebben gewild (aangezien hij dol op autorijden is, en dus altijd zelf wilde rijden).