maandag 8 augustus 2016

Bakken

Ik was van plan om iets te bakken; ik weet niet wat ik ging bakken. Enthousiast gooide ik de ingrediënten in de schaal, en ging dit mixen met melk. Tijdens het bereiden schoot mij nog iets te binnen, wat ik ook wilde bakken. Ik dacht er niet zoveel bij na, en voegde de ingrediënten van dit recept ook toe. Enthousiast ging ik verder met mixen. Halverwege kwam ik er tot mijn schrik achter, dat de ingrediënten van beide recepten helemaal niet samen konden, en dat hierdoor beide baksels sowieso zouden mislukken. Ik vond het maar raar van mezelf, dat ik niet beter nagedacht had.
Nu moest ik een nieuwe beslissing nemen. Hier zou ik ook wel uit komen, maar dit was niet nodig geweest, als ik beter had nagedacht.

Kinderfeestje

Samen met Irene geef ik een kinderfeestje aan jonge kinderen bij haar in de buurt, en daarvoor reis ik speciaal af naar Noord-Holland. Het zijn voornamelijk jongens, van een jaar of 8-9. Het is afwisselend zonnig weer en regen, en daarom is het steeds onduidelijk wat we zullen gaan ondernemen. Het plan is, om te gaan zwemmen. Alles loopt steeds in het honderd, en we hebben het heel slecht georganiseerd. Ook is er onvoldoende toezicht op de kinderen. Ik vind dat heel erg, want dat is juist helemaal niets voor ons. We zijn juist altijd heel zorgvuldig en oplettend. Ik excuseer mij tegenover Irene, vind dat ik haar teleurstel, zeg dat ik normaal gesproken helemaal niet zo ben, ook al weet zij dat ook wel. We gaan steeds van plek naar plek, soms met de kinderen erbij, soms niet, soms ben ik er alleen en dan ben ik bezorgd om de anderen. De moeders komen alweer, om de jongens op te halen. Ik leg het dilemma uit, maar het schijnt helemaal geen probleem te zijn. De jongens hebben zich de hele middag prima met ons vermaakt, en erg gelachen. Hooguit liepen er op een bepaald moment wat jongens verloren over straat, maar ook dat was zo opgelost. Ach, zeggen ze, maak je niet druk, het is toch slecht weer, ik zou voor de rest van de middag maar lekker binnen een film gaan kijken. Dan komen wij zo wel terug. Ik ben helemaal opgelucht. Voor onszelf was het chaotisch, maar voor de jongens was het blijkbaar geen probleem. Ik reis door Noord-Holland, het is donker, ik zie licht branden in de boerderijen, het is een mooi beeld.
In een ander fragment blijkt de buurvrouw van mijn ouders overleden te zijn. Ik ben diep geschokt en verdrietig. Ik weet dat ze overleden is, maar 'in het echte leven' weet ik het nog niet. Ze is gevallen, en ligt op de grond in om de hoek. Ik heb de opdracht hier met de sleutel naar binnen te gaan. In 'het echte leven' weet ik nog niet wat mij te wachten staat, maar in mijn onderbewuste weet ik wel wat er aan de hand is. Toch ga ik niet naar binnen. Ik zeg tegen mezelf, dat ik mezelf in bescherming moet nemen. Ik moet eerst hulp gaan halen, en dan samen naar binnen gaan. Niet alleen.....