donderdag 30 oktober 2014

Beeld

Ik heb weer een nieuwe, bijzondere ervaring.
Deze week heb ik twee keer meegemaakt, dat ik nog wakker was, en al droombeelden zag.
Dat was gisterenavond ook het geval, maar dat beeld kan ik mij niet meer herinneren.
Van de week had ik het volgende beeld:
We kijken naar de zwemles van de kinderen, en zitten op witte stoeltjes in het zwembad van Center Parcs. Er staan mensen voor ons, en daardoor kunnen we het helemaal niet zien.
Het is druk in het zwembad, en er wordt ook van alles omgeroepen.
Toch blijven we netjes en geduldig zitten, en vragen we de mensen ook niet om aan de kant te gaan. 

dinsdag 28 oktober 2014

De man

We wonen weer in het kleinere huis
Eén van de kleinere huizen hier in de straat
Op een dag woont hier een andere man
Hij is nog jong; eind 20, begin 30
Hij draagt een bril met bruin montuur
Ik zie de man maar half
Er zit iemand voor
Ik wil wel met hem in gesprek
Maar er staan andere mensen voor
Hij draagt een gele jas, met opstaande kraag
Met een paar mensen staan we in de zon
We kijken ergens naar, wat weet ik niet
De man is één van ons
Dan zijn we in zijn huis
Zelf is hij er niet
Het lijkt meer alsof we in een grote bloemenkas zijn
De woonkamer is een soort 'middenpad' van beton
Het valt mij op dat het een stuk ruimer is dan in werkelijkheid
Er komt geen einde aan
Aan weerszijden staan gevulde plantenpotten, her en der
Ik vind het een prettige sfeer
En heerlijk, al die ruimte
Was dat er ook al toen wij er woonden?
Dat was mij toen helemaal niet opgevallen
Dat had ik toen ook wel willen hebben
De huiskamer is heel artistiek ingericht
Het is wel heel sterk mijn smaak
Ik zou mij er goed thuis voelen
Er hangen kleurige schilderijen aan de muur
Verder wandtapijten, en kralenkettingen
De kleuren en vormen zijn zorgvuldig op elkaar afgestemd
Er staan ook veel planten
Schijnbaar nonchalant neergezet, en dus gezellig
Maar in werkelijkheid is alles zorgvuldig op elkaar afgestemd
Er is een hele grote tafel, die staat in de speelkamer van het ouderlijk huis
Het kan ook wel zijn dat ik die tafel als extra groot ervaar, omdat ik nog een kind ben
Het is ook wel de ge-improviseerde tafel, op Hessels zolderetage in Den Haag
De planten gaan over in tekeningen en kralenkettingen
Er zijn tekeningen die nog niet af zijn, in potlood, en ook kindertekeningen
Er is ook een sleutelbakje, met sleutels en andere rommeltjes
Je ziet dat hier kinderen zijn geweest
Ze voelen zich hier thuis
Ik vraag mij af wie hier dan allemaal wonen
Het lijkt de woning van een man alleen
Dan ontdek ik dat zijn kinderen één keer per twee weken bij hem logeren
Hij is dus gescheiden
Dat maakt mij wel verdrietig
Zo'n leuke man, en zo leuk met zijn kinderen, in een gezellig huis
Zo'n man zou niet gescheiden moeten zijn.

vrijdag 24 oktober 2014

Bunkers

We zijn in een grote zaal, met verschillende gemeenschappelijke ruimtes. Het gebouw doet denken aan de Statenhof of de Voorhof in Angelslo, of de aula van mijn middelbare school. Er is die typische vochtige / holle sfeer, die je kent van gebouwen die in de jaren '70 gebouwd zijn. Overal lopen mensen. Het lijkt op een open dag, of een beurs, waar veel informatie gegeven wordt.
Eén van de zijkamertjes is tevens de speelkamer van het ouderlijk huis. Ik krijg een hele grote secretaire te zien, precies zo één die te zien is op een afbeelding van Sarah Kay (een Sarah Kay - meisje zit te schrijven aan deze secretaire). Het is ook wel een klein kastje, met Sarah Kay afbeeldingen, dat zich uitvouwt als een secretaire. Als je het uitvouwt, zie je een enorme kast van de binnenkant, met allemaal vakjes, zoals in een letterbak. De vakjes zijn verschillend van vorm. In elk vakje wordt zorgvuldig een souvenir bewaard; een herinnering aan een bepaalde gebeurtenis. Het zijn veelal poppetjes, waar je als kind mee wilt spelen. Vooral ook Sarah Kay poppetjes, ook wel van rubber, met een piepje, als je erin knijpt.
Het kastje blijkt maar 10 euro te kosten, of hooguit 12 euro 50. Mijn moeder denkt er even over na, maar nee, ze geeft uiteindelijk geen toestemming om het kastje te kopen. Dat vind ik een beetje jammer, maar ik kan mij er ook wel mee verenigen. Want: waar moet het kastje staan? Dat is dan elke keer weer de hamvraag! En: wat zou ik er dan mee willen? Ook zie ik, dat de secretaire echt een nagebouwde secretaire is. Wel heel mooi nagebouwd, met liefde, en vriendelijk ogend.
Het blijkt dat een oudere man mij een rondleiding geeft. Ik word geleid naar de grote zaal, die zich lager bevindt dan de gang, zoals in de Statenhoek, en zoals in de jaren '70 de gebouwen wel gebouwd werden. De zaal is vol met druk pratende mensen. De man zegt dat zo'n 75% van deze mensen last heeft van psychische klachten, en misschien nog wel meer mensen. En dat dat representatief is voor de Nederlandse bevolking. Dit verbaast mij niets.
Ik ben ook nog in een kelder, of gewoon in de Metro van Parijs. Normaal gesproken voel ik mij niet zo op mijn gemak in een ondergrondse, maar nu loop ik er heel tevreden en zelfverzekerd rond.
Ik weet dat ik in een kelder ben, maar voor mijn gevoel ben ik gewoon op de begane grond.
Ik wil iets 'overleggen met mezelf'. Echter, dan blijkt dat ik een 'grote, stevige boerin' ben.
Met een mand onder mijn arm ga ik op weg naar iemand, of aan het werk, en ik heb geen tijd voor gezellige onderonsjes. Ik ben helemaal in kostuum, en best authentiek, alsof ik zo uit een vorig leven gestapt ben. Vooral het 'stevige' en 'potige' valt mij op. Niet stuk te krijgen! Maar ook heel zelfbewust, en lang niet vriendelijk, maar heel doelgericht. Zo van leuk allemaal, maar ik moet nu aan het werk. Dat praten komt later wel weer.
Wat veel indruk maakt, dat is de opmerking over 'bunkers'. De bijeenkomst in de zaal is bedoeld om het publiek ervan te overtuigen dat er geen bunkers meer nodig zijn en - sterker nog - dat de mensen in een rap tempo hun bunkers moeten gaan afbreken en verwijderen tot de laatste steen. De minister-president wil nergens geen resten van bunkers meer zien. Dit alles moet in een bepaalde tijdsperiode geschieden. Er is geen ontkomen aan. Niemand kan en mag zich nog achter of in een bunker verschuilen. De bunkers mogen er gewoonweg niet meer zijn; niet in het zicht, maar ook niet ergens verstopt. Weg ermee, voor het hele volk! Dit schijnt een ingrijpende happening te zijn, die veel voeten in de aarde heeft, en het is het gesprek van de dag. Dat lukt natuurlijk niet zo 1,2,3!!
Het doet mij denken aan het boek 'Bunkerbouwers', van Jan Foudraine.

donderdag 23 oktober 2014

Trein

Samen met Amber en Hugo zit ik in de trein, en we komen aan in Zwolle.
Amber en Hugo lopen richting de deur, en ik pak onze spullen nog even bij elkaar. Dat duurt echter langer dan de bedoeling was. Ik blijf erin steken, en ik begrijp zelf ook niet waarom. Het is een kwestie van het oppakken van een paar stevige donderblauwe rugzakken, die propvol zitten, maar erg solide en stevig en volledig ingepakt zijn. Er is aan alles gedacht, tot het kleinste dingetje, en er zit niets teveel of te weinig in. Het is alleen nog een kwestie van oppakken en meenemen naar de deur.
Dat blijkt toch ingewikkelder dan ik dacht. Amber en Hugo wachten ontspannen bij de deur.
Op het bagagerek ligt een portemonnee. Ik weet bijna zeker dat het de portemonnee van Hugo is. Het is niets voor hem, om de portemonnee daar zo te laten liggen, en dan ook nog half op het bagagerek, zodat ie er elk moment af kan vallen. Eigenlijk wil ik aan een man vragen of de portemonnee soms van hem is, want stel je voor dat het toch niet de portemonnee van Hugo is! Echter, ik besef dat er geen tijd meer is om het aan de man te vragen (een man met donker haar en een lange regenjas, verzonken in een krant, zittend bij het raam). Stel je voor dat het niet de portemonnee van Hugo blijkt te zijn, dan kan ik deze altijd nog afgeven bij het NS-personeel. Dan komt ie alsnog retour bij de man. Geen enkel probleem. Ik blijf dus bij mijn besluit, en neem de portemonnee mee.
Echter; ik ben te laat! De deuren sluiten weer, en Amber en Hugo zijn al uitgestapt. Ze wachten ontspannen in een luxe stationsrestauratie, maken zich helemaal niet druk, hebben lol samen.
De trein rijdt verder, en ik bedenk vliegensvlug hoe ik nu alsnog in Zwolle terug kan keren.
Er zitten ook voordelen aan deze situatie, want nu kan ik op gemak 'de dossiers' nog even doornemen. Die dossiers zijn de verhalen van Amber en Hugo, en hoe wij tot nu toe de opvoeding hebben vormgegeven. Het is prettig om dit zonder hen even door te nemen in een rustige treincoupé, want dat geeft de nodige afstand. Echter, mijn klus zit er gauw op, want de dossiers zien er pico bello uit, niets meer aan doen, zou ik zo zeggen. Het levert een uitermate tevreden gevoel op.
Op de één of andere manier zijn we alweer heel snel herenigd, en zitten we met zijn drietjes in de luxe wachtruimte. Amber en Hugo hebben nauwelijks gemerkt dat ik binnen kwam.
We maken plannetjes voor deze dag. Het is een zonnige dag. Het lijkt ook wel heel sterk alsof we in het buitenland zijn. Hessel is er niet bij.
Als 'afsluiting' ben ik bezig met een heel mooi handwerkje, dat eigenlijk al helemaal kant en klaar is.
Het is door iemand anders gemaakt, volgens een soort bouwpakket, met allemaal kleurtjes, hele nieuwe stoffen. Dat vind ik niet zo creatief, maar wel zo gemakkelijk, en dat laatste vind ik nu even belangrijker. Ik krijg het handwerkje van een oudere vrouw overhandigd, en ik moet alleen nog even twee afwerken, met keurige witte grote steken, precies zoals ik het met handwerken geleerd heb. Ik vind het erg prettig om hiermee bezig te zijn. Het geeft een voldaan gevoel.

zaterdag 18 oktober 2014

Schutteldoek

Ik ben op de slaapkamer van mijn ouders.
Daar ben ik met een vriendje.
Ik ben nog jong, rond de 20.
Hij omarmt mij van alle kanten, en daar ben ik heel blij mee.
Behalve van de kant waar ik oog in oog met hem sta/zit.
Ik sta het niet toe dat hij mij daar ook zou omarmen.
Dat zou teveel zijn. Ik zou dan geen overzicht meer hebben.
Deze ruimte wil ik graag vrij hebben.
Ik zie de omarming als de vlakken van een servethouder.
Zo'n luxe glimmende servethouder, die je in restaurants ziet.
Ik ben wel heel blij dat alle andere kanten wel bedekt zijn.
Dat voelt enorm veilig en vertrouwd en echt.
Het maakt dat ik helemaal mezelf kan zijn.
Hij is graag bij mij en het lijkt alsof hij het liefst voor altijd bij mij is.
Het is enorm intiem, zonder dat er nu verder meteen van alles hoeft te gebeuren.
We hebben ook verschrikkelijk veel lol.
Anderzijds is het ook wel weer héél close.
Ik weet niet zo goed hoe ik daarmee om moet gaan.
Maar het voelt vooral wel heel prettig en veilig, en ik zou niet anders willen.
Hij wil het eigenlijk helemaal niet, maar toch staat hij langzaam op, en rekt zich uit.
Zijn been was gaan slapen en het mijne ook. We moeten er beiden om lachen.
Hij rekt zich uit met veel kabaal en ontspanning.
Ik merk dat het mij goed doet, dat hij zich heeft losgerukt uit de omarming.
Ik had het zelf niet aangedurfd. Had de angst gehad hem daarmee te kwetsen.
In het ouderlijk huis moet weer van alles gedaan worden.
Ik kan niet lang stil zitten, moet de andere gezinsleden assisteren, opruimen, schoonmaken.
Hij is zich dat ook wel bewust. Het gevoel wordt er niet minder om. Het is nog even sterk.
Als symbool stuurt hij nog even gauw een afbeelding van een theedoek, per telefoon.
Ik zie de afbeelding, en draag deze bij mij, het voelt vertrouwd. Het is een mooie theedoek.
Een nieuwe theedoek, die plat liggend op de afbeelding staat.
Het Drentse woord schutteldoek komt naar voren, en komt ook steeds terug.
Ik draag het bij mij, als een icoon.

Geschenkje

Ik maak een geschenkje, om op te sturen.
Het is een mooie afbeelding, waar ik veel werk aan heb gehad, met plakken en knippen.
Ik ruik de lijm nog.
Met ouderwetse 'gummies' plak ik de hoekjes aan elkaar.
De gummies blijven ertussen zitten.
Het is helemaal 'ingepakt' met lichtbruin tape, dat er stevig omheen zit.
Ik wil er nog een kaart met de foto van een klein poesje op plakken.
Dat ziet er gezelliger uit, dan alleen de tape.
Hessel bekijkt het geschenkje.
Hij waarschuwt mij wel: de materialen schijnen niet milieuvriendelijk te zijn.
Dat kan ik mij bijna niet voorstellen.

maandag 13 oktober 2014

Lichtjes

Er is een feest of een bijeenkomst gaande in het dorp, of in een dorp in het zuiden van het land.
Het speelt zich steeds af in het donker. Het is een chaotische massa, en mensen lopen er steeds door elkaar. Het is heel onoverzichtelijk, en ik weet steeds niet waar ik aan toe ben. Om hierachter te komen, blijf ik ook steeds maar lopen, maar besef ik al gauw dat ik steeds in dezelfde banen loop, net zoals de andere mensen, en voor mij schiet dat niet op. De banen zijn paden in de modder, of in het mulle zand, en die banen zijn in de loop van de geschiedenis al door vele mensen belopen, dus dat is wel zo overzichtelijk voor de mensen.

De anderen hebben er schijnbaar geen problemen mee, maar ik ben er wel een beetje klaar mee.
Ik besluit even te wachten met verder lopen, en nu kan ik alles even een beetje overdenken.
Vervolgens begin ik aan een lange voettocht naar Stompwijk, een bestemming die wij vroeger regelmatig met de familie kozen, om een bezoek te brengen aan vrienden. Ik ga er helemaal te voet naartoe en dat valt niet altijd mee, want ik ben op blote voeten in het donker, dus ik zie niet altijd waar ik loopt. Dit leidt ertoe dat ik kloven in mijn voeten krijg, en in steentjes e.d. trap. Echter, het blijft bij kloven. De schade valt mee. Ik besef ook wel dat het makkelijker was geweest om met de anderen mee te gaan, want als ik nu iets oploop, dan kan ik niet even hulp vragen aan een ander. Echter, dat weegt niet op tegen de weldaad die het geeft, om nu in mijn eentje door deze stille nacht te lopen, met een prachtige lucht, een mooie maan. Ik loop steeds door de modder, of de harde, koude grond. Ik weet dat de grond koud is, en dat ik kou kan vatten, maar mijn hele lichaam is lekker verwarmd, ik heb ook geen koude voeten, ik voel me optimaal. Het harde ploeteren in deze tocht wordt ruimschoots beloond door een gevoel van overwinning, en de endorfinen die in mijn lijf vrijgemaakt zijn. In het huis in Stompwijk word ik welkom ontvangen, en ik hoef niets uit te leggen, gelukkig, Ik kan er even een bad nemen, dat is heerlijk. Even later zit ik bij de familie (die ik niet ken) bij de televisie. Ze hebben nauwelijks in de gaten gehad dat ik ook binnenkwam. Ze eten pizza met bordje op schoot, en de pizza ziet er heel mooi verzorgd uit, als een soort rond hoogstaand taartje met bladerdeegrand, en verjaardagskaarsjes. Ook zie ik hier en daar slingers. Ik maak de opmerking dat het in huiselijke kring toch veel gezelliger is dan in die mensenmassa. Ja, daar zijn ze het ook wel mee eens, hoewel zij ook best houden van een biertje drinken in die mensenmassa, en dan geen last hebben van de chaos en de drukte. Daar heb ik wel last van. Het valt mij op dat ik de slippers van Hessel draag, die te groot zijn, en in de droom zijn ze veel te groot.

Ook is er een moment dat ik gekleurde kerstlichtjes aan maak. Dat doe ik simpelweg door twee onderdelen aan elkaar vast te maken, zoals je de klep van een rugzak aan de rugzak klikt, met een plastic 'drietand'. Het is een groot plastic 'geraamte', overal bezaaid met lichtjes, in pastelkleuren. Ik ben heel blij als de lichtjes gaan branden.

Pink Floyd

Ik ben in de kleedkamer van een theater, en daar ontmoet ik een vrouw, die praat over Anthonie Kamerling. Ik denk dat zij dus Isa Hoes moet zijn, maar ik weet het niet zeker, want ze lijkt niet op haar. Ze is druk bezig met opkleden. Ik vraag haar of zij Isa Hoes is, en ze zegt dat het zo is. Ze kijkt mij meteen in de ogen, en ziet dat ik haar iets wil vertellen dat te maken heeft met haar verhaal over Anthonie. Ik begin te vertellen, maar dan wordt ze weggeroepen, en het gesprek zal een andere keer een vervolg krijgen. Ze wil wel graag mijn verhaal horen.

Er is een bijeenkomst met voornamelijk oudere mensen, en de zaal zit bomvol. Ik heb geen idee waar de bijeenkomst over gaat. Een vriend van ons zal de spreker zijn, maar hij komt wat aarzelend op gang. Er staat een vrouw op, die verkleed is als de boze fee van Assepoester, en in werkelijkheid vind ik haar ook niet vriendelijk. Ze heeft donker haar, heeft op zich wel een knap gezicht, maar haar ogen staan niet vriendelijk. Verbitterd. Ze zegt dat hij 'altijd al vreemd geweest is', en dat ze beter iemand anders hadden kunnen vragen voor deze bijeenkomst. Ik twijfel even, maar dan sta ik op, en zeg haar dat iedereen mag zijn zoals hij of zij is, en dat wij hem met zijn allen juist een bijzonder persoon, en als hij gewoon even wat meer tijd nodig heeft om op gang te komen nou, dan is dat maar zo, want hoe erg is dat!? Een andere vriend staat in de keuken, steekt zijn duim omhoog, en knipoogt, zo van 'goed gezegd hoor'.

Ik ben in de kerk in ons dorp, en er is een goederenmarkt aan de gang. Ergens verdekt in een hoekje, maar wel goed zichtbaar, staat een LP-hoes van Pink Floyd, omringd door wat gezellige snuisterijen. Ik ben helemaal onder de indruk, want ik ken deze LP-hoes niet. De voorkant is ingedeeld in zes vlakken, en op ieder vlak staat een kleurige afbeelding afgedrukt, beetje waterachtig in elkaar overlopend, maar toch ook duidelijk, verschillende tinten, maar wel meest afgeleid van de primaire kleuren. Ik ben heel benieuwd naar de LP, en wil deze kopen, kijk ook eerst even verder. Er komt een man ongevraagd een verhaal aan mij vertellen. Hij zegt dat de tekeningen op de LP-hoes 'niet overeenkomen met de overtrekblaadjes'. Ik begrijp eerst niet wat hij bedoelt, maar dan haalt hij kleine velletjes overtrekpapier tevoorschijn, met dezelfde tekeningen als op de LP-hoes, maar dan hier en daar een beetje anders. Hij legt steeds een velletje op de hoes, en wil hiermee aantonen dat de tekeningen op de LP-hoes dus niet helemaal overeenkomen met die op de overtrekvelletjes. Ik zie dat ook wel, maar ik vraag mij af of dat een groot ptobleem is, want de LP-hoes in zijn geheel is prachtig geworden. De man heeft wel een antwoord op mijn vraag, maar het voert tever door om dit terplekke aan mij te vertellen.

Even later ben ik met diezelfde man in het ouderlijk huis, bij de trap. Naast de LP-hoes heeft hij mij ook wat andere dingetjes laten uitkiezen, met veel praatjes erbij. Het is allemaal niet zo duur, dus ik denk dat kan wel. Er is o.a. ook nog een beschrijving bij de LP-hoes, en de voorkant van deze beschrijving is identiek aan de hoes. Hier ben ik al heel blij mee. De LP-hoes met de beschrijving is voor mij eigenlijk al helemaal goed. Maar er liggen nog meer spullen, en de man zegt dat het bij elkaar 36 euro is. Nou, dat begrijp ik niet. Het geheel is hooguit zo'n 11 euro. De man houdt vol dat het toch echt 36 euro is. Hij wijst op een grote geldkoffer, die op de trap staat. De koffer staat er open en bloot, schuin, zodat deze er zo vanaf kan vallen. Ik had de koffer helemaal niet opgemerkt. De koffer is niet van mij, maar van Hessel of van mijn vader. Eén vakje zit vol met munten, en er is ook nog een vak, gevuld met papiergeld. Ik vind het brutaal dat de man zich met deze koffer bemoeit, en leg uit dat het niet mijn koffer is. Ik ga zoeken naar mijn portemonnee, die ergens onder de spullen ligt. De man wacht in spanning op zijn geld.

Tenslotte besluit ik niet te betalen, omdat ik weet dat ik droom en weldra wakker zal worden!!!!