vrijdag 31 juli 2020

Spanje

Een zeer intense droom.
In een bus naar Spanje. Deze maakt onderweg een stop. Er moeten wat mensen naar het toilet. Ik besluit uit beleefdheid mee te lopen. Ik loop mee met een man, die een kind op zijn arm heeft. Het meisje is een jaar of twee. De man en het kind zeggen niets, kijken mij vragend aan. Ik voel mij voor hen verantwoordelijk, terwijl ik hier niet om gevraagd heb. We lopen naar boven en naar beneden steeds trappen heen en weer, er komt geen einde aan. Ondertussen bereikt ons het bericht dat de bus op het punt staat om te vertrekken, of al vertrokken is. Ik baal hier heel erg van, want eigenlijk had ik helemaal niet mee gehoeven, deed ik het weer eens voor de ander. Ik bemerk dat de man het kind niet meer op de arm heeft. "Jij had toch een kind bij je?" Hij antwoordt niet. Ik barst bijna uit elkaar van woede en irritatie. Voel mij verantwoordelijk voor iets waar ik mij niet verantwoordelijk voor hoef te voelen. 

vrijdag 17 juli 2020

Concert

We zijn ergens in het buitenland - Frankrijk - op een concert van Pink Floyd. We zijn hier met het vliegtuig gekomen. Het is prachtig mooi zonnig weer. We zijn hier met een leuke groep jongeren. Ik ben zelf een jaar of 24. We kunnen de bergen in, we kunnen een duik nemen in de zee. Er zijn gezellige eettentjes, er worden mooie India-dingetjes verkocht, ik ruik wierook. Kortom: alle ingrediënten om mij geheel in balans te voelen. 

Dat is op zich ook zo. Ik ben een beetje de gangmaker in de groep. Anderen gaan graag mee in mijn ideeën. Dat is natuurlijk vleiend, maar ik ervaar het ook als een last, omdat ik vind dat ze teveel op mij leunen en veel te weinig hun eigen gevoel volgen. Dat voelt als een te zware verantwoordelijkheid. Het maakt dat ik graag thuis en op mezelf en alleen wil zijn. Ik vraag iemand hoe lang we hier zijn, en hoe lang we hier nog zullen blijven. De ander vertelt enthousiast dat het concert van Pink Floyd wel vier dagen duurt, en dat dit de eerste dag is. Ik zou natuurlijk een sprong moeten maken van geluk: zooooo lang met Pink Floyd, als hippies, zonnig weer, een fijne vriendengroep, dat is toch wat ik altijd al wou!? 

Maar ik schrik ervan dat we hier vier dagen zijn, dat dit nog maar de eerste dag is, dat we met het vliegtuig zijn, zodat ik niet even snel naar huis kan. De anderen begrijpen mijn reactie niet. Ik heb nu toch alles wat ik wou!? 

We trekken door het gebied, met op de achtergrond de geluiden van Pink Floyd, het is echt magisch, ik voel mij wel heel erg gelukkig nu, ook al wil ik dan ook graag naar huis. Er is een enorm hoog duin, zoals Dune de Pyla. Vanaf die enorme hoogte moeten we in een keer naar beneden, het dal in. Dat dal grenst aan de zee. Die zee is heerlijk, vrij en fris, en niet gevaarlijk. Dat is de plaats waar we moeten zijn. De anderen weten niet hoe ze het moeten aanpakken. Ik wel. Ik weet het heel goed. Ik heb dit al zo vaak gedaan. Van een lange rietstengel maak ik een polsstok. De stengel blijkt toch niet geschikt genoeg. Dan probeer ik een bloemstengel. Ik probeer nog wat andere stengels, en uiteindelijk lukt het, met heel voorzichtig de stengel neerzetten, er heel voorzichtig aan gaan hangen en dan heel rustig naar beneden klauteren. Het is een enorme diepte, maar gewoon niet naar beneden kijken en je concentreren op de afdaling zelf. Zo gestaag verder gaan, en dan komt er een moment dat je veilig voet aan de grond zet. Het proces is goed verlopen, en ik heb het gevoel dat ik de anderen goed geinstrueerd heb, heel duidelijk, beeldend en uitgebreid. Maar ze blijven angstig boven staan, met verschrikte ogen. Niemand durft de tocht naar beneden te wagen. 

Het is grappig dat ik al die dingen durf te ondernemen, terwijl ik dat soort dingen in het dagelijks leven juist helemaal niet durf. 

Vakantiedag

Het is een vakantiedag. Ik ga met Hessel en Hugo een belangrijk gebouw bezoeken: zoiets als Paleis Soestdijk. Het is een dagprogramma om het gebouw, de omliggende tuin en het museum met de geschiedenis te volgen. Pas na die dag zou je een compleet beeld hebben. Het vindt plaats op verschillende locaties, die je bereist per koets, getrokken door sterke Friese paarden. Het is op zich wel een groot terrein, maar ik kan het van bovenaf goed overzien. Het is ook wel alsof ik naar beneden, het dal in kijk, vanuit mijn kamer in de zustersflat in Oostenrijk. Daar overzie ik het complete terrein. Anderen zien alleen het deel waarop zij zich bevinden. Ik ken begin, midden en eind als mijn broekzak. Anderen zijn nog onderdeel van dat verhaal, terwijl ik de afloop al tot in den treuren ken. 

In een fragment begeef ik mij in een nauwe tunnel. Ik heb al die tijd een kikker bij mij gedragen. Hoewel de kikker natuurlijk niet kan spreken, zie en voel ik aan alle kanten dat de kikker bevrijd wil worden. En dat vind ik ook volkomen logisch. Ik ben eigenlijk tegen mijn wil op deze plek. Ik heb dit traject al zo vaak bewandeld; te vaak, eigenlijk. Er valt voor mij niets meer te ontdekken hier. Laat mij maar gewoon thuis wachten op de bank totdat de anderen klaar zijn. Luisteren naar hun verhalen. Ik wil hier eigenlijk gewoon weg. 

Maar ja, ik ben hier met Hessel en Hugo. We hebben zojuist een brede trap betreden, naast andere toeristen. Het was de trap van de Sacre Coeur. Hessel en Hugo lopen vol enthousiasme over een binnenterrein. Hugo is een jaar of 9. Hij loopt huppelend naast Hessel, druk vertellend. Ze hebben nog allerlei plannen. Het is de bedoeling dat we elkaar hier ergens treffen. Ik kan hen blijkbaar ook niet bereiken met een telefoontje. Ze zullen het ongetwijfeld begrijpen, als ik zeg dat ik naar huis wil. 

Ik heb de kikker losgelaten, en eerlijk gezegd ben ik blij dat ik van de verantwoordelijkheid af ben, voor de kikker te moeten zorgen. Glibberig springt de kikker uit mijn handen, nog wat onwennig om het nu zonder mij te doen. Tot onze beider teleurstelling (die van de kikker en van mij) komt de kikker niet in een vrij gebied, maar in een rechthoekige, afgesloten ruimte terecht. Hij loopt angstig in het rond. Het is overduidelijk dat hij hier totaal niet op had gerekend. En ik ook niet! Ik vind het niet eerlijk. Na al die jaren opgesloten geweest te zijn, kunnen we nog steeds niet verder, en wordt de kikker opgesloten. Bovendien moet ik zelf eerst door een nauwe, dichte tunnel, voordat ik toegang krijg tot het binnengedeelte van het gebouw. En dat, terwijl Hessel en Hugo allang op de binnenplaats van het gebouw zijn, en blijkbaar zo naar binnen mochten lopen. 

De tunnel waar ik doorheen moet, lijkt op een sterk uitvergrote bloedader of een stuk darm, die zich direct weer achter je sluit als je er doorheen kruipt. Misschien is het wel net zoals het stuk bos waar je in het donker doorheen moet, hier vlakbij, en dat het daarna alweer heel gauw licht en weids wordt. Misschien zullen Hessel en Hugo zeggen kom op, even er doorheen, en dan ben je ook binnen, en dan zijn we met zijn drieën. Maar ik denk heel duidelijk nee. Nee nee. Ik ben in mijn leven zoveel uitdagingen aangegaan. Het is klaar nu. Als ik nou ook graag door dat gebouw had gezworven, dan was het wat anders geweest. Maar dat is helemaal niet het geval. Ik ben hier alleen omdat dit nu toevallig langs komt. En we op vakantie zijn. Maar ik heb zelf eigenlijk helemaal geen zin om hier te zijn. Het gebouw is heel mooi natuurlijk, maar het feit dat al die toeristen hier rondlopen maakt, dat ik liever naar huis wil. Ik probeer toch even door de tunnel te kruipen, maar het bezorgt mij acuut claustrofobie. Ik loop naar een paar mensen van de beveiliging, met een fluoriserend hesje aan. Ik vraag hoe ik naar binnen kan zonder door de tunnel te gaan. Dat de tunnel mij claustrofobie bezorgt. De vrouw legt uit dat ik straks wel mee kan met de rondleiding. Dan hoef ik niet door de tunnel, en dan ben ik lekker buiten, in de vrije omgeving. Ze bedoelt het goed, maar zegt het op een neerbuigende, belerende toon, met een ondertoon van nou ja zeg, dat je niet eens door die tunnel durft.

Ik aarzel even, twijfel wat ik zal doen, het antwoord is niet bevredigend. De vrouw ergert zich aan mijn aarzelen, zou gastvrij en behulpzaam moeten zijn vanuit haar functie, maar doet alles behalve dat. Dan loopt ze 'stoer' weg met haar collega's, naar het station van Delft, over mij roddelend dat ik zo'n watje ben, dat ik niet eens door die tunnel durf.

Ik denk ja, ga me daar een beetje met zo'n rondleiding mee, die ik ook al ontelbaar keer heb meegemaakt, dan zou ik dat alleen voor Hessel en Hugo doen. Hessel betaalt hartstikke veel geld voor zo'n hele dag hier zijn. Dan is het toch zonde als ik tegen mijn zin mee ga. Dan kun je beter wat anders doen van dat geld. Het is ontzettend lastig dat ik Hessel en Hugo nu niet kan bereiken. Maar zij vermaken zich wel en zullen het vast begrijpen, als ik het later aan hun uitleg. Wie weet kan ik even over de schutting naar hun roepen, dan komen ze wel, dan leg ik het uit. Er is een doorzichtig plastic wand tussen hen en mij. 

Ik voel mij in de steek gelaten door de beveiliger en merk dat ik inmiddels ook wel eelt op mijn ziel heb gekregen, met het idee dat je meestal niet op de mensen kunt rekenen, helaas. Gelukkig heb ik mijn gezin...op hun kan ik wel rekenen. 

Uiteindelijk laat ik dus alles achter mij, en heeft de kikker blijkbaar ook zijn weg gevonden. Het voelt wel een beetje als met de staart tussen de benen vertrekken, maar het voelt alsof ik echt geen andere keuze heb. Ik heb het in ieder geval geprobeerd. Maar het is dus gewoon niet gelukt. 

Ik loop in de richting van het verzorgingshuis, op de plaats waar vroeger mijn lagere school gebouwd was. Ik weet nog niet wat de volgende stappen zijn, maar ik ben in ieder geval blij dat ik weg ben van het grote gebouw, de omgeving van het gebouw en vooral van al die toeristen......

woensdag 15 juli 2020

Rivier

Je zwemt in de rivier
De stroom leidt je mee
Je lijf languit
en je armen vooruit
hoef je niet te worstelen
niet tegen te sputteren
niet te roepen
of te protesteren

Je laat je gewoon meevoeren
Het is immers jouw stroom
jouw rivier
en die brengt je ergens

En mocht je me zoeken
kijk dan tussen het publiek
op een van de oevers

Ik sta daar met een handdoek
om je straks aan te drogen
Het is een hele grote
en een hele zachte
Je kunt er
wel twee keer in verdwijnen