zondag 26 maart 2017

Meerdere dromen

Hier een bundeling van meerdere dromen, nav aantekeningen:

Ik sta met de auto dwars op de weg bij de parkeerplaatsen vlakbij ons huis. Ik laad de boodschappen uit, maar eigenlijk sta ik zo wel in de weg voor het doorgaande verkeer. Het zijn niet zoveel boodschappen. Er is oa een brood bij, in de vorm van een varken, een biggetje eigenlijk. Het is de grootte van een gewoon brood.

Dan zie ik naast de auto een echt varken lopen, veel groter. "Pas maar op."
Maar hij is vriendelijk en onschuldig, alleen zie ik dat nog niet. Ik vind het een beetje eng.

Op de dijk langs de Hoogeveense Vaart is men alles mooi aan het maken. Bomen en struiken zijn nu nog rommelig, en er ligt wit plastic, maar het gaat allemaal heel netjes worden. Ik krijg op mijn kop, dat ik het niet netjes achterlaat. Ik probeer nog uit te leggen, dat dit het werk is van de hoveniers, maar men heeft hier geen oren naar.

Een prachtig droomfragment: ik krijg een opgevouwen notitiepapiertje in de hand gedrukt, zo uitgescheurd uit een notitieboekje. Ik ben helemaal verbaasd. Het is van een dorpsgenote. Ze zegt 'dit is onze jaarlijkse briefuitwisseling, omdat onze dochters steeds groter worden, veranderen, dingen meemaken, en zo praten we elkaar bij.' Haar nichtje heeft ook zo'n brief gekregen, maar zij doet er niets mee. 'Precies als haar vader', zeg ik, terwijl ik niet weet waar ik dat vandaan heb. Ik bedoel ook haar opa, en dus de vader van de dorpsgenote die mij de brief gegeven heeft.

Ik ben helemaal onder de indruk van het initiatief, en dan kom ik erachter dat het gewoon ooit mijn initiatief was, en zij de traditie heeft voortgezet, omdat ze het zo mooi vond.

Op die plaats ontmoet ik ook een leerling uit mijn klas van vroeger. Ik zie alleen zijn hoofd, dat op een kar van de paasbult ligt, op een plank, en 'op pootjes'. Ik praat tegen hem, en in één keer wordt hij heel boos en overstuur, door iets wat er gebeurt in zijn omgeving. Mogelijk brengen de takken op de kar een allergische reactie teweeg? Pas dan zie ik, dat ik alleen met zijn hoofd praat, dat op pootjes staat, en los van de rest van zijn lichaam. Ik vind het wat griezelig, omdat het er vanaf kan vallen, maar het schijnt zo te horen, en men verzekert mij dat dit goed gaat. Hij is heel sterk, maar verkeert nu even in een moeilijke fase. Hulp heeft hij niet nodig. Hij zal er hoe dan ook zelf uit komen.

Ik zie het belang van een 'fonteintje', zo'n klein kraantje in een schuurtje, met een geribbelde wasbak eronder, die schoongemaakt moet worden, zoals van de week bij de boer. Dat fonteintje schijnt heel belangrijk te zijn (de volgende dag waren ze bij precies zo'n fonteintje bezig, waar een tuinslang aan bevestigd was, bij een client).

Het insmeren met bodylotion, geparfumeerd: Hugo heeft last van de energieën die dan vrijkomen. Hij voelt ze allemaal, en heeft dan het gevoel dat hij er iets mee moet doen. Mijn vriend uit Duitsland heeft precies hetzelfde. Ik moet daarmee oppassen. Dat ik hun daar niet zomaar mee belast. Even eerst over nadenken. Wat een tip is, dat is het 'afhechten'. De puntjes van de energiegangen sluiten, door er even extra zachtjes overheen te wrijven met de bodylotion. Dan is het verholpen. Zoals het dichtbranden van een veter, zodat ik gemakkelijker door de opening voor de schoenveter kan, in de schoen. 

zaterdag 18 maart 2017

Intriges

Er is een moord gepleegd door een vrouw. We mogen er niet over praten, en worden gechanteerd. Als de rechercheurs vragen komen stellen, moeten we informatie achter houden. Ik kan dat niet, en raak in de knoop, in verwarring. Ik ben steeds op mijn hoede, en heb steeds het gevoel dat ik zelf achterna gezeten word, omdat men het verwijt dat ik dingen achterhoud. Ik voel mij hier schuldig over.

Ik vlucht naar het ouderlijk huis van M. In de winkel is een woonkamer in gericht, en daar woont E. met het gezin van komaf (nog compleet). Ik verblijf daar de hele nacht, maar ben erg ongedurig en onrustig. Ben van mijn ouderlijk huis in de schemering hier hals over kop naartoe gefietst, en heb niet verteld dat ik weg ging. Mijn ouders weten dus niet dat ik hier slaap. Hoewel, ik slaap hier eigenlijk niet, want het is hier overdag, terwijl het op alle andere plaatsen nacht is.

Ik kan ook niet zomaar weer terug fietsen, want het blijkt dat ik de stofzuiger ook bij me had. Die moet ik dan ook weer meesjouwen. G. en E. willen een gezellig praatje maken en koffie drinken, maar ik heb de rust niet om achterover de leunen. Ik ben voortdurend op mijn qui vive, en moet dit ook geheim houden aan hun.

De huiskamer is maar een kleine ruimte. De tweeling speelt op de vloer, met treintjes. Het benauwt me, om in deze ruimte te zijn. W. geeft de planten water, vlakbij de winkeldeur, waar de klanten binnen komen. Het komt me wat raar over, want ik zie geen plantjes, maar toch geeft hij de plantjes water, zo schijnt het. Hij draagt een khaki korte broek met bijpassende hes, en is overdreven in zomertooi, ook draagt hij een zonnebril. Hij maakt in het geheel geen contact, en er is ook geen contact met hem te maken.

Ik maak steeds aanstalten om naar huis te gaan, en weet niet waar ik mijn schoenen heb neergezet. G. en E. zijn uitnodigend, en willen dat ik blijf. Ik leg mijn onrust uit, maar zijn staan er niet voor open, willen mij hier houden.

Ik zoek overal naar mijn schoenen en ontplof bijna, ook omdat niemand mij helpt met zoeken. Overal zie ik schoenen liggen, heel rommelig door elkaar, maar mijn schoenen zijn er niet bij. 

dinsdag 7 maart 2017

Gordijnen

We zijn op bezoek bij een grote familie, die in een studentenhuis woont. Het is een oud huis, waar normaal gesproken misschien wel vijf studenten kunnen wonen. Mogelijk is het ook anti-kraak. Maar hier woont gewoon een grote familie, met vier kinderen. Het is een uur of 7 in de avond. De kinderen gaan naar bed. Wij verblijven op de bovenetage, en we zeggen de kinderen welterusten. Zij verblijven op de begane grond. Ook slapen er bekende Nederlanders op de trap, zoals Gordon. Hij zwaait ook welterusten. De kinderen zijn liefdevol, en met veel rituelen naar bed gebracht. Er heerst nu rust in het huis, bijna sereen. Er is veel aandacht besteed aan de kinderen, ze zijn blij, tevreden, ervaren veel rust, kunnen nu lekker gaan slapen, misschien nog wat lezen of muziek luisteren, en dan slapen. Ze weten nu hoe ze het moeten aanpakken. Tussen de kinderen / bekende Nederlanders en ons is nog een 'tussenruimte'. Het is een soort gebied, waar de mensen van begane grond en bovenetage elkaar ontmoeten, maar dan een doorgangsgebied, dus niet bewoond, en hiermee is er rust in dit gebied, een soort overloop. De bekende Nederlanders zijn de overgang tussen de kinderen en ons.

Het huis is lekker ruim, met ook beneden heel veel ruimte, een gezellige woon-leefkamer-keuken, een houten vloer, een gezellige geur, warm, veel planten. Gang en overloop zijn bekleed met oude vloerbedekking. Alles is oud en ook wel wat versleten, maar hiermee extra gezellig en vrij.
Het stelt mij gerust, dat de kinderen hier alle kanten op kunnen.

We zeggen hen welterusten, zwaaien nog even, de gordijnen tussen trap en overloop bovenetage vormen een zorgvuldige scheiding, die belangrijk is, zodat de kinderen voldoende rust hebben om te gaan slapen, en wij ook de gezellige avond kunnen voortzetten. Het zijn ouderwetse, versleten gordijnen, maar ook dat is geen probleem. Het zijn wellicht de creme kleurige gordijnen met bruin witte bloemetjes, die mijn moeder vroeger gemaakt had, voor op mijn kamertje.