maandag 26 november 2018

Diagnose

(Nav overdag gtst kijken...........)

Ik ben in het ziekenhuis. Ik ben tegelijkertijd patiënt en verpleegkundige. Er worden allerlei onderzoeken gedaan. Tegelijkertijd zit ik in het collegiale team, waar de onderzoeken besproken worden. Het zijn vrij nieuwe onderzoeken, en ik ben een van de leidinggevenden van het de onderzoeken. Ook nemen we nieuwe mensen aan, of stellen we belangstelling in hun leven, hun opleiding, waar ze gewoond en gewerkt hebben. Alles in prettige sfeer.

Eerst moet ik onderzoeken afnemen in doktersjas. Dat voelt eerst wat vreemd, maar het gaat mij prima af. Het zijn psychologische onderzoeken. Dan word ik zelf onderzocht. Alles wordt heel zorgvuldig aangepakt. Stapje voor stapje. Alles wordt met elkaar en met mij besproken. Het is mij heel helder en duidelijk. Er is iets aan de hand met 'het druppelsysteem'. Daar kunnen ze uit opmaken, dat ik een vorm van rheuma heb. Maar dit moet nog wel aangetoond worden. Ik zeg, dat het in de familie zit. Ze tonen veel empathie.

Ik ben dol op een kleine jongen met rood haar, en blijkbaar hebben we verkering. Het ziet er niet uit. Hij is een kop kleiner, maar wel ontzettend lief. Hij loopt hier ook rond met zijn vriend, zij zijn ook goed opgeleid tot verpleegkundige, zijn heel vriendelijk. Ik bedenk me dat dit toch eigenlijk niets is, dat ik het moet uitmaken, weet niet hoe ik dat moet aanpakken.

Ik kom op het idee om een kwartetspel te maken van het thema van mijn roman. Briljant plan!!

zondag 25 november 2018

Zee

Met een groep mensen ging ik zwemmen in de zee. Het was nacht. Ik vond het eigenlijk ook maar gevaarlijk, maar schijnbaar kon er niets gebeuren. Het was ook wel heerlijk om in het koude water te zwemmen. Wellicht droeg ik ook een surfpak. De heenweg ging het prima. Het kan ook wel zijn, dat ik alleen maar onder water zwom. Zodoende voelde ik mij net een vis. Ik vond het fascinerend, dat leven onder water. Het was mooi ruimtelijk en golvend. Ik had helemaal niet de indruk dat je hier geen zuurstof kreeg, als je hier langer verbleef. Het was er afwisselend donker en licht. Ook wel mysterieus, maar ik wilde het graag verkennen. Wellicht was het ook zoals de tocht Den Helder Texel. Dat betekende, dat we op het strand van Texel arriveerden. Echter, we moesten ook weer terug zwemmen. De meeste mensen hadden hun krachten al verspeeld, en ik eigenlijk ook. Toch gingen we vol goede moed de terugweg zwemmen.

Halverwege was er de mogelijkheid om al uit de zee te stappen. Via een smal weggetje kon je de duinen op klimmen, en zo terug lopen naar Den Helder. Je moest via een hekje - zoals in een zwembad - uit de zee klimmen, en bij dat hekje lag je kleding klaar. Ik moest even zoeken, het lag allemaal door elkaar, maar uiteindelijk lukte het, en was ik zo weer aangekleed. Ik was nu wel erg trots dat ik het gedaan had. Een saamhorigheidsgevoel. Ik appte Irene. Blijkbaar deed zij ook mee.
Zij zou ook de kortere weg nemen, en was nog aan het zwemmen.

Even later was ik met een vriend van Amber (een vriend van Buitenkunst, uit Amsterdam) in een kroeg in Noord-Holland. De bar liep rond af, en ik keek of ik er nog bekenden zag zitten. De vriend organiseerde een feestje met meisjes in bikini. Het was de bedoeling dat ik met hem naar Texel af zou reizen. Ik vond het allemaal wat teveel worden, had mijn portie wel weer even gehad. Ik wou het dus even aan hem afzeggen, hoopte niet dat hij dat vervelend zou vinden. 

Werk

Ik denk dat de meeste dromen over het werk gaan. En dan elke keer weer hetzelfde: wat als ik te laat kom bij een client, en ik kan er zelf niets aan doen, en de client wordt boos?

Deze droom: we gaan een middagje uit rijden met een onbekende man, hij vindt dat hij zo vriendelijk voor ons is, door ons te voorzien van een taxi, dan kunnen wij van alles van de omgeving zien. We rijden via Westerbork naar Hoogeveen. Ik moet dadelijk aan het werk. Ik zeg tegen de man dat ik nu naar huis moet. Ja, maar je bent toch al in Hoogeveen? Ja, maar niet met eigen vervoer. En als ik een oproep heb, dan moet ik er wel met mijn eigen auto naartoe kunnen rijden. De man heeft er geen begrip voor, en voelt zich beledigd, omdat ik niet dankbaar ben dat ik mee mag rijden. Ik heb er spijt van dat ik bij hem ben ingestapt. Nu zit ik eraan vast.

Er is een cliente die belt. Ze heeft het over een theaterprogramma. Ik weet niet meer zo goed waar het over gaat. Ze klampt zich helemaal aan mij vast en ik til haar. Ze hangt aan mijn been, als ik mijn dagelijkse werkzaamheden doe. Het is op zich wel te doen, maar het valt met wel zwaar, en ik vraag mezelf af of dat niet anders kan.

Ik ben in een restaurant en het personeel heeft voortdurend kritiek op elkaar. Ze verwijten elkaar steeds dat er nog allerlei klusjes gedaan moeten worden, en dat ze de boel zo nooit op orde krijgen. Ze gaan met zijn allen wandelen. Misschien wel als een soort teambuilding. Ik heb er een hard hoofd in. Ik denk nou mooi, dan doe ik de stofzuiger er even doorheen. Er zijn nu toch geen klanten. Ik ben bijna klaar, als er in een keer heel veel klanten binnen komen. Ik krijg de wind van voren van een van de personeelsleden. Ik trek het mij niet persoonlijk aan, maar de sfeer wordt er ook niet beter op. Zorg dat ik maar gauw weer vertrek. Ik heb hier toch verder niet veel meer te zoeken, en buiten is het ruim en licht. Ik loop door de gang en het licht en de warmte komen mij al tegemoet. Ik zal zo de weilanden in lopen, ergens bij de Zweth.

In het voorbijgaan kom ik de eigenaar van ons ouderlijk huis tegen. Hij kijkt me recht in de ogen, en zegt me dat ik vanaf nu wel heel erg op mijn grenzen moet gaan letten. Ik schrik van zijn vastberadenheid, en beloof hem om dat zeker te gaan doen. 

donderdag 22 november 2018

Magie

In de droom bleken wij naast een woonhuis te wonen, waar het jongste zoontje een Disney-kamer had. Als je bij ons uit het raam keek, dan zag je bij het jongetje een levensgrote wand met Disney-figuren. Het stelde een sterrenhemel voor, en ik beeldde mij in dat het jongetje vast wel heerlijk zou slapen onder die Disney-hemel. Dat zou hem vast elke nacht rust en vertrouwen geven. Ik werd helemaal blij voor hem.

Ik zei tegen Hessel, dat ik dat nog niet eerder gezien had. Ja, Hessel had het wel eerder gezien. Maar het was niet het huis van de buren, maar de bibliotheek. Hessel zei "Wij hebben het geluk, dat we naast de bibliotheek wonen". Ik keek nu 365 graden rond. Het was een beetje een ruimte zoals in het ziekenhuis in Emmen, met veel licht en lucht en ruimte. Nu zag ik inderdaad door de ramen overal kleine en grote Disney-figuren. Het was allemaal keurig verzorgd.

Deze week droomde ik, dat ik gehandicapt was (ik was de hele dag druk aan de studie geweest voor EHBO). Ik betrad een woning op het strand. Deze woning was mij - vanwege mijn handicap - speciaal toegezen. Ik was er dolblij mee, en ging uitermate positief om met mijn handicap. Ik moest bijvoorbeeld wel lachen om de wand van de bar (het leek een beetje op een strandtent). Deze was helemaal versleten, en dat kwam vast door de rolstoelen, die er steeds tegenaan geknald waren.

Ik had helemaal niet mee gekregen dat ik gehandicapt was geraakt. Ik zat in een rolstoel, en wilde even uitproberen of het wel waar was. Ik dacht dat ik mijn benen bijna niet kon bewegen (dat was mij blijkbaar verteld). Maar het bleek, dat ik prima kon opstaan, op zich ook wel stabiel stond, maar nog niet op mijn rechter been. Het viel mij alles mee. Er was in de droom niets te merken aan teleurstelling rondom het gehandicapt zijn. 

woensdag 14 november 2018

Het bad

Een prachtige droom!

Ik wandel in een natuurgebied, ergens tussen Aalden en Meppen. Wellicht draag ik alleen een witte jurk, en loop ik op blote voeten. Het is heerlijk zomers weer, maar niet te warm. Een klein briesje.
Heel sereen.

Ik kom ergens vandaan, maar ik weet niet precies wat ik eerst allemaal gedaan heb. Wel weet ik, dat ik van het Mantingezand hier naartoe gereden ben, over een kronkelweg. Toen ik net Meppen binnen reed, gaf ik mijn Buurtzorgshirt af aan iemand die daar woonde. Deze vrouw werkte bij Icare, maar zij is nu overleden. Ik zat met haar naamgenote in de auto. We reden daarna weer door.

Toen kreeg ik er spijt van dat ik het shirt gegeven had, omdat het nog niet gewassen was, en ook nog bezweet rook. Ik vond dat niet netjes en een belediging voor haar. Maar mijn collega zei dat dit helemaal geen probleem was. Ze wist zeker dat ze mijn goede gebaar wel goed begrepen zou worden, en ze zou het vast meteen in de was doen. Geen probleem. Ik telde of ik nu nog wel genoeg shirts had, en dat was wel het geval. Ik kon het nu loslaten.

Hier in het natuurgebied was ik alleen. Wellicht kwam ik van een vakantiepark, en ging ik hier een wandeling maken, woonde ik hier normaal gesproken niet. Ik liep op het erf van een van de mooie boerderijen in Meppen en er was een ijle lucht, ik liep half onder een afdak, het voelde heel vredig en sereen aan, een klein beetje mist, alles was in orde en helemaal op elkaar afgestemd, ik voelde mij erg gelukkig en vooral blij.

Ik liep verder, want blijkbaar was ik ergens naar op zoek, maar het had geen haast. Alles kon en mocht in vertraagde stand. Dat deed ik dan ook. Beetje zoals het meisje in de film 'De Witte Steen', van heel vroeger. Ik liep op een breed, onverhard pad, dat wat naar beneden af liep. Dat pad hoorde bij de boerderij. Er stond een wit bad, bijna zoals ons eigen bad, maar dan groter. Het bad was half gevuld met water en sop. Ik ging met mijn kleren aan in dat bad, en het voelde heerlijk warm. Heerlijk om helemaal kopje onder te gaan. Ik kwam verkwikt boven. Ik droeg nu niet een witte jurk, maar een jurk met Indonesische print, beetje geel met zwart, zag er wel vrolijk uit.

Daarna liep ik verder, en toen ontdekte ik pas dat ik nu wel met natte kleding liep. Maar dat was verder geen probleem. Ik bemerkte, dat ik nu op het Buitenkunst-terrein was. Het zag er heel gezellig en kunstzinnig uit. Ik was verbaasd dat ik mij zelf niet had opgegeven voor dit weekend. Het was immers het Pinksterweekend, en normaal gesproken doe ik dan zelf ook altijd mee. Maar het was ook wel mooi om het zo als buitenstaander te aanschouwen. Er zat een meisje, verkleed als engeltje, tegen een boom aan. Ze lag er muisstil, maar toen ik dichterbij kwam, zag ik dat ze sliep.

Het was er heel bedrijvig, iedereen was druk bezig met voorbereidingen voor voorstellingen, decorbouw, of gewoon de begeleiding van de kinderen bij het eten en tanden poetsen.

Zo, in mijn witte jurk, leek het ook wel alsof ik 'in de hemel' was!! Maar heel mooi en vredig. 

zaterdag 10 november 2018

Vriendin

Ik ben met een nieuwe vriendin op een soort vakantie met een groep mensen. We zijn in de gemeenschappelijke ruimte. Er is een grote keuken, een buffetrestaurant met veel tafels en stoelen, een zithoek. Het is er licht en luchtig. Een beetje het restaurant op de boot naar de waddeneilanden, maar dan ergens vrijstaand, in de bossen, zodat je ook lekker naar buiten kunt en een wandeling kunt maken.

De vriendin heeft een eigen bedrijfje, waar ze nog het nodige voor moet regelen, voordat we vakantie kunnen vieren. Ik vind dat geen probleem, want in ben geinteresseerd in haar bedrijfje, en we zijn ook een beetje van plan om samen iets op te zetten. Dus de vakantie staat ook wel in het kader van samenwerking. Het heeft met schrijven te maken. Wellicht gaat zij mijn boek uitgeven en illustreren. Eigenlijk zou ik dat ook zelf kunnen, in eigen beheer. Dus het is ook niet helemaal duidelijk of ik het niet gewoon zelf ben. Of mijn naamgenote.

In ieder geval, het is een hele sympathieke dame, met donker haar, vrolijk. Ze geeft mij de tip om het weekblad ´Margriet´van deze week aan te schaffen. Ik weet niet waarom, maar blijkbaar hebben we het dus nodig voor ons project. We gaan nog wat levensmiddelen kopen, voor de lunch. Ik wil yoghurt kopen. Ze kijkt me verbaasd aan en zegt ´je eet toch geen yoghurt'? Ik schrik ervan. Blijkbaar is dat 'not done' ofzo. Ik draai er wat omheen en kom er niet gewoon voor uit dat ik wel yoghurt eet, en wat daar dan mis aan is. Iedereen moet dit voor zichzelf weten. Ze vraagt of ik als ontbijt ook yoghurt heb gehad. Nee hoor, zeg ik, om er maar vanaf te zijn. Want in werkelijkheid heb ik wel yoghurt als ontbijt gehad.

We gaan afrekenen, en staan in de rij. In de schappen staat ook nog verschillende informatie over schimmels. Ik bedacht mij, dat dit haar werk is, maar ik weet het ook niet zeker. Ik ben heel bewonderend naar haar toe en pas mij steeds aan haar stijl aan. Ik begrijp eigenlijk niet waarom ik dat doe, want ik zie dat ze ook onzeker is, en dat ze juist op mij wil lijken, mij wil nadoen. We spiegelen ons dus wederzijds aan elkaar. Als we gaan afrekenen (wat we precies gekocht hebben weet ik niet, in ieder geval toch niet de yoghurt), zegt ik dat we het weekblad 'Margriet' nog niet in het boodschappenmandje gedaan hebben. Dat schijnt nu toch niet zo erg te zijn. Ik weet niet waar we dit voor nodig hadden, weet wel dat de kaft lichtblauw is.

In een ander fragment zijn we bij mij thuis, op de Herengracht. We hebben onze boodschappen uitgepakt, en ik leg deze in de kast in mij keukentje met de glazen deurtjes. Ik hoor de telefoon gaan. Dat is de telefoon van mijn vriendin. Deze ligt op het tafeltje bij de kachel. Het is een telefoon in de vorm van een grote banaan, nog in de plastic verpakking, met een dik zwart snoer eraan bevestigd. Het ziet er leuk, zomers uit. Ze moet de telefoon eerst uit de verpakking halen, voordat ze deze kan opnemen.

Er is een leuke, zomerse sfeer, dankzij die telefoon. We moeten er samen ook een beetje van dansen, Salza dansen. Degene die opbelt, kan ook iets betekenen voor ons project. Dat is op dit moment nog even niet zo van belang. We blijven nu in het moment, staan te dansen, mijn vriendin staat de man aan de andere kant van de lijn te woord, er is geen haast bij. 

zondag 4 november 2018

Fragmenten uit vorige dromen

Hier een paar fragmenten uit vorige dromen, nav notities (ik weet het dus niet helemaal precies meer):

Ik woon weer op de Herengracht. Weer dat gevoel van hè, woon ik hier wel echt, mag ik hier wel zijn, mijn spullen staan er wel, maar er woont toch inmiddels iemand anders, en wat is er wel of niet al afgebroken, en is het dan nog wel bouwkundig helemaal veilig. De bank (van destijds op de Herengracht) wordt twee keer verplaatst: een keer in de erker, en en keer tegen de muur. Het blijkt dat de WC nat is geworden. Er is lekkage. Er komt bruin water uit de lichtknop. Ik vraag me af of het dan niet in gevaar komt met de elektriciteit. Maar dat is niet het geval. Het water spuit eruit. Ik moet de huisbaas bellen. Ik vraag me af, of we hier wel een huisbaas hebben. Er is even wat onrust, maar ik weet dat het wel weer goed komt.

Ik zit met Hugo in de trein. Blijkbaar woon ik op kamers in Groningen. We komen bijna op station Rijswijk. Waarschijnlijk vanuit de richting van Den Haag. Op het laatste moment realiseer ik mij, dat ik moet uitstappen. Ik pak snel mijn spullen en doe mijn schoenen weer aan. Het zijn bergschoenen. Ik moet haasten, maar ben nog prima op tijd. Hugo was er allang op voorbereid, en blijft gewoon rustig. Ik ook trouwens wel. Ik zeg Hugo gedag en stap de trein uit. Het is nog even extra opletten met het opstapje van trein naar perron. In die overgang is een stukje staal geplaatst, waar je even op moet stappen. Dat moest je maar net even weten. Het is ook door een nauwe deur. Ik volg de instructies op, en zo komt het goed. Ik ben nu op het perron, en Hugo rijdt met de trein verder richting Delft.

Ik heb een nare droom, waarin ik bovenmatig moet presteren. Ik moet gedurende de hele ochtend een toets maken. In deze toets wordt mijn hele persoonlijkheid ondersteboven gehaald. Hugo mag pas examen doen, als ik voor deze toets ben geslaagd. Maar - zoals altijd in dromen - word ik van alle kanten afgeleid, is er herrie en onrust om mij heen, wordt er in mijn omgeving alles gedaan om mij te ondermijnen, wordt mij continu ingefluisterd dat ik het niet zou kunnen. Ondertussen ga ik gestaag verder, blijf ik proberen, opgeven is geen optie. Er zijn kermis-apparaten en continu lichtflitsen, er is continu herrie van de kermis. Zoals ook in andere dromen, ben ik de enige van de ouders die het niet voor elkaar krijgt, de andere ouders zijn vlot klaar en leveren hun werk vlot in, de docenten zijn alweer bezig met het organiseren van activiteiten aan het einde van het schooljaar, er is al een feeststemming, het wordt nu nog drukker, iedereen loopt vrolijk en jolig rond, en ik maar ploeteren, samen met nog een enkele andere ouder, ergens in de ruimte, het is een grote aula met allemaal tafeltjes. Er komt ook een lijst met Duitse woordjes. Die zou ik opgeschreven hebben, terwijl het niet mijn handschrift is. Het wordt op een bepaalde manier geregistreerd, maar dat is bij mij nooit gedaan. Een van de andere ouders zegt, dat het nogal logisch is dat ik er niet doorheen kom, want mijn lijst is niet geregistreerd. Blijkbaar geldt die registratie als bewijs van deelname. Als ik niet de juiste opgaven heb, is het voor mij natuurlijk ook onmogelijk om dit te volbrengen. Als ik hier achter kom, sta ik op met mijn papieren, en benader een van de docenten. Ik zal altijd door blijven gaan totdat het lukt, maar als de basis niet gelegd is, en ik daar ook geen invloed op heb, heeft het geen zin om door te gaan, dan moet men eerst de opdracht aan mij goed neerzetten, anders kan ik deze nooit volbrengen. De andere ouders helpen mij mee om het voor elkaar te krijgen. Ik krijg nu gelukkig hulp en medewerking. De docenten zijn echter druk bezig, en horen mij niet. Gelukkig is er wel een docent die luistert. Ze bedenkt zich geen moment, en geeft mij meteen vrijstelling. Nee hoor, geen discussie, ik krijg per direct vrijstelling van deze opdracht. Ze zwaait resoluut met de papieren in de lucht, en regelt het meteen voor mij. Ik wil nog informatie vragen over haar beslissing, maar dat hoeft niet. Ik mag nu vrij nemen, het komt goed, het zal geen enkele consequentie hebben voor Hugo.

Ik weet wel dat ik nu opgelucht moet zijn, maar ben nog in ongeloof, moet het nog even een plek geven. 

Laatste fase

Ik droomde over de volgende quote:

"In de laatste fase van het leven eet met noten en zaden als ingrediënt"