zondag 19 september 2021

Drukte

In de droom was ons huis overhoop gehaald. Het was de doorgangsroute voor anderen. Wij hadden geen privacy. Er lagen allemaal spullen van anderen. Het was voor mij heel onoverzichtelijk om mijn eigen gang te gaan. Ik was mijn mobiel en sleutels kwijt, en wist niet hoe laat ik moest beginnen op het werk. Overal liepen kinderen, zelfs in mijn fietstas, aan elke kant een kind. Ik werd er onrustig en bezorgd van. Moest ik om 10 uur beginnen op het werk? Ik wist het niet. Ik deed vooral mijn best om overzicht te krijgen, en op tijd te komen. 

In de droom had Hugo griep. Zijn vrienden kwamen hem bezoeken. Ze waren in het Esdal College in Emmen. We kregen het bericht dat mijn oom in alle vroegte rustig was overleden. 

Ik was op Augustinus of Nederland 3 en liep steeds af en aan naar verschillende ruimtes boven en beneden. Het was ook wel een soort verjaardag. Alles was raar en vreemd en onwennig. Ik wilde het steeds in het gareel brengen. Ik zag continu mensen in vreemde uitdossen die mij af en aan aankeken, maar niet echt in contact met mij kwamen. Toen ik niet meer mijn best deed om het te vertalen naar 'wereldse normen', was het in een keer heel gewoon en hoefde ik alleen maar te observeren. Het was ook wel zoals de Zevende Hemel, studentenflat. 

Ik was in de kamer van mijn vriendje van vroeger. Wilde hier gaan opruimen, maar wist niet waar te beginnen. Ik zag even zijn bovenbed. Dat was heel bijzonder. Het was een heilige plek. Alles was wit beschilderd. Ik zag de verf nog op het rieten plafond. Het was heel fijn om hier te zijn. Een plek van rust. Waar je altijd naartoe terug kan. 

Ik was in de kamer van een jonge collega. Ik kon niet naar binnen, omdat de deur bijna tot op het plafond was gevuld met matrassen. Ik vond dat maar raar, maar maakte er verder geen probleem van. Het was ook wel de kamer van mijn vriendje van vroeger. 

Ik zei tegen mijn oom dat mijn tante kattig doet omdat ze eigenlijk heel kwetsbaar is. Mijn oom keek mij aan alsof hij water zag branden. Zo had hij er nog nooit naar gekeken! 

In de droom was mijn moeder heel actief in contact met de mensen op Augustinus/Ned 3. Ze had mij nodig om in contact te komen met deze mensen. Het gaf mij voldoening dat ik haar hierin kon ondersteunen. Dat kostte mij geen moeite. Het ging gewoon vanzelf. Ik had niet eens in de gaten dat ik bezig was haar te helpen. 

Ieder mens had zijn eigen verhaal. Dat werd uitgedrukt op goudkleurige platen. Het waren platen met tekeningen, foto's, teksten. Net hoe de mensen het wilden uitdrukken. Ieder leverde een plaat in van zijn of haar leven. Dat klinkt beladen, maar dat was het helemaal niet. Het was heel gewoon, vanzelfsprekend, ontspannen, vrolijk. Nu was het duidelijk in Nederland 3, de donkerte van het vertrek, de ruimte waar de bar stond, tussen podium en halletje bij de ingang. Ik stond daar als een soort gastvrouw, en kreeg alle platen in ontvangst. Daar had ik niet op gerekend: dat was echt een verrassing! Wow, zei ik.....ik heb een grote zolder....daar kan ik de platen ophangen! Een van de mensen vond het wel even lastig om haar plaat af te staan: "Niet verkopen hoor!", zei ze. Nee, ik garandeer je dat ik dat natuurlijk echt niet zal doen. 

Prachtige droom!!!!! 

Helderwit

Ik kwam als jong kind met mijn moeder voor het eerst in het nieuwe huis van mijn oom en tante, in een rijtjeshuis. De deur vloog open, en dat ervaarde ik als een warm welkom. Mijn oom en tante stonden nog niet in de deuropening. Ze waren in de keuken bezig, om lekker eten voor ons te bereiden. Alles wat ik zag....het was alleen maar helder wit geschilderd. Ik genoot van al dat wit. Het rook nog naar verf. De schilders waren nog in de huiskamer bezig. Alles zou wit worden. Alles was nieuw. Het schitterde gewoon voor mijn ogen. Ik kon mijn geluk niet op. Het was prachtig. Vanuit volwassenheid voelde ik ook de onbevangenheid weer die ik als kind had. Ik was weer ´helemaal terug´, zogezegd. 

Ik zou de interviewer zijn bij een sollicitatiegesprek. Mijn collega van de Oostermarke kwam mij ophalen, maar ik was nog bezig mij te verkleden, in een paskamer. Allerlei kledingstukken over elkaar, en ook nog een nat badpak aan. Wat een gedoe! Ik kwam er maar niet uit. 

Ik was op reis met een moeder en een zoon. We gingen het kaartspel ´Boeren´ doen. Ik ken dit niet, weet ùberhaupt niet of het bestaat. De moeder en zoon vonden het maar raar dat ik dit spel niet kende. Ik moest het dan maar snel leren, omdat we een hele lange reis samen zouden afleggen. Ze waren geirriteerd dat ik het spel niet kende, en ongeduldig, omdat ik het blijkbaar snel moest leren. Ik begreep niet waar ze zich druk om maakten: we hadden toch de hele reis nog de tijd hiervoor? 

maandag 13 september 2021

Verschillende droomfragmenten

 Met mijn Duitse vriend, ouders en broer ging ik naar een tentoonstelling op een bovenetage, die met planken in het rond liep, zoals boven het atrium in het Scheper Ziekenhuis. Ik had een tekst gewist en mijn vriend zei dat het goed was om die tekst terug te halen, omdat deze zinvol was voor mijn nieuwe boek. Ik ging op zoek naar een Happinez, waar deze tekst in stond. Er was ook een boekenmarkt, en nu was de zolder een kelder. In de droom had de vriend een dochter, of toch een zoon, die al werkte. Eerst dacht ik dat hij een dochter was die heel klein was. Hij zei dat ze thuis was, met ´digitale muziek als babyfoon´. Maar dat was dus een grapje, waarmee hij mij plaagde. 

Ik las een boek. Ergens midden op een bladzijde kwam in een keer de letter M in een grote sierletter naar voren. Het was een prachtige ervaring: net een sprookje. Het kwam zo naar mij toe gedanst. Een picknicktafel was aan de rechter kan helemaal bedekt met snoeptomaatjes. Op die tafel stond ook mijn handtekening, in grote letters. Deze letters gingen ook dansen, en vormden een poppetje. Het was een hele speelse, vrolijke droom, met vrolijke klassieke muziek (fluit). Ik ging met Hessel 'de separeer' bekijken. We keken even om in het verleden. Eindelijk erkenning, en dat het er mocht zijn! 

Er was een methode voor 'extra reservoir' genoemd naar een overleden kind. Dit was ook mogelijk bij vogels. Ze droegen dit reservoir bij zich, hetgeen hun leven extra kwaliteit gaf. Het was dus bedoeld voor zieke kinderen of zieke vogels. Ik had een tentamen scheikunde, maar niet geleerd. Ik moest op mijn examen eindlijst minimaal een 5 halen. Er werden apparaatjes uitgedeeld. Ik had geen idee wat die apparaatjes waren, laat staan hoe ze werkten. Zag eruit zoals de pedicure-set van Hessel. Waren het rekenmachines? Anderen wisten wel hoe de apparaatjes werkten. Ik maakte mij erg druk, dacht nou ja, dan maar geen vwo, havo is ook genoeg om hbo te gaan doen. De schilderleraar van Buitenkunst zei dat al die drukte totaal niet nodig was. Hij zei dat het helemaal niet ging om theorie-vragen. Het waren gewoon vragen uit de losse pols, uit het dagelijks leven. Gewoon antwoorden, niet teveel nadenken. Zoals vragen over een hittegolf. Ik was enorm opgelucht, en daarna niet meer bezorgd. Ik realiseerde mij ook dat ik allang het vwo in the pocket heb, en dat het maar een droom was. 

Vakantiepark

In de droom was ik weer in het ouderlijk huis. Het werd totaal verbouwd. Ik zag een heel stuk braakliggend terrein. Het leek een soort ijsbaan of racebaan. Het zag er kaal uit, maar het was niet per definitie somber te noemen. Er werd op veel plaatsen gewerkt, en hoewel je nu overal nog beton zag, zag het er toch veelbelovend uit voor de nabije toekomst. Het leek ook wel alsof er groene zeep over de baan was aangebracht, om het proces te versnellen. Vervolgens kwam ik in een kleine kamer, die helemaal ´af´ was. Het was er prachtig en het rook er verrukkelijk. Ik hoorde lichte klassieke muziek en het was een omgeving van allerlei frisse kleuren. Er was een licht rieten tafeltje met glazen plaat, en aanverwante stoeltjes. Het leek ook wel op een poppenhuisje. Er was een heel lief hondje met een jasje aan, een poedel. Ik aaide hem liefdevol. Blijkbaar woonde ik in deze kamer. Ik was er heel trots op. Mijn moeder was ook wel in het huis, maar stond in de keuken, en was niet in beeld. De kamer was een ´uitgelicht beeld´ in de droom. De rest was nog niet zichtbaar. Maar het was wel duidelijk dat het ouderlijk huis en ook een stuk van de omgeving één terrein was, dat grondig werd verbouwd, zoals Center Parcs. Het was ook wel een vakantiepark. Ik liep er met verschillende mensen af en aan. We liepen ook door de nu nog onzichtbare gedeeltes. Het waren mensen uit mijn verleden, heden, toekomst. Het was allemaal heel gewoon. We waren goed afgestemd en het klopte allemaal. We liepen elkaar niet in de weg. Het was heel erg prettig om mij dit bewust te zijn, en te ervaren dat we allemaal in connectie met elkaar stonden. Het was echt het tegenovergestelde van het ´harde, aardse leven´, waar veel mensen met een schild of een muur rondlopen. Daar was hier helemaal geen sprake van. Ieder was wel op zichzelf, had een eigen missie te volbrengen, en dat was tevens de eigen bescherming. Maar men hielp elkaar, en dat was heel normaal. De zolder van het ouderlijk huis was vaak in beeld, speelde een centrale rol. Het hele verleden kwam voorbij van spelen op zolder en ook in de oude schuur naast het huis. Ik stond voor een afbeelding van een grote telefoon op de vloer van de zolder, die van laminaat was. Het was een soort Ipad met reclame voor een heel duur hotel. Ik ging uit nieuwsgierigheid de kosten van een overnachting opzoeken. Ik schatte dit wel op minimaal 500 euro.  

woensdag 1 september 2021

Conductrice

Met mijn jeugdvriendin zat ik in de trein. We waren bijna in Utrecht. De conductrice kwam langs. Het was nog controleren zoals vroeger, dus met een kaartje. De conductrice droeg ook een uniform van vroeger, compleet met hoedje. Ze zag er pinnig uit. Ze vroeg eerst aan mijn vriendin haar kaartje. Toen was het bij haar thuis, bij de voordeur, in het ouderlijk huis. Ze legde uit dat ze eerst even moest zoeken naar haar kaartje, maar dat ze eigenlijk geen kaartje hoefde te overhandigen, omdat ze iets voor het land ging doen, namens het ministerie. De conductrice nam hier geen genoegen mee. Mijn vriendin bleef rustig, zei dat ze het wel bij zich had, vroeg of de conductrice even geduld had, zocht in de zakken van haar mantelpakje. Ze was heel slank van postuur en droeg een elegant mantelpakje. Tijdens het zoeken naar het kaartje verdween het interieur van de coupé, en verscheen er een groot wit licht uit de omliggende weilanden. Dat was prachtig, zuiver licht. De conductrice wendde zich tot mij, voor controle. Ik werd er even wat door overrompeld, dus had tijd nodig om mijn telefoon tevoorschijn te halen uit mijn tasje. Nu was het wel weer de moderne controle. Het duurde de conductrice te lang en ze griste de telefoon uit mijn handen. Het bleek een rekenmachine te zijn. Ik werd boos op haar. Zij ontstak in woede, zei dat ze een klacht tegen mij ging indienen en liep weg 'door de wand van de trein heen', over een kartonnen loper, aan de flank van de trein, aan de andere kant van het licht. Het maakte op mij niet veel indruk, omdat ik vond dat haar gedrag niet correct was. Ik voelde mij gesteund door het feit dat er camerabeelden waren. Ik voelde mij veilig, was hier niet verontrust over. 

Er was een overdracht van een collega over een kind dat naar huis zou gaan. Dat was in de ouderlijke slaapkamer van het ouderlijk huis. Het kind had niet gegeten en was niet verschoond. 

Jus

 In de droom was ik in het keukentje van het kantoor van mijn baan als praktijkopleider. Of ook wel het keukentje in het Broekhoes. Ik zou die middag afscheid nemen van de collega's, ivm een nieuwe baan. Iedereen was druk bezig met de voorbereidingen. Er was een gezellige sfeer. Ik wilde er nog even van genieten hier te zijn. Op het aanrecht stond een bakje jus. Of het was jus in een beker. Er werd gezegd dat dit 'een kostbaar goedje' was. Er lag een vrouw in bed, en bij haar op het nachtkastje stond ook de beker jus. Ze stootte deze bewust om, en was agressief en verdrietig. Ik kon nog niet zo goed duiden wat hier aan de hand was. Het was allemaal nog even koffiedik kijken, zogezegd. Maar het zou vanzelf wel duidelijker worden, zo werd er gezegd. Het was nu allemaal nog wat mysterieus. Ik zat in de zaal van de dagopvang, waar de oudere mensen deelnamen aan de Bingo. Een vrouw met jampotglazen hoestte heel erg. Toen het hoesten wat minder werd, bood ik haar een snoepje aan. Maar de snoepjes waren al op!