Een levensechte droom, vroeg in de ochtend gedroomd.
Met de schrik wakker worden van 'oh, het is gelukkig maar een droom'.
Ik ben bij een cliënt in de thuiszorg geweest. Het is een rustige dienst. Ik heb vandaag nu nog als enige dienst, en dus ook de bereikbaarheidsdienst. De zorg voor de resterende cliënten kan ik op mijn gemak doen, en is niet van urgente aard.
Het is een prettige dienst, en het is mooi weer. Ik wil naar de auto lopen. In de droom heb ik een grote grijs / antracietkleurige bus, met gele reclame, en ook een ruitmotief in geel. Het is geen reclame voor de thuiszorg, maar voor één of ander garagebedrijf. Ik kan dit niet direct met elkaar in verband brengen. Het schijnt dat ik ook heel gemakkelijk in staat ben om dit busje te berijden, dat ik er vertrouwd mee ben, dat het echt mijn busje is, dat ik ermee kan lezen en schrijven. Dat verbaast mij wel, want ik wist helemaal niet dat ik in een busje kon rijden!! Het valt mij op dat het een busje is in een sterk rechthoekige vorm, dus met scherpe rechte hoeken, geen welvingen. Ik ben vol van zelfvertrouwen, en heb alles goed op schema, ben helemaal 'bij'.
Maar het volgende moment kan ik het busje niet vinden! Ik begrijp er niets van..........zeker in de volgende straat geparkeerd. Wat gek, want dat weet ik helemaal niet meer. Nee, daar ook niet. Hoe nu verder? Wel, ik ben er gewoon rustig onder, want ik loop vooruit op de tijd, dus alle tijd.
Dan volgt er een zeer onrustige fase, die voor mijn gevoel wel uren en uren duurt, en waar geen einde aan komt. Ik kan het busje nergens meer vinden, en ik herken ook de omgeving van mijn eigen dorp niet meer. De cliënten wonen in en om het dorp, en het zou zelfs te lopen zijn. Misschien nog een, twee, hooguit drie cliënten, die het allen prima vinden als ik eventueel wat later kom. Het was eerst half 12, einde van de ochtend, en als ik na een tijd weer op mijn horloge kijk, zie ik tot mijn schrik dat het al 20 voor 2 is! De cliënten zouden nu ook om mij bezorgd kunnen worden, en dat geeft hun onnodig extra veel stress. Maar er heeft nog niemand gebeld op de bereikbaarheidstelefoon, en ik heb het zelf te druk met mij concentreren op het vinden van de juiste weg, om zelf te bellen.
De stress en de onrust nemen toe. Ik pas een ijzersterke discipline toe, blijf heel rustig, ben heel daadkrachtig, ga steeds meteen de weg vragen, als ik een aanknopingspunt zie, voeg ik meteen de daad bij het woord. Geen paniekreacties, maar weloverwogen, overzichtelijk. Steeds als ik de weg vraag, hoop ik heel erg dat het geen bekende uit het dorp is. Want dan zou ik 'ontmaskerd' kunnen worden. Dan zou men zich afvragen waarom ik de weg in mijn eigen dorp niet weet. En ik begin mij er steeds meer voor te schamen, dat ik de weg niet weet. Maar gelukkig kom ik geen bekenden tegen, en alle voorbijgangers leggen het heel rustig en duidelijk uit. Het duurt tergend lang, maar toch lijk ik dichter bij mijn doel te komen.
Ik rijd ook nog een stukje met de bus mee, en weet op tijd waar ik weer moet uitstappen. Ondertussen kan ik duidelijk van bovenaf volgen welke wegen ik steeds neem. Deze wegen verlopen in een stervorm of bloemvorm in en om het dorp. Ik kom dus niet vooruit, maar draai steeds rondjes, in de hoop onderweg dan toch de bus tegen te komen, wat absoluut niet gebeurt. Ik vind het ook heel raar dat ik de omgeving in mijn eigen dorp totaal niet terug herken. En het lijkt meer op een stad.
De telefoon is een keertje af gegaan, maar steeds heb ik geen gelegenheid om op het scherm te kijken. Ik word steeds door andere dingen afgeleid. Het duurt voor mijn gevoel tergend lang, voordat dit eens een keertje kan. Als ik dan eindelijk het schermpje lees, dan blijkt dat een berichtje te zijn van een of andere reclame, waar je niet op in moet gaan. Daar ben ik wel opgelucht over. Dat ik niet plotseling ergens moet zijn, terwijl ik totaal niet weet hoe ik er moet komen.
Ik kan natuurlijk een collega bellen, en de situatie uitleggen. Maar ik weet totaal niet hoe ik dat moet aanpakken. Ook is het wel goed om de cliënten nu te gaan bellen. Maar ik staar voor een zwart leeg scherm, heb geen telefoonnummers, en heb niets bij me.
Keer op keer blijf ik elke keer erg rustig, handel ik rustig en weloverwogen, hoop ik maar dat niemand het in de gaten heeft. Als ik weer de weg vraag, word ik geleid door een weiland, en stap ik door de modder. Ik zal dan aan de andere kant van het heideveld uitkomen, maar dan zal ik de bestemming wel bereikt hebben. Kan niet missen, recht toe recht aan, maar het begint ook al te schemeren (ook al is het dan begin van de middag) en ik zak weg in de modder, omdat het veel geregend heeft. Hoe zorg ik ervoor, dat ik de koers recht houd? Onderweg word ik wel geholpen, maar ik heb geen idee hoe en door wie.
Uiterlijk is er nog steeds niets aan de hand, maar innerlijk is er zo'n enorme worsteling, dat ik inmiddels denk dat mijn korte termijn geheugen beschadigd is geraakt. Dat zou betekenen dat ik deze dienst niet af kan maken, en moet vragen of een collega het overneemt. Het zou ook betekenen, dat ik sowieso niet meer kan werken, en dat vind ik verschrikkelijk.
Het is een groot grijs gebied tussen mijzelf als persoon en de maatschappij om mij heen.
Dat grijze gebied zijn mijn hersencellen, die het laten afweten, terwijl ik altijd juist zo'n olifantengeheugen heb gehad.................
Met de schrik wakker worden van 'oh, het is gelukkig maar een droom'.
Ik ben bij een cliënt in de thuiszorg geweest. Het is een rustige dienst. Ik heb vandaag nu nog als enige dienst, en dus ook de bereikbaarheidsdienst. De zorg voor de resterende cliënten kan ik op mijn gemak doen, en is niet van urgente aard.
Het is een prettige dienst, en het is mooi weer. Ik wil naar de auto lopen. In de droom heb ik een grote grijs / antracietkleurige bus, met gele reclame, en ook een ruitmotief in geel. Het is geen reclame voor de thuiszorg, maar voor één of ander garagebedrijf. Ik kan dit niet direct met elkaar in verband brengen. Het schijnt dat ik ook heel gemakkelijk in staat ben om dit busje te berijden, dat ik er vertrouwd mee ben, dat het echt mijn busje is, dat ik ermee kan lezen en schrijven. Dat verbaast mij wel, want ik wist helemaal niet dat ik in een busje kon rijden!! Het valt mij op dat het een busje is in een sterk rechthoekige vorm, dus met scherpe rechte hoeken, geen welvingen. Ik ben vol van zelfvertrouwen, en heb alles goed op schema, ben helemaal 'bij'.
Maar het volgende moment kan ik het busje niet vinden! Ik begrijp er niets van..........zeker in de volgende straat geparkeerd. Wat gek, want dat weet ik helemaal niet meer. Nee, daar ook niet. Hoe nu verder? Wel, ik ben er gewoon rustig onder, want ik loop vooruit op de tijd, dus alle tijd.
Dan volgt er een zeer onrustige fase, die voor mijn gevoel wel uren en uren duurt, en waar geen einde aan komt. Ik kan het busje nergens meer vinden, en ik herken ook de omgeving van mijn eigen dorp niet meer. De cliënten wonen in en om het dorp, en het zou zelfs te lopen zijn. Misschien nog een, twee, hooguit drie cliënten, die het allen prima vinden als ik eventueel wat later kom. Het was eerst half 12, einde van de ochtend, en als ik na een tijd weer op mijn horloge kijk, zie ik tot mijn schrik dat het al 20 voor 2 is! De cliënten zouden nu ook om mij bezorgd kunnen worden, en dat geeft hun onnodig extra veel stress. Maar er heeft nog niemand gebeld op de bereikbaarheidstelefoon, en ik heb het zelf te druk met mij concentreren op het vinden van de juiste weg, om zelf te bellen.
De stress en de onrust nemen toe. Ik pas een ijzersterke discipline toe, blijf heel rustig, ben heel daadkrachtig, ga steeds meteen de weg vragen, als ik een aanknopingspunt zie, voeg ik meteen de daad bij het woord. Geen paniekreacties, maar weloverwogen, overzichtelijk. Steeds als ik de weg vraag, hoop ik heel erg dat het geen bekende uit het dorp is. Want dan zou ik 'ontmaskerd' kunnen worden. Dan zou men zich afvragen waarom ik de weg in mijn eigen dorp niet weet. En ik begin mij er steeds meer voor te schamen, dat ik de weg niet weet. Maar gelukkig kom ik geen bekenden tegen, en alle voorbijgangers leggen het heel rustig en duidelijk uit. Het duurt tergend lang, maar toch lijk ik dichter bij mijn doel te komen.
Ik rijd ook nog een stukje met de bus mee, en weet op tijd waar ik weer moet uitstappen. Ondertussen kan ik duidelijk van bovenaf volgen welke wegen ik steeds neem. Deze wegen verlopen in een stervorm of bloemvorm in en om het dorp. Ik kom dus niet vooruit, maar draai steeds rondjes, in de hoop onderweg dan toch de bus tegen te komen, wat absoluut niet gebeurt. Ik vind het ook heel raar dat ik de omgeving in mijn eigen dorp totaal niet terug herken. En het lijkt meer op een stad.
De telefoon is een keertje af gegaan, maar steeds heb ik geen gelegenheid om op het scherm te kijken. Ik word steeds door andere dingen afgeleid. Het duurt voor mijn gevoel tergend lang, voordat dit eens een keertje kan. Als ik dan eindelijk het schermpje lees, dan blijkt dat een berichtje te zijn van een of andere reclame, waar je niet op in moet gaan. Daar ben ik wel opgelucht over. Dat ik niet plotseling ergens moet zijn, terwijl ik totaal niet weet hoe ik er moet komen.
Ik kan natuurlijk een collega bellen, en de situatie uitleggen. Maar ik weet totaal niet hoe ik dat moet aanpakken. Ook is het wel goed om de cliënten nu te gaan bellen. Maar ik staar voor een zwart leeg scherm, heb geen telefoonnummers, en heb niets bij me.
Keer op keer blijf ik elke keer erg rustig, handel ik rustig en weloverwogen, hoop ik maar dat niemand het in de gaten heeft. Als ik weer de weg vraag, word ik geleid door een weiland, en stap ik door de modder. Ik zal dan aan de andere kant van het heideveld uitkomen, maar dan zal ik de bestemming wel bereikt hebben. Kan niet missen, recht toe recht aan, maar het begint ook al te schemeren (ook al is het dan begin van de middag) en ik zak weg in de modder, omdat het veel geregend heeft. Hoe zorg ik ervoor, dat ik de koers recht houd? Onderweg word ik wel geholpen, maar ik heb geen idee hoe en door wie.
Uiterlijk is er nog steeds niets aan de hand, maar innerlijk is er zo'n enorme worsteling, dat ik inmiddels denk dat mijn korte termijn geheugen beschadigd is geraakt. Dat zou betekenen dat ik deze dienst niet af kan maken, en moet vragen of een collega het overneemt. Het zou ook betekenen, dat ik sowieso niet meer kan werken, en dat vind ik verschrikkelijk.
Het is een groot grijs gebied tussen mijzelf als persoon en de maatschappij om mij heen.
Dat grijze gebied zijn mijn hersencellen, die het laten afweten, terwijl ik altijd juist zo'n olifantengeheugen heb gehad.................