maandag 29 januari 2018

Een lichte droom!

Fijn! Daar ben ik blij mee, na de droom van gisteren.

Iemand maakt voor mij een gerecht klaar. Het is een kameraadje van Hugo. Ze zegt 'kijk eens, voor jou....................Luna met aardbeien!!!!'

Ik ben helemaal verbaasd en verrast. Ze kijkt me stralend aan. We zijn in Leiden, bij de faculteit pedagogiek. Ik ben daar ooit een keertje geweest op een open dag. Het lijkt ook wel op het Louvre. Het is groot en open en licht. Het is midden in de zomer. Er is ruimte volop. Het lijkt ook wel op de schoolcampus in Zwolle.

Het is helemaal speciaal voor mij klaargemaakt. Ik weet niet zeker of het een gerecht of een kunstwerkje is. Dat schijnt niet uit te maken. Het gaat erom dat ik het gekregen heb, dat het mij gegund is, dat het blijkbaar ook mijn verdienste is. Ik ben er beduusd van.

Ik fiets over dat grote, vrije terrein. Er is een flinke verhoging gebouwd, met een stoep. Ik kom keihard aangefietst, op een soort circusfietsje, maak wellicht zelfs ook nog kunstjes met het fietsje. Heel behendig sta ik met een been op de rand van dat stoepje en laat me zo in de lengte over die rand glijden met dat ene ben, terwijl ik met het andere been nog fiets (???).
Alles gaat goed, maar ik kom wel te vallen, van de verhoging. Ik val zo'n beetje 'in de schoot' van een klant van een winkeltje, daar beneden. Het is een winkeltje zoals de toeristenkiosk bij Spido Rotterdam, waar je op de boot wacht. Een heel gezellig winkeltje met souveniers, waar mensen alle tijd hebben. Er staan een paar toeristen, heel erg op gemak iets uit te zoeken.

Ze zijn heel verbaasd dat ik te pletter gevallen ben, en snellen toe om mij te helpen. Maar er is helemaal niets met mij aan de hand. Het lijkt wel alsof het bij de cirususact hoorde! Totaal niks van vernomen. Ze maken zich druk om niks. Maar ze zijn ook zorgzaam, en dat vind ik wel lief.

Het blijkt dat men druk bezig is met een cadeau voor de koningin. En ik denk oh ja, verrek.................daar heb ik mij helemaal nog niet mee bezig gehouden. Gauw doen dus, want dat verdient ze. Je wordt maar een keer tachtig..................

Al gauw heb ik een paar mooie schoenen in een schoenendoos. Ik ben er apetrots op. Het blijken Ambers eerste schoentjes te zijn, maar dan haar huidige maat, dus 41. Het schijnen hele bijzondere schoenen te zijn. Ze geven je geluk en kracht. Ze zijn altijd bij je. Ze steunen je altijd en overal. Het dringt allemaal nog niet zo tot mij door. Ik had gewoon die schoenen geregeld, en daar verder niet zo over nagedacht. Wist dat dit moest gebeuren. Blijkbaar was het al een project van jaren. Oogt het nu heel makkelijk, maar zit er enorm veel werk aan vooraf. En het is ook belangrijk, dat het nu makkelijk oogt. Doet ook wel denken aan een geschenk voor de koningin, net na de oorlog. Als teken van vrede. Maar in die tijd nog Koningin Wilhelmina.

De schoenen zitten in een doos, ik houd de doos hoog, zodat iedereen het kan zien, er blijkt publiek voor mij te zijn, ik krijg applaus. De schoenen zijn omhuld met heel zacht wit bont, heel lieflijk en zacht en puur, zoals van baby's. In de zolen van de schoenen zijn spiegeltjes aangebracht. Ik denk nog bij mezelf waarom is dat nou, dat heeft toch geen zin, als je de schoenen draagt, en dan is het alleen maar glad. Maar die spiegeltjes zijn wel belangrijk. Dan blijk ik op een rommelmarkt in Amsterdam te zijn, op Koninginnedag, 1990, dat mijn vriendje en ik net uit elkaar zijn, en dat ik heel intens verdriet maar ook een enorm gevoel van vrijheid ervaar, hier, tussen deze mensen, die zo vrolijk hun spullen verkopen, de zon schijnt, het is overal druk, kleuren en geuren van een gezellige markt, wat kan mij gebeuren.............................

Ik ben in het huis van mijn vorige vriendje. Hij woont samen met zijn vriendin op de Herengracht. Zij woont helemaal boven, en hij woont op de eerste verdieping. We zijn nu op de bovenetage. Weer dat steeds terugkerende in dromen: ik ben er, terwijl ik weet dat de woning er allang niet meer is. Ik weet dat ik er niet mag komen, omdat er andere mensen wonen. En toch mag ik er ook wel komen. En het gevoel, dat het een pand is dat op de afbraaklijst staat. Is het dan nog wel veilig, om hier te zijn? Staat het niet op instorten? Met dat wankele gevoel sta ik op de bovenetage. Er staat ook nog rommel van andere bewoners, maar dat heeft ze netjes afgedekt. Het is er keurig netjes. De houten vloer leidt naar een grote stoel in de erker. Daar is een mooi, creme-kleurig kleed over gedrapeerd, heel resoluut. Alles keurig netjes en schoon. Ik loop voorzichtig naar de erker. Blijkbaar is dat ook wel spannend. Ik weet dat ik naar het verleden loop, en weet niet wat daar aan te treffen. Toch doe ik het wel. Ik kijk uit het raam. Het is een donkere lucht, ondanks dat het overdag is. Komt er onweer aan? Of is het toch gewoon gaan schemeren? Het is hier gewoon wel gezellig en veilig en knus. Ik hoef mij helemaal geen zorgen te maken. Maar het uitzicht blijkt niet de Herengracht te zijn. Er wordt gezegd dat het 'de Loosdrechtse laan' is. Ergens in Rotterdam? Ik kijk uit op een rustige, sjieke laan met een rij bomen, volop in het blad.


zondag 28 januari 2018

Plicht

Een droom over plichtsgevoel.

Het thema dat het meeste terugkeert: ik moet iets doen voor een of meerdere clienten in de thuiszorg, en ik krijg de kans niet om dit te doen, wat ik ook probeer. Het wordt mij voortdurend onmogelijk gemaakt. Het frustreert mij natuurlijk, en ik voel mij achtergesteld, begrijp maar niet dat ik steeds dwarsgezeten word, wanneer houdt het nu eens een keertje op, ik heb het gevoel dat ik tot in lengte van dagen moet zorgen voor anderen, ik wil heel graag zorgen, maar niet op deze manier, niet zo dwangmatig.

Ondertussen zijn er om mij heen allerlei feestjes gaande, en mensen zijn druk bezig met de voorbereidingen. Ik loop er tussendoor, omdat ik hier nu eenmaal ook moet zijn, en ik kom de feestende mensen overal tegen, maar ik kan en mag er niet aan meedoen, omdat ik eerst mijn werk moet afmaken, terwijl ik niet precies weet wat ik moet doen en waar ik moet zijn en wanneer het af is. Ik ben met handen en voeten gebonden, en ik word er gek van. Het houdt nooit op. Het gaat maar door en het gaat maar door.

Ik ben maar aan het ploeteren en aan het zoeken, en kom kom er geen stap verder mee, terwijl ik er zo ontzettend veel energie in stop. Het put mij uit. Als een auto zonder benzine, ga ik steeds trager lopen, wat niet kan, vind ik, want ik moet er zijn voor de mensen, zij mogen niet de dupe worden, ik kan het niet meer remmen, ik zie ook wel dat ik er zelf onder lijd, maar ik kan het niet meer stoppen.

Om mij heen de feestende mensen, en ik vind het niet eens zo erg dat ik niet mee kan doen, want ik houd helemaal niet van feesten. Maar wat ik wel echt heel erg graag zou willen, dat is rust, rust, rust. En eigenlijk kom ik helemaal niet op die wens, omdat ik voortdurend de focus heb op de omgeving: ofwel mij inzetten om erachter te komen welk werk ik nog moet doen, ofwel de feestende massa op afstand houden, omdat velen mij ook in de weg lopen en ik niet wijzer van hen word.

Gelukkig loopt het wel goed af. Ik logeer bij de feestende mensen, en ik lig in bed met een oud-klasgenote. Ik word boos op haar, omdat ze te dichtbij ligt. En probeer haar uit te leggen dat ik moet werken, dat ik mijn slaap nodig heb, dat ik niet ga feesten, wat zij wel doet. Dan zie ik in een keer pas dat zij het is, en ik excuseer mij, als ik had geweten dat zij het was, dan had ik dat niet gezegd, want zij bedoelt het juist goed. Ze kijkt mij aan van 'het is ok hoor', dus dat zit wel goed.

Nu zijn er ook andere mensen die persoonlijke aandacht voor mij hebben. Ze dragen jaren '70 feestkleding (witte broeken, blauwe shirts). Zij menen het wel serieus, het is een handje vol mensen, maar aan hun heb ik juist heel veel, zij zeggen wijze woorden. Ze begrijpen niet dat ik maar steeds met mijn werk bezig moet zijn. Ik zeg nou, ik moet een pilletje naar een cliënt brengen, en dat had eigenlijk gisteren al gemoeten, de huisarts had mij gisteren al gebeld dat dit zo snel mogelijk moest, en ik wil dat eigenlijk op tijd brengen, voordat het kerstfeest begint. Dan kan ik ook rustig deelnemen aan het kerstfeest.

De mensen kijken mij verbaasd aan, begrijpen niets van al die plichten. Het is en blijft rommelig, mensen lopen weer door elkaar, ik voel mij weer aan mijn lot overgelaten, ik weet steeds niet wat ik moet doen en hoe ik er moet komen. Dan schiet mij ineens te binnen, dat die cliënte allang bij ons uit zorg is. Dat het dus helemaal niet kan, dat ik bij haar een pilletje moet brengen. Dat ik vast aan het dromen ben. Ik voel mij (wederom) bevrijd....................

dinsdag 16 januari 2018

Onrust

Wederom een droom van onrust.

Ik ben op thuiszorgroute, maar ik word steeds onderbroken en afgeleid. Het is een droom die misschien wel het meeste terugkomt. Ik weet dat ik al een paar cliënten heb geholpen, maar mijn geheugen laat mij totaal in de steek. Ik weet echt niet wat ik vanmorgen gedaan heb, bij wie ik wel/niet ben geweest, het is één grote duisternis.

Ik ben gedwongen vastgepind in het hier en nu, omdat ik niet weet wat ik gedaan heb, maar ook niet weet wat er komen gaat. Ik moet het hebben van de mensen in mijn omgeving, en ook mijn fysieke omgeving. Ik begeef mij in een kerkje, maar ook wel in zogenaamd mijn 'nieuwe woning'. Ik heb de Herengracht achter mij moeten laten, maar ik merk dat ik het nog steeds heel erg mis, en het liefst daar had willen blijven. Ik zeg tegen mezelf dat dat geen zin heeft, omdat de Herengracht wordt afgebroken.

Ik ben bezig met het inrichten van de slaapkamer, vouw de kleding op, en doe deze in de kledingkast. Ondertussen laat ik mijn gedachten gaan over de periode op de Herengracht. Het lijkt wel, alsof ik mezelf zie in een filmfragment.

Als ik de kamer uit loop, ben ik op een zolder. De planken zijn smal, en liggen ver uit elkaar. Ik bedenk me, dat het niet handig is om hier met hoge hakken te lopen. Binnen de kortste keren blijven je hakken steken. Ik vind het ook wel een beetje griezelig. Zijn de planken wel stevig genoeg? Door de kieren kun je zo naar beneden kijken.

Dan moet ik overal tegelijk zijn, en ik kan het allemaal niet bolwerken. Ik met de collega's bij elkaar, omdat er iemand overleden is. Maar ik denk ook steeds aan mijn route. De mensen wachten! Ik zeg dat ik nu toch echt weg moet, dat ik mijn route moet afmaken. Ik ga weer naar het kantoor, en dat is blijkbaar op die zolder. Daar wil ik op zoek naar mijn Ipad, om mijn route te bekijken. Maar ik kom hier maar niet bij. Het lijkt wel alsof het in een afgesloten kamer is, en dan ook nog in een kluis. Blijkbaar is het niet de bedoeling, dat ik daar bij kom.

Het is ook wel in het ouderlijk huis van mijn jeugdvriendinnetje. Het is allemaal een groot vraagteken, wat er op de bovenverdieping te doen is. Ik loop naar boven, en daar wordt er gezongen voor de overledene. Ze zijn bezig met inoefenen. Het is een kerkkoor, en het lijkt nu dus weer een kerk. De familie van de overledene zingt het lied. Het is nu wel duidelijk, dat ik niet bij mijn route kan. De terminale zorg en de zorg voor de overledene loopt nu door elkaar. Wij worden als team ook geheel betrokken in die regelzaken. Dat maakt het voor mij helemaal onoverzichtelijk. Ik vind het ook wel een eer, dat wij hierbij betrokken zijn, maar het is teveel voor mij. 

zondag 7 januari 2018

Twee dromen

Vannacht over van alles gedroomd, dit onthouden:

Samen met mijn zusje begeef ik mij op het plafond van een cliënt in de thuiszorg, een man van mijn leeftijd. Het is een tussenstuk, dus een verlaagd plafond, en daar verblijven wij. Het lijkt wel alsof we hier heerlijk ontspannen op een strand zitten, en dromerig naar de zee kijken.

Dan is het de bedoeling, dat we ons door het plafond langzaam naar beneden laten zakken. Dat gaat prima, en we kunnen niet vallen. De rest van de familie staat ons op te wachten. Mijn zusje zaagt een cirkel in het plafond. Ik raak geirriteerd, omdat het totaal niet met mij overlegd is. Ik kom ook heus wel naar beneden, maar nu nog lang niet. Ik wil het in mijn eigen tempo doen, en niet omdat de familie mij dat oplegt. Ze kunnen dat er niet zomaar door drammen. Mijn zusje vindt dat eigenlijk ook, maar zij gaat toch al wel naar beneden. Ik trek mij niks van de anderen aan, en blijf gewoon eerst lekker in mijn plafond, wat de anderen ook denken.

Droom van gisteren nacht (en overdag zag ik de beelden erbij, op tv):

Ik woon in een hoog huis, met heel veel kamers, en het is bijna niet ingericht. Er staat een heel groot hek omheen. Daar kun je onmogelijk overheen klimmen. Er is een geit en een wolf bij mij. De wolf is lief en rustig, en totaal niet gevaarlijk. Hij zorgt juist voor mij. De geit klimt achter elkaar over het hek heen, hij draait zijn hand er niet voor om. De wolf krijgt dit niet voor elkaar, en loopt wat zenuwachtig heen en weer. Het is een tamme wolf. Misschien is hij ook wel ziek. Ik had dit niet verwacht. Ik had verwacht dat de wolf er zo overheen zou klimmen. Even later komt de geit weer terug, via een stuk van het hek, dat open is gezet. Het is een hek met verduisteringszeil, wat ook wel bij concerten gebruikt wordt.

Ik ben met Amber uit logeren op een soort landelijke boerderij uit de Middeleeuwen. Het is meer dat het nagespeeld wordt, en dat we niet echt in de Middeleeuwen zijn. Het lijkt sterk op de sfeer van Buitenkunst. En Middeleeuws Ter Apel. Er worden vuurtjes gestookt, er danst een blond meisje in een bruine jurk, wij kennen haar uit het dorp. Ze ziet er heel vrolijk en actief uit, kijkt steeds lachend naar ons.

Er zijn allerlei hoekjes en kleine 'afdelingen', waar je dan een kijkje kunt nemen. Er zijn overal mensen, maar allemaal in Middeleeuws kostuum. Net zoals in Ter Apel, maar hier dan heel duidelijk in boerderij-sfeer, beetje ook wel zoals Villa Felderhof. Ik ga bij een kraam informeren of wij hier ook kunnen overnachten. Ja, dat kan wel. Van harte welkom. Het is 29,50 euro per nacht.