zondag 5 november 2023

Button

 Ik kreeg een button, met de vraag om deze bij me te dragen. Als ik dan aan het werk was met de button bij me, dan kon er van een afstand gescand worden wanneer mijn specifieke talenten botsten met volwassenen die dat niet opmerkten en juist resoneerden met de kinderen, die dat juist overduidelijk wel zagen. Het was een beetje bedoeld om een blauwdruk te geven van mijn leven, of zoiets als de lakmoesproef. Doel was, dat ik zo zou ontdekken welke situaties mij energie ontnemen en hoe ik deze situaties kan omvormen, opdat het juist energiegevers worden. In de droom was er ook al sprake van een nieuwe werkgever in de kinderopvang, die wel interesse had in deze button, en die - net zoals de kinderen - mijn talenten juist opmerkte. 

vrijdag 27 oktober 2023

Verschillende droomfragmenten

Het was allemaal heel onrustig. Tegen middernacht moest ik Hugo van het station halen of naar het station brengen. Ik kwam wel aan bij het station, maar ik kon Hugo niet vinden. Dat gaf mij onrust. Ik voelde mij er zenuwachtig bij. Het was ook nogal grimmig en donker. Maar het kon ook wel zijn dat ik het erger maakte dan het was. Ik liep door de duinen in het donker. In één keer was daar midden in de duinen een begraafplaats. Ik bleek hier nu met Hessel te zijn. We zagen er kindergraven, zoals in het programma 'Ik mis je'. De graven zagen er heel mooi uit. Ik zag de graven nu meer als kunstwerkjes, naast het verdriet rondom de graven, dat wij ons niet konden inleven. De graven waren aangelegd op een soort vergrote postzegelvorm, midden in de duinen. Op de hoek links onder stonden een vader en een moeder en twee kinderen. De kinderen speelden rondom het graf en de ouders stonden er verdrietig bij. De moeder omhelsde mij, en was heel blij om mij te zien. Het bleek één van de moeders in de opvang te zijn. Maar ik herkende haar niet. Ik was blijkbaar wel echt een vertrouwenspersoon voor haar. 

In mijn hoofd stonden een heleboel rechthoeken gerangschikt in rechte rijen. Het bleek 'een oplossing te zijn voor het parkeerprobleem in Nederland'. 

Een vrouw viel van de fiets en maakte door de val een dubbele salto. Het bleek op de plek te zijn waar volgens insinuaties de schutter zou hebben gestaan (in de bosjes) die president Kennedy in 1962 doorschoot. De vrouw kwam in één keer tevoorschijn uit de bosjes, met dus die dubbele salto. Het was mij een raadsel hoe het haar gelukt was, die dubbele salto. Een auto over de kop, dat kon ik wel verklaren. Maar niet een mens over de kop. De vrouw was rond de 80, maar ze herstelde zich meteen alweer. Ik handelde samen met mijn collega zeer accuraat. Mijn collega sprak haar aan en ik controleerde de functie van haar pupillen. Maar alles was helemaal in orde. De vrouw vond de aandacht van ons prettig. Er was een sterke vrouwelijke kracht onder ons - drie vrouwen. De vrouw was klein van postuur, droeg degelijke kleding (broek, spencer,blouse gemakkelijke damesschoenen in donkerblauw). Ze had kort krullend haar, en mogelijk was dat een permanentje. 


zondag 22 oktober 2023

Vergadering

 In de droom was er een vergadering van artsen in een ziekenhuis. Of misschien waren het chirurgen. Ik werkte niet in het ziekenhuis, maar coachte op afstand een hele goede verpleegkundige. Zij stond voor hele belangrijke beslissingen omtrent het welzijn van de patiënten. Ze deed het meeste werk wat de artsen bedachten. Zij hadden het druk met vergaderen en interessant doen. Ze wilde hen zo min mogelijk storen. Dat gaf haar onrust en leidde haar alleen maar af van haar werk. Maar nu moest ze hen echt even storen, omdat ze een akkoord nodig had omtrent de zorg voor een bepaalde patiënt. Patiënt en familie keken haar zwaar gespannen en verwachtingsvol aan. Het moest NU gebeuren, en het mocht niet langer uitgesteld worden. 

Bescheiden opende zij voorzichtig de deur van de vergaderzaal. Dat was in de gespreksruimte boven de dokterspraktijk in Oosterhesselen. Met zachte stem stelde ze haar vraag. Ze werd afgesnauwd en uitgelachen door de vergaderende artsen. Na veel vijven en zessen kreeg ze haar antwoord en kon ze verder. 

Ik voelde mij fysiek naar worden van de manier waarop zij gekwetst werd en wat dit met haar deed. Ze krimpte helemaal in elkaar, maar haalde de schouders op en ging gewoon door met haar werk. Ze was mager van postuur en het leek alsof ze alleen nog maar magerder werd. Ze slikte alles en het leek wel alsof ze een vermageringsmiddel slikte! Haar gezicht betrok in vele rimpels. Ik dacht even na en toen liep ik met ferme pas terug naar de vergaderzaal. Opende met stevige hand de deur. Zorgde dat eerst alle aandacht op mij gericht was en plande een stilte in. Toen zei ik: 

"Datgene wat u zojuist zei tegen haar...zou u dat nu misschien op vriendelijke toon willen zeggen?"

Uiterlijk gedroeg ik mij onbewogen, maar innerlijk kookte ik van woede. 

vrijdag 20 oktober 2023

Vriendin

In de droom kwam de vrouw van mijn vriend bij mij langs in het ouderlijk huis. Ik was blij om haar weer te zien en om weer in het ouderlijk huis te zijn. In werkelijkheid ken ik haar helemaal niet. In de droom was zij mijn vriendin van vroeger. Ik heb die droom al vaak gehad. Iets in die strekking. 

Ik stond in de gang, de in de droom nog een granieten vloer had. Ze was met de trein gekomen, en mijn moeder had haar binnen gelaten. Ze liep over van ontroering, omdat ze mij weer zag. Ik werd er verlegen van. Ik wilde haar van alles laten zien. Ik vertelde er steeds flarden van verhalen van mijn leven bij. Ze luisterde aandachtig, wilde alles in zich opnemen. 

Toen stonden we in mijn kamer van vroeger, zonder dat we de trap op gelopen waren. We omhelsden elkaar steeds, omdat we zo blij waren dat we elkaar weer zagen. Zij wilde mij ook van alles vertellen. We hadden elkaar te lang niet meer gezien. Ze zei 'dat ze bij Nathalie ging logeren'. Ik zei nee joh, je mag natuurlijk bij mij logeren! Ik wilde haar ook mijn boek laten zien, maar dat deed ik toch maar niet. 

Toen stond ze onderaan de zoldertrap. Ik liep alvast naar boven en zij liep achter mij aan. Ze droeg mijn blauwe jasje van vroeger, met cappucion. Ze zei dat ze zwanger was. Ik wist niet zo goed hoe ik moest reageren, want het maakte mij bezorgd. En we waren toch al veel ouder? 

Op de zolder keken we onze ogen uit. Het was omgebouwd tot muziekstudio van Hugo, en het was veel groter dan de zolder van het ouderlijk huis. Er was een ronde bouwstijl, zoals op de Volkshogeschool: in een zeshoek. Het was prachtig!

Op de grond en op de wanden dikke tapijten, in hippie-kleuren. Er stond een groot drumstel en een prachtige installatie om digitale muziek te maken. In de wanden waren eindeloos veel laatjes in verschillende kleuren en vormen. Alles was strak en modern en uiterst schoon, keurig, ordentelijk. Maar wel met een heel leven achter zich en zeer zorgvuldig gedocumenteerd. Ik werd hier heel blij van. Het was avond en de zolder had grote ramen. We hadden een mooi uitzicht over Den Haag stad. We zagen de maan en de sterren.  

woensdag 18 oktober 2023

Scheveningen

In de droom was ik met de kinderen van de opvang in Scheveningen. De NSO-ruimte was zo groot als het hele dorp Scheveningen. We hadden alle ruimte om allerlei leuke activiteiten te ondernemen. De kinderen konden van alle kanten geholpen worden. Er waren genoeg leidsters. Het was donker en ik keek naar een landkaart van Scheveningen. Of ik keek ernaar als een drone in de lucht. Hier en daar lichtte er een stukje van de landkaart op, of het was een knipperlicht, zoals van een vuurtoren. Als plekken oplichtten, betekende dat dat er niet voldoende doorgang in de activiteit was. Het ging erom dat er ook kwalitatief goede activiteiten werden aangeboden, en dat er niet 'zomaar wat werd gedaan, als tijdsverdrijf'. Ik had de taak om de losse eindjes aan elkaar te smeden, en dat ging mij heel goed af. Ik was er geknipt voor!Ook liet ik de kinderen een oude landkaart van Scheveningen zien. Het bleek dat zij Scheveningen als hun broekzak kenden, ook uit de tijd van de landkaart. Dat was eind 19e eeuw geweest. Ik vond dat wel heel bijzonder. Ik snoof de zeelucht op en was helemaal ingeburgerd in het Scheveningse leven. 

zondag 15 oktober 2023

Schoolwerk

 In de droom wist ik dat ik droomde, maar toch zat ik helemaal vast in de gebeurtenissen van de droom. Ik liep of fietste door het centrum van Rotterdam, met kinderen in een kruiwagen of bakfiets. Ik moest door het drukke verkeer en niemand hield rekening met mij. Ik snapte niet dat ik hier midden in de nacht met de kinderen moest zijn, en ik beschermde hen met mijn leven. Automobilisten ergerden zich aan mijn grote bakwagen, die in de weg stond. Terwijl ik gewoon mijn werk deed en de kinderen op tijd op de opvang moest brengen. 

Ik was in een grote sporthal in Beilen, samen met een heleboel mensen van het onderwijs en de opvang. Ieder was met zijn of haar eigen ding bezig, en niemand hielp de ander. Ik had daar last van. Ik begreep niet waarom ik hier rondliep terwijl het nacht was, ik in mijn bed moest liggen en de volgende dag moest werken. Het was op het plein achter mijn eigen lagere school, naast de Rabobank, die net nieuw gebouwd was. Ik wist dat ik aan het dromen was, maar dan moest ik wel kunnen slapen! 

Eenmaal thuis in het ouderlijk huis kwam ik erachter dat ik mijn fiets vergeten was. Later stond de fiets in de serre, met een boodschappenkrat voorop de fiets. Het was de vroegere donkerrode fiets van mijn moeder. 

Ik probeerde te slapen en nog wat rust te pakken. Maar toen was ik weer in de sporthal en moesten wij allemaal, inclusief de kinderen, opdrachten van stencils invullen. We mochten elkaar niet helpen. Een kind kwam mij helpen. Zelf kon ik niet goed nadenken door de drukte en omdat ik moest slapen. Ik vroeg het mij af wie het in zijn hoofd haalde om dit 's nachts te doen. Later kreeg ik ernstig op mijn kop van de leerkracht, dat het kind mij geholpen had. Nu golden zijn opgaven niet meer. De leerkracht zei dat ze zijn papier door midden had gescheurd. Ik vond dat erg min en flauw. Ik kreeg niet eens de kans om het uit te leggen. Ze luisterde helemaal niet naar mij. 

vrijdag 13 oktober 2023

Zee

In de droom was ik aan zee, op Kijkduin. Ik zag mensen lopen, een stukje rustige zee en een stukje wilde golvende zee. Het was als een schilderij met allemaal kleine schilderijtjes erin gemonteerd. De schilderijtjes zaten er ook wel een beetje schots en scheef in. 

Het was fijn om de zee zo dichtbij te hebben: de zee was mijn vriend. Ik leefde mijn leven synchroon aan de zee, en als ik het even niet meer wist, dan keek ik naar de zee en snoof ik de zeelucht in mij op, of keek ik naar de mooie luchten. 

In de duinen speelde mijn dagelijks leven zich af. Dat was - net zoals bij ieder ander - met pieken en dalen. Net zoals de glooiing van het duinlandschap. De dalen waren eigenlijk geen dalen meer, zoals dat vroeger wel het geval geweest was, toen ik het leven nog een stuk minder goed begreep. 

De dalen waren misschien wel wat complex, met heel veel mensen die van alles van mij wilden, maar het waren vooral momenten van groei, omdat er op die momenten heel veel gebeurde. 

Ik had een soort overzichtsview over het hele duinlandschap, grenzend aan de zee, die soms rustig en soms wild was. Eigenlijk was dit best wel een hele mooie blauwdruk van mijn levensloop. Ik zag nu nog duidelijker dat de dalen helemaal geen dieptepunten waren, maar dat het juist ijkpunten waren, sleutelmomenten naar nieuwe ontwikkelingen in mijn leven, en dus groei. 

In het laatste dal of de duinpan was er wat rolverwarring: mensen liepen door elkaar en wisten niet waar ze naartoe moesten. Alleen ik had het overzicht. Ik tekende met balpen lijnen in geel, rood en blauw. De mensen in verschillende netwerken in mijn leven konden die lijnen volgen. Nu liepen zij teveel door elkaar, en wisten ze niet waar ze moesten zijn. Familie, sportschool, kinderopvang...als ze allen hun eigen lijn zouden volgen, dan kwam het goed. 

donderdag 5 oktober 2023

Kunstwerk

 Er was een kunstwerk dat gemaakt was in een brede buis of goot. Het was zichtbaar in een dwarsdoorsnede van die goot. Ik was zowel bezig met dit kunstwerk, als dat ik het aan het bekijken was in een museum. Dus het was zowel mijn eigen kunstwerk en dus heel vertrouwd, als dat het een kunstwerk was dat ik helemaal niet kende, door iemand anders gemaakt,en waarvan ik sterk onder de indruk was. Het was voor de verschillende onderdelen van het kunstwerk lastig dat ze niet buiten de kaders van de wanden konden treden. Er was namelijk wel steeds de behoefte om buiten die kaders te treden. Maar precies dat maakte het kunstwerk interessant (die spanning van eruit willen breken). Het was opvallend dat het kunstwerk geheel in een lelijke kleur kanariegeel gemaakt was. Rolletjes geel garen lagen naast elkaar, met hier een daar een doorzichtig bruin knoopje. Het kunstwerk was nog in ontwikkeling. De uitbreiding zat hem in de lengte, en dus niet in de breedte. De ruime blik moest je echt van de lengte hebben, en daar was ook geen einde aan. Het werd als een soort eindeloze gele tuinslang, met steeds een andere inhoud; andere kleuren zouden er ook zeker nog komen. De slang kon door het hele land uitgezet en ingezet worden; je kon het zo gek nog niet noemen, of het kon mogelijk gemaakt worden. 

Cadeaubon

 Ik had bericht gekregen van een bakkerszaak, dat ik een cadeaubon met een leuk bedrag had gewonnen. Het was Bakker Bart, en deze was gelegen ergens langs de snelweg of een verlaten weg. Of anders in een klein dorp. Ik was met het gezin van komaf ergens op doorreis, in een caravaan van auto's. Ik stelde voor te stoppen bij de bakker, ook al reed de auto voor ons rustig door. Dit leek mij wel het goede moment om mijn prijs op te halen. Mijn moeder wilde uit de auto stappen, en dat lukte niet. Ze was in de droom een jaar of 40. Een oudere deftige dame van een jaar of 60 legde uit dat ze daar wel een truc voor had. Ze haalde het deurtje uit het dashboardkastje, en ze stapte daar zo overheen. Achter het deurtje kon ze ook gewoon haar benen neerzetten. We moesten er wel om lachen, en de dame zelf ook. Toen ik mijn prijs in ontvangst ging nemen, trof ik hele vriendelijke dames aan in in de bakkerij. De bakkerij was een soort 'geheim deel van een huis', waar anderen geen weet van hadden. Er hingen friswitte gordijnen, zoals onze gordijnen. Er was een fijne, lichtvoetige sfeer. Het voelde ook wel een beetje 'zoals de hemel'. Ook voelde het zoals mijn ervaringen als kind in de voorkamer (speelkamer) van het ouderlijk huis. Het was een 'exclusieve' plaats in het huis: extra voornaam, en tegelijkertijd moest deze plaats verborgen gehouden worden. Uit een inbouwkast, waar ook weer een wit gordijn in hing, kreeg ik mijn prijs. Het leek ook wel op een filiaal van een benzinepomp, met een kassa. Ik kreeg een rond ijzeren kaarsenhoudertje met een waxinelichtje erin. Het was weer die zwarte ronde vorm met zijpoten. Het was netjes ingepakt met folie en een pitriet strikje eromheen. Maar....er was geen cadeaubon! Ik zag in de ruimte bloemstukken in folie klaarstaan. Die waren wel voorzien van een cadeaubon. Dat was een wit kaartje met rode letters. Het was een cadeaubon die te besteden was bij plaatselijke winkeliers. Ik was teleurgesteld als een kind dat ik geen cadeaubon kreeg, terwijl deze wel beloofd was. Er was een groot stuk land met vierkanten vorm, waar spruiten op geteeld werden. Ik keek naar de overkant, en zag daar o.a. een jonge vrouw met een rood gekleurde haarlok. Zij had een week gelogeerd in een vakantieboerderij op Terschelling. Ze maakte zich met haar familie klaar om naar de boot te rijden. Nu begreep ik pas dat we met zijn allen naar de boot reden. Toen ik de vrouw van dichtbij zag, was haar haar gladgestreken met gel en gaf de rode lok een soort goud licht. Het was een sympathieke, lieve vrouw met bijzondere gaven. Het was opvallend dat ze geen contact maakte en niets zei. Ze was erg verlegen. We reden naar de boot en het viel mij op dat Terschelling niet zoveel indruk op mij maakte als vroeger. 

 .

zondag 1 oktober 2023

Studenten

In de droom was er vergadering op mijn werk. Hele hordes mensen liepen er doelloos rond. Er was geen kern, geen eenheid, geen gemeenschappelijk doel. Het was ieder voor zich. Er was veel onrust. Dat was niet nodig, maar dat was zo gegroeid. Het was ook niet terug te draaien. Ik voelde mij niet op mijn gemak, en was opgelucht dat ik niet bij het team hoorde. Ik zag wel een taak om hier en daar wat verbinding te leggen, en ik wist ook wel dat dit mij zou lukken. 

Er was een aantal stagiaires: zowel in de kinderopvang als in het onderwijs. Voor hun was heel veel niet duidelijk. Ik vond dat zij niet de begeleiding kregen die zij nodig hadden en verdienden. Aan de ene kant waren ze nog in opleiding, aan de andere kant waren we ook verder in de tijd, studeerden zij af, en was er niets voor hun geregeld. Ik moest dan maar zien te regelen dat zij bloemen kregen, dat er op tijd iemand was bij de diplomering, terwijl dit helemaal mijn taak niet was. En toch deed ik het wel. Want ik had er plezier in. 

Ik was steeds bezig met deadlines,en elke keer werd ik doorkruisd, omdat er mensen doorheen liepen die vooral heel erg met zichzelf bezig waren en letterlijk de studenten in hun omgeving niet zagen staan, dus laat staan hun talenten. 

Ik was er verbaasd over dat de studenten er niets van zeiden of er niets mee deden, en gewoon vriendelijk bleven. Waarschijnlijk dachten ze nou, ik ben toch bijna afgestudeerd, dan ga ik mooi ergens anders naartoe. 

Er was een cirkel met met zes 'uitwegen', die in exact gelijke afstand van elkaar haaks op de cirkel stonden, en elk hun eigen weg gingen. Het was voor mij moeilijk kiezen, want ik mocht maar zes studenten selecteren die mochten afstuderen. Hiermee liet ik de anderen in de chaos achter, terwijl zij ook een diploma verdienden. Maar ik moest een keuze maken, want er mochten er maar maximaal zes mee. Het was helemaal niet mijn taak, maar die van de directeur. Maar ik nam het dus op mij. Het lijntje was dun. Wel niet wel niet....wie wel, wie niet. 

De cirkel met de uitwegen was in dikke banen getekend, in inktblauw. Dat was wel een beetje mijn uitgangspunt, mijn baken. Ik moest mij daaraan vasthouden, in de chaos. Het hielp mij bij het maken van een zo authentiek mogelijk verhaal over de studenten. Dat was wel heel lastig, want ik kende hun eigenlijk helemaal niet zo goed, omdat ik hier niet zoveel gewerkt had. 

Door deze gang van zaken werd mij meer duidelijk wat het individualisme in deze maatschappij betekent: hoe het ontstaan is, wat de gevolgen zijn. Mensen zijn niet zozeer gedreven door materialisme, maar meer door de angst om alleen achtergelaten te worden. Als reactie daarop blijven ze op hun eiland, uit angst door anderen aangevallen te worden. Onder het mom van: als ik niks zeg of doe, dan loop ik ook geen risico. Als gekortwiekte vogels. 

Ik zag dat ik er zelf niet aan meedeed. Ik keek naar het algemene belang van de groep, en zag dat mijn belang er ook beter van werd, als ik mij inzette voor het algemene belang. Ik had wel in de gaten dat de anderen er niet zo in stonden. Ik was daar niet boos om, omdat het mij juist inzicht gaf in waarom iedereen zo afstandelijk deed. 

"Er is geen wij meer."

Toen dat inzicht doordrong, was er voor mij ook geen angst meer dat ik te kwetsbaar zou zijn als pionier in het open veld, en dat ik hier nadeel van zou ondervinden. 

Ik was van plan geweest bijna weg te gaan met een stagiaire, omdat ik er toch niet bij hoorde en weggaan zou dan wel zo veilig zijn. Maar in plaats daarvan bleef ik nu juist, werd mij van alle kanten van alles aangeboden, zoals lekkere tomatensoep en een heel groot bord (zo groot als een theeblad, rond) met gebakken kip. 


donderdag 28 september 2023

Droomfragmenten

De laatste tijd meer spectaculaire dromen, met achtervolgingen etc. Dat ben ik niet zo gewend, van mijn dromen. De droom van vannacht weet ik niet meer. Wel herinner ik mij een woord, dat lijkt op 'Santa Fe'. Het was een ander woord, maar het leek op dit woord. 

Ik heb het opgezocht: het is een plaats in Mexico, en het betekent  'Heilig Geloof'. 

Gisterennacht droomde ik over een wilde evauatie, omdat er een doorzoeking zou komen door zeer agressieve mannen in het leger. Het was van groot belang om zo snel mogelijk weg te komen. We logeerden in de achtertuin van ons eigen huis, en ons eigen huis was een landhuis, ergens in het midden van het land, in een prachtige natuur (bos). De tuin was gelegen in een kuil, en leek op een klein festivalterrein. We lagen nog lekker te slapen op onze luchtbedden en in onze slaapzakken. Het was nog schemerig, toen er alarm geslagen werd (of er was letterlijk een luchtalarm). Ik maande Hessel zo snel mogelijk weg te gaan. De kinderen waren al in veiligheid. Ik haalde Hessel met de vrachtwagen op. De vrachtwagen was vies en stoffig. Hessel moest bij één van de tegenstanders een legerzakmes uit zijn broekzak (voorkant) zien te bemachtigen. Dat was een ingewikkelde klus, maar het leek erop dat dit wel zou lukken. Ik was niet echt bang, omdat ik ook wel het gevoel had dat we gewoon in een hele spannende film zaten.   

zaterdag 23 september 2023

Panfluit

Midden in het atrium van de Groene Borg stond een levensgrote panfluit uitgestald, op een groot metalen standaard. De buizen van de panfluit waren ieder apart wel bijna zo groot als een kind van 3. De panfluit zat heel stevig in elkaar, maar was tevens 'losjes' samengesteld. Het had de vorm van een panfluit, met lange en korte buizen, en gaf hetzelfde geluid. Het was heel zuiver geluid. Er konden ook buizen tussenuit gehaald worden. Het geluid was luid, helder, zuiver, en klonk als een hoornblazer tot ver door over de heidevelden rondom Westerbork. Als bescherming was de panfluit omgeven door dunne draadjes wol of katoen, in rood en groen. Je kon eerst schrikken van het harde geluid, maar al gauw liet je je meevoeren. 

Er was een vriendin die mijn steun nodig had. We waren ergens op een berg, en we hadden een heel stuk gelopen. Ik moest nog even wat spulletjes wegleggen, mij verkleden van de lange wandeling, en toen kwam ik naar haar toe. Maar toen bleek dat er een andere vriendin al langer aan het wachten was om met mij te praten. Ze keek er verdrietig bij, dat ik niet meer aan haar had gedacht. Ik begreep niet hoe ik dat had kunnen vergeten. Mijn enige verklaring was, dat ik dit blijkbaar aan het dromen was. 

donderdag 21 september 2023

Trap

 Samen met mijn jeugdvriendin (van toen ik een jaar of 16 was) fietste ik over de rondweg in Emmen, en namen we in een grote bocht de afslag vanaf de rotonde naar de rondweg. Mijn vriendin bleef op de rondweg en dat verliep vlekkeloos, maar ik kwam onder het viaduct terecht en tot mijn schrik lag er allemaal modder. Ik wist bijna wel zeker dat ik hier zou uitglijden en stranden, maar toch gebeurde dat niet.In een volgend fragment zat ik in een tram of in een rondvaartboot of schuit.Ik zat helemaal vooraan, op de kop van de tram of trein en ook een beetje buiten, dus ik ging binnen het trapje af, om beneden te gaan zitten. Maar daar zat ik ook wel afgezonderd van de anderen, en het was er stoffig en donker. Toen zat ik in een keer vooraan in de boot. Ik had er een mooi uitzicht, en zat hier eigenlijk qua locatie op een van de beste plekken. Ik kon er ook wel een tijdje van genieten. Maar toen ontdekte ik wel dat ik helemaal ingekaderd zat. Ik had nauwelijks tot geen bewegingsruimte. En daar kan ik absoluut niet tegen. Ik moest mezelf beheersen om niet in paniek te raken. Ik zei tegen mezelf dat ik hier ook gewoon weer weg kon gaan, dat de ruimte niet afgesloten was. Anderzijds was het uitzicht dus weer heel mooi, en was dat een reden om niet weg te gaan. Het bleek dat we met de schuit door het water van het Oosteinde in Wateringen voeren, dus in de tijd dat daar nog water lag. Ik zag mijn moeder als jongere vrouw, trots staande op een schuit, die langzaam voor ons uit vaarde. Op de achtergrond een zee van prachtige roze bloesems. Het was een heel mooi beeld, en eigenlijk wilde ik er een foto van maken. Ik zat nu weer in de trein, maar ook op het water van het Oosteinde. Boven mij was een brandtrap. Ik had mijn benen hoog tegen de brandtrap, om deze wat rust te geven. Op de één of andere manier stak mijn schoen boven de gaten van de brandtrap uit. Het was een wenteltrap. Het was misschien ook wel gewoon een trap op een boot. Er liep een vrouw naar boven die een regenjas droeg. Ze zag een stukje van mijn schoen, en ze struikelde er bijna over. Ik excuseerde mij en zei dat ik in het vervolg mijn schoen niet meer zo zou houden. Maar dat vond ze totaal niet erg. Ze was met haar gezicht bovenop de trap gaan zitten, om te kijken waar die schoen vandaan kwam. Zodoende kwam ze in gesprek met mij. Het was een vriendelijke slanke vrouw, met geblondeerd haar 'als stro´, bij elkaar gehouden met klemmetjes. Ze zei dat ze mij al heel lang niet gezien had. Dat ze het leuk vond om mij weer te zien. Maar ik kende haar helemaal niet. Ze dacht dat ik Sonja was. Ik zei dat ik in het huis gewoond had waar we voorbij reden. Want we reden voorbij mijn ouderlijk huis. En dat mijn broer Hugo heet. Maar dat kwam haar allemaal niet bekend voor. Het was wel een prettig gesprek, want de vrouw was heel vriendelijk. 

maandag 11 september 2023

Patat

De kinderopvang was in het ouderlijk huis. Ik werkte er met twee collega's. Maar ik voelde mij niet goed. Ik moest wat eten. Eigenlijk moest ik mij ziek melden, maar dat wou ik niet. Eén van de collega's zei dat ik mij ook niet ziek kon melden, omdat ze dan te weinig leidsters op de groep hadden. Ik zei dat ik daarom maar wat eten ging halen, en zo terug zou komen. Want ik moest echt wat eten. Ik liep zonder schoenen en op witte sokken naar de IFA supermarkt (die was er nog in de droom). Ik kocht twee bakjes patat met mayo (in de supermarkt dus!) en stopte deze onderin mijn tas. Dat was de zwarte boodschappentas. Ook kocht ik een heleboel ijsjes voor de kinderen. Deze waren omhuld door plastic en stelden cijfers voor. Ook was er speelgoed, waar de ijsjes dan in zaten. Ik vroeg mij af hoe we hier het ijs uit konden halen. Zo liep ik over de Heulweg, met de tas vol patat en ijs, af en toe een patatje etend. Iemand zei dat het toch onhandig was op deze manier. Ja, dat vond ik eigenlijk ook wel. Toen ik terugkwam bij mijn collega's, bleek dat ze daar dezelfde ijsjes in de vriezer hadden. Ze waren dus niet blij verrast. Ik dacht nou, ik kan het ook nooit goed doen. Beetje meer aandacht was wel fijn geweest. 

Strand

Ik was met Hessel afwisselend op verschillende stranden. Eén van de stranden had tijdelijk verboden toegang. De reden hiervan werd niet duidelijk. Ik zag een vrouw die in elkaar gezakt was. Daardoor moesten ze de boel afzetten. De vrouw zag er bezweet uit en ze had dorst. Maar het hielp niet om haar te drinken te geven. Er was veel meer aan de hand. ze zag eruit als de huilende Maria Magdalena en Maria, aan het graf van Jezus. Ze bleef maar huilen. Er kwam geen einde aan. Er stonden hulptroepen om haar heen, maar ze was niet te troosten. Ze had hele specifieke hulp nodig, die niet beschikbaar was. Ze bleef zich eenzaam voelen, en in een isolement. Ik kwam eraan snellen om haar te helpen. Ik was het wellicht zelf. 

Boer

Ik was met collega's in een zaaltje, zoals de Kastanjehof. Wellicht hadden we zojuist onze diploma's ontvangen, voor een opleiding. Iedereen kreeg bloemen en een persoonlijke brief van de directeur, behalve ik. Ik dacht nou, bekijk het maar, en ik verliet de zaal. Ik kwam in een soort filmdecor op de Dorpsstraat in Gees. Ik wist dat er gefilmd werd. Nu was ik een kind, en speelde ik in een hooibaal. Andere kinderen speelden op het dak van een boerderij. De boer kwam boos aangelopen, met een hooivork in zijn handen. Maar hij kwam niet echt overtuigd boos over, want daar was hij veel te lief voor. Hij nam mij mee op een steiger boven de huizen en de boerderijen. Dat stelde mij in staat om alles meer te overzien.Ik kon zoals een drone neerkijken op het weiland, en zag een sloot met een schuit erin. Dat was de schuit uit mijn jeugd. We moesten wel een beetje voorzichtig lopen op de steiger, maar al gauw had ik in de gaten hoe het moest. De man liep in snel tempo voor mij uit, om mij van alles te laten zien. Toen ontdekte ik dat hij helemaal niet liep, maar in een scootmobiel reed. Deze kon hij heel behendig bedienen. Ik zei dat ik het mij nu herinnerde dat ik hem nog verzorgd had in de thuiszorg. Hij kon zich dat niet meer herinneren en praatte aan een stuk enthousiast verder. Toen dacht ik huh...deze man is toch al overleden? Hoe kon het dan dat hij hier nu zo levendig voor mij stond? Ik maakte de conclusie dat hij mij wellicht een rondleiding in de hemel gaf, waarin ik alles goed kon overzien. Het was allemaal heel gewoon en ik voelde mij hier erg prettig en op mijn gemak.  

zondag 27 augustus 2023

Pruik

31 juli 2022

Ik stond op het punt om te vertrekken naar mijn werk: ik moest er om half 10 in de ochtend zijn. Maar toen werd ik in een keer opgehaald door de buurvrouw en vrienden van haar. Ik werd tegen mijn wil de auto in gesleurd. We reden naar het appartement van mijn zus. Er werd veel te hard gereden. Met piepende banden scheurden we door de bochten. Op de parterre van de flat was een soort werkplaats met betonnen vloer. Meer een soort open ruimte onder de flat. De anderen gooiden mij de auto uit en reden weer met piepende banden weg. Ik moest hun ingewikkelde klus oplossen. Ik belde bij de conciërge op de parterre aan. Ik kwam een grote pruik van blonde haren brengen. Het was een kostbare pruik: de buurvrouw had er maandenlang aan gewerkt. Het was haar levenswerk geweest. Het voelde zwaar aan. Ik moest het geven aan haar vriend, die voor mentale klachten was opgenomen op de parterre van de flat. In de droom leek de vriend op Paul de Leeuw. Ik vond het heel apart, want ik had die ochtend de vriend van de buurvrouw nog bij hun huis gezien en gegroet, maar dan een jaar ouder. Ik moest de pruik aan de vriend geven, en ik moest erover liegen: ik mocht onder geen beding zeggen dat de buurvrouw erachter zat, en dat ze mij hier met zijn allen afgezet hadden. Het was uitermate belangrijk dat hij de pruik zou aannemen. Dus gooide ik tegen wil en dank mijn charmes in de strijd. Hij nam het verbaasd aan: missie geslaagd! Toen ik weer vertrok, stonden een paar dorpsgenoten tegen een auto geleund, sigaretje in hun hand. Eén van hen riep dat ik in mijn werk als B-verpleegkundige 'te direct' zou zijn geweest voor de patiënt. Ik was te dichtbij gaan staan en had te streng opgetreden. Maar voor de rest vond ze mij heel lief. Ik trok mij er niets van aan. Want het is iets van bijna 25 jaar geleden, en de betreffende patiënt was erg in de war en agressief. Dus ik moest wel streng optreden. Vooral ook voor haar en mijn veiligheid. Inmiddels was ik weer thuis. Ik was opgelucht dat het pruikenverhaal achter de rug was. Had ik het moeten weigeren? Nee, want dan had de buurvrouw het uit frustratie in stukken geknipt. Dan was de schade niet te overzien geweest. Tot mijn verbazing kon ik gewoon op mijn gemak naar mijn werk rijden. Het was nog steeds op hetzelfde tijdstip als voor het pruikenverhaal.  

Beer

 29 juli 2022

Ik kwam heel hard het parkeerterrein van de kringloopwinkel in Coevorden op rijden. Scheurde heel hard in zijn achteruit. Een dorpsgenote zei dat er hoge nood was in zorg in kinderopvang. Dus dat ik voor beiden gevraagd zou worden. Ik ontmoette een oud-huisgenoot in de gymzaal van het LMC. Hij was nog niets veranderd. Zijn haar was geblondeerd. We gingen op een dikke mat in de hoek zitten kletsen, met een doorzichtig gordijn langs ons heen. Het was heel gezellig. In een andere hoek zaten mijn collega's met de kinderen te eten. Eigenlijk moest ik daar naartoe, maar ik had al hard genoeg gewerkt, en mocht wel even pauze houden. Maar de kinderen hadden mij al gezien, en kwamen via mijn gehaakte rode draad naar mij toe. Ik zei lachend tegen mijn huisgenoot: "Als Mozes niet naar de berg komt, dan komt de berg wel naar Mozes." Toen zaten we buiten, voor de huizen in Utrecht langs het spoor. Er liep een groep mensen langs. Ze moesten post afgeven. Eén van hun zei: "Oh, we moeten het daar afgeven. Want daar is een jongetje geboren." Blijkbaar zaten we voor onze eigen woning, en was Hugo net geboren. Er hingen allemaal blauwe slingers. "Hoera, een jongen!" En een grote ballon in de vorm van een beer. Daar werd ik heel blij van! 

donderdag 24 augustus 2023

School

 Ik zat in de personeelsruimte van de Vrije School. Dat was op de eerste verdieping van een groot gebouw, zoals de Groene Borg. De ramen hadden rondingen. Ik was in een huiskamer-achtige ruimte, met een zwaar perzisch tapijt op de tafel. Ik dronk koffie uit een chique kopje, samen met het hoofd van de school. Zij was een vriendelijke dame met lange grijze haren en een hippie-rok van lichtrood met motieven. Eerst dacht ik dat het hier wollig was, Vrije School achtig....ik vertrouwde het niet. Maar naderhand zag ik hoe puur en oprecht de vrouw was, en schaamde ik mij gewoon dat ik aanvankelijk zo afwijzend had gedaan. Misschien was ik de vrouw zelf wel! Ik zei dat ik echt weer even moest wennen aan de Vrije School. Blijkbaar ging ik daar weer lesgeven!? Maar daar had ik helemaal geen zin in! Al gauw bleek, dat mijn taak er allang op zat. In alle opzichten. Ik had in verschillende klassen mijn hulp aangeboden, maar dat was niet nodig geweest. Het kwam er eigenlijk op neer dat ik mezelf verder geholpen had, en dat ik in ontwikkeling veel verder was dan ik mezelf inschatte: ik schatte mezelf veel te laag in. En dat wist de vrouw. Ze keek begrijpend,en vond alles goed wat ik zei en deed. Toen kwam er een jongeman de teamkamer binnen. Hij zei 'dat ze nu zouden vertrekken naar de stad, om naar het museum te gaan'. Het was in Leiden of Dan Haag. Hij ging met zijn klas naar het museum. Had vanmorgen vroeg in de teamkamer nog met mij gesproken. Had mij beloofd te melden wanneer ze zouden vertrekken. Dat bleek dus vanmiddag om 15:00 uur te zijn. Ik schrok ervan, want ik was dit hele gesprek vergeten. Ook dat was volgens de vrouw geen enkel probleem: ze bleef even rustig. Alles was goed wat ik deed. Vrolijk zwaaide ik de jongeman en zijn kinderklas uit. 

vrijdag 11 augustus 2023

Droomfragmenten

 Vanaf het spoor van station Utrecht cs was er een soort liefdesoffensief, in rode kleur. Rood gekleurd met hier en daar hartjes. Het breidde zich uit naar Hoog Catherijne en verspreidde zich over de stad. Het leidde tot een licht, warm, blij gevoel. Ik zag en ervaarde nu pas hoe zwaar de energieën van mensen op en rond het station waren. Met deze rode kleur en de lichte energie werd alles weer schoon en helder. Ik werd daar heel blij van. 

Ik was op station Zwolle en ik stapte uit de trein, liep de trap af, door de hal, trap weer op naar een ander perron. Mijn trein reed weg. Maar toen realiseerde ik mij dat mijn tas en portemonnee nog in die trein lagen. Ik ging meteen contact zoeken met NS. Binnen no-time hadden ze het voor mij geregeld dat alles weer bij mij terug zou komen. Ik was zeer blij verrast! 

Een belangrijk droomfragment: weer was ik op Herengracht 1, zoals ik heel vaak droom dat ik daar ben. Maar...het was er niet meer! De gevel van de Staatsdrukkerij had zich in tweëen gesplitst. Als het symbool van de Rode Zee was er een opening gemaakt richting het station, richting 'De Wijde Wereld', zogezegd. Ik stond daar met een fonkelnieuwe sleutelbos in mijn hand. De sleutels waren iets groter dan het gewone formaat van een sleutel. Ze glommen aan alle kanten. Ik stond er alleen wat beduusd bij, omdat ik niets met de sleutels kon. Ik zocht naar de ingang van Herengracht 1, maar die was dus helemaal verdwenen. Ik moest er duidelijk nog even aan wennen dat Herengracht 1 er niet meer was, en dat ik dus ook niet kon overwegen om wel of niet naar binnen te gaan, omdat er nu andere mensen woonden, met nog wel wat van mijn meubeltjes. Herengracht 1 was samen met mijn meubeltjes van de kaart geveegd, maar ik vond dat niet erg, van die meubeltjes / spulletjes. Ik moest er alleen aan wennen dat het nu allemaal zo snel ging. Ik kreeg een heel goed alternatief voor Herengracht 1 aangeboden, namelijk dus De Wijde Wereld. Maar dat was nog te groots voor mij: ik had meer tijd nodig om daar aan te wennen. 

zaterdag 5 augustus 2023

Auto

 Ik zat in de auto, en achterin zat een kind van de kinderopvang. Ik parkeerde de auto op het parkeerterrein. De vader van het kind kwam al naar de auto lopen. Het kind deed de deur van de auto open en wilde naar de vader toe rennen. Maar de vader rende hard achter het kleine broertje aan. Het bleek nu dat de parkeerplaats een eiland was, omgeven door water. Ik wilde heel snel achter het kind aan rennen, maar ik kreeg de deur niet open. Snel wilde ik een andere deur proberen. 

donderdag 20 juli 2023

Droomfragmenten

 Ik had een grote lap stof op de markt gekocht, met een mooie Marokkaanse print. Ik was een kind, en had zoiets nog niet eerder gezien. Ik vond het prachtig! Het kan ook wel zijn dat Mohammed deze stof had meegenomen uit Marokko. Het was een hele grote lap stof, en deze kon de hele stad Utrecht bedekken. Een marktkoopman sneed er heel zorgvuldig een rechthoek uit. Blijkbaar kon dat, omdat de stof ook van karton was. Het bleek dat dit een soort 'reepje van licht' was. Alleen op deze plek kon je door de stof heen kijken. En als je het reepje weghaalde, dan baadde je in het licht! Het reepje stond er symbool voor dat er nooit gepraat mocht worden, en al helemaal niet over mijn psychoses. Door het wegsnijden van het reepje mocht er wel over gepraat worden. Dat was een enorme bevrijding. Maar er was maar een select groepje mensen dat het aankon om hierin een luisterend oor te zijn, en om er ook zelf over te praten. 

Er was een rood fluwelen trap die gebouwd was zoals de tribune van Buitenkunst. Ik begaf mij op het platje ergens halverwege de trap. De ene keer ging ik naar boven en weer naar beneden. De andere keer ging ik naar beneden en weer naar boven. Ik kon dit zelf bepalen en regisseren. Alles was hierin goed. Toen ik helemaal in de nok van de tribune was, gaf mijn jeugdvriendin mij mijn medicijnen. Er zat Oxazepam tussen, gebroken in vier stukjes. Het waren meerdere gebroken tabletten Oxazepam. Ik zei dat ik deze niet nam. Ze zei dat ik ze moest innemen. Ik zei dat ze hoog of laag kon springen, maar dat ik ze echt niet nam. Dat de tijd van opname op de gesloten afdeling al lang en breed achter mij lag. 

dinsdag 18 juli 2023

Droomfragmenten

 Ik was in het ziekenhuis, en had een hele kleine baby onder mijn hoede. Het leek net op een kleine pop. Het was een heel lief meisje. Ze kreeg de fruithap via een infuus. Ik zag de stukjes fruit door de doorzichtige slang lopen. Alles ging goed. Ze kreeg Lasix toegediend om extra uit te plassen, en ook dat ging prima. Ik had veel bewondering voor de kracht die dit meisje in zich had. Ik had mij veel te verantwoordelijk gevoeld, maar dit had er wel toe geleid dat het boven verwachting goed was gegaan: in de eerste instantie door toedoen van het meisje zelf, maar ik had veel voor haar kunnen betekenen, en die taak ook uitgevoerd. Mijn taak zat er nu op. Ik had uitgebreid gerapporteerd. Daarna had ik even pauze kunnen nemen. Blijkbaar werkte ik in het ziekenhuis, of was ik nog stagiaire. In de pauze schreef ik mijn leerverslag. Dat liet ik na mijn pauze lezen aan mijn werkbegeleidster. Het was bij Chris en René, op de bovenste etage van de Herengracht. Niet Chris, maar een andere vrouw was mijn werkbegeleidster. Ik keek tegen haar op, omdat zij handig was met infusen etc. Maar zij keek tegen mij op, omdat ik goed kan schrijven. Ze riep uit dat er er erg onzeker van werd, mijn mooie leerverslag te lezen en na te moeten kijken. Daar werd ze zelf onzeker van, zei ze. Uiteindelijk zette ze maar gewoon ergens een streep. Dat was goed. Ik moest wel een beetje glimlachen om haar dramatische betoog, want het is toch helemaal niet erg dat je daar niet zo goed in bent? Ondertussen lag het meisje lekker op de bank onder een dekentje. Ze zou weldra door haar ouders worden opgehaald. Mijn collega had haar daar neergelegd. Dat was nu niet meer mijn verantwoording. Mijn collega droeg een wit kostuum, en ik niet. Ik vroeg of er niet een hek of iets dergelijks voor moest, zodat het meisje niet van de bank zou kunnen vallen. Mijn collega gebaard naar mij haar waardering voor mijn alertheid. Ze zei dat het meisje nog te klein was om te draaien, en dat dat wel goed zou komen. Ik probeerde het dus nu maar los te laten, hetgeen ook lukte. 

Ik kwam weer in Oostenrijk wonen en werken. Het was in een verzorgingshuis. Het was een ontspannen baan: helemaal geen werkdruk. We mochten wat later beginnen: een uurtje of negen. Na de zorg ging mijn collega van de afdeling af. Ze bleef lang weg, dus ik ging even kijken waar ze bleef. Het bleek dat zij op een rondvaartboot door Amsterdam zat. Het was heerlijk weer, gezelligheid, lekker eten en drinken, zon, toeristen, verhalen over Amsterdam...ik mocht ook mee, en genoot ervan. Maar ik zei ook dat we wel weer terug naar de afdeling moesten. Toen we daar eenmaal waren, was het werk helemaal klaar. Alles was netjes, de bewoners waren tevreden en verzorgd...oh, dat had ik niet verwacht! Ik mocht gaan chillen op mijn kamer, onder diensttijd!Mijn kamer had een prachtig uitzicht over de stad Wenen. Het was werkelijk adembenemend. Er stond keurig een bed en een stoel en er hingen gordijnen. Zoals in mijn zustersflat van destijds. Er was alleen dubbele beglazing, met hele vieze ramen. Daardoor kon ik het uitzicht niet goed zien. Door de dubbele beglazing was het moeilijk schoon te maken. Dat vond ik wel jammer. 

donderdag 13 juli 2023

Zonsondergang

Ik was met Hessel op Terschelling. We hadden een heel stuk gelopen, richting de zee. Eindelijk konden we het duin op, om de zonsondergang te bewonderen. Maar er stond een grote en brede man in de weg, waardoor ons het zicht belemmerd werd. De man ging niet uit zichzelf weg. Toen wij vroegen of we er langs mochten, ging hij meteen opzij. Hij had niet door gehad dat wij erlangs wilden. Het was dus goed dat we het even hadden aangegeven. 

We waren in Engeland, en daar was het de gewoonte om elkaar cadeautjes te geven, die verpakt waren in etenswaren. Bijvoorbeeld cadeautjes in vers gebakken brood. Dat heette ook wel 'scrumpy'. Ik kon ervan genieten dat ik nu in een omgeving was waar het de gewoonte was om elkaar kleine geschenkjes en zodoende wat aandacht te geven. Het kwam nu niet alleen meer van mij, maar ook van anderen. 

zondag 9 juli 2023

Droomfragmenten

De ruimte tussen ons ouderlijk huis en het huis van de buren was voor mij als kind een magische ruimte, met veel bebossing. Ik droomde dat we woonden in het kleine huisje van onze buurman (zoals Rister 13). Omdat het een hoekhuis is, is er ook een raam in de gang, bij de trap. Ik droomde dat daar nu een deur zat. In één keer kwam de buurvrouw door die deur naar binnen. Dat vond ik heel opmerkelijk. Want volgens mij is deze buurvrouw vroeger nog nooit bij ons binnen geweest in het ouderlijk huis. Ik schrok er een beetje van dat ze daar in een keer stond. 

Ik was in één keer 'als grapje' opgesloten in de separeer,die ook wel op een lift leek. Alles was hermetisch afgesloten, zilverkleurig en goudkleurig met spiegels. Ik raakte in paniek en riep dat ze mij er onmiddellijk uit moesten halen, dat ik absoluut niet van deze grap gediend was. 

Ik was naar Zuidwolde gereden en had een lange reis gehad. Ik had hiermee ervaren dat de reistijd naar sommige locaties gewoon echt te lang was. Ik kwam uit bij een kerk met een plein ervoor, zoals midden in Hoogeveen-centrum. Maar dit was een kerk ergens in Italië, met veel toeristen op het plein en feller zonlicht dan in Nederland. Er kwamen steeds dames in galajurken twee aan twee innig gearmd de kerk uit. Het aantal meters tussen het ene en het andere stel was exact uitgeteld. Hierdoor kwam het synchroon en gestructureerd over. Het werd hiermee bijna kunst: een bewegend schilderij met een mooie kerk op de achtergrond. Ik dacht eerst dat het de Andreas-kerk was. Maar het bleek toch dat ik daar geen bekenden zou tegenkomen, omdat het Nederlands Hervormd was. Er werd mij gezegd dat ik nog een stukje moest doorrijden, langs het water. Dat was langs een smalle sloot, met aan de andere kant de kassen...eigenlijk kon je er met de auto niet komen, maar het moest. Daar zou 'mijn' kerk zijn. 

Ik zou er 'iemand van de gemeente' bezoeken, die ernstig ziek was. Die persoon woonde daar en er was ook een kerk. Het was niet duidelijk of die persoon ook in de kerk woonde, en wie die persoon was. Er kwamen verschillende levensfases samen: dat ik in Zuidwolde als praktijkopleider een medewerker bezocht die ziek thuis zat, dat ik bij Buurtzorg Hoogeveen West Zuidwolde werkte, dat ik in de kinderopvang op verschillende locaties werkte.   

Kleuterschool

Ik was weer terug op de kleuterschool, en deze was nog niet verbouwd tot Kastanjehof. Ik gaf hier les en het was de Vrije School. Buiten was er een markt. Dat liep wat door elkaar met de herinnering aan een van mijn eerste schooldagen, dat de jongens wild heen en weer reden met de karren. Het liep tegen het einde van het feestje, op een late zaterdagmiddag. Ik sleepte met spullen die ik van huis meegenomen had naar het feestje. Het was een doos van een koffiezetapparaat en wat kleding onder mijn arm, o.a. in de kleur bordeaux-rood. De kleding zou ik thuis in de was doen. Er waren op het plein nog wat kinderen aan het spelen. Dat waren de kinderen uit mijn jeugd en diezelfde kinderen waren de kinderen van de klas waar ik les aan gaf. Ik reed naar huis en in een keer was het donker. Net was het nog zomer, maar nu was het hartje winter, en dus vroeg donker. Ik realiseerde mij dat ik de planten vergeten was. Er stonden buiten nog planten op een wankel campingtafeltje. Ik had deze planten zelf opgekweekt en had die middag mijn eigen planten verkocht op de markt. Deze twee planten waren nog over. Het waren de planten met mooie roodomlijste bladeren. Het was voor mezelf niet zo erg dat de planten er nog stonden, maar er was storm op komst en ik had het schoolplein graag in originele staat achter willen laten. Ik zag de planten staan terwijl ik naar huis reed (dat was in Drenthe naar huis, dus niet Kwintsheul). Deze stonden in de volle zomerzon, aan zee, op hetzelfde moment dat ik in het donker naar huis reed. Er waaide een prettig zeebriesje door de planten heen. Dat had een heilzaam effect. Er kwamen ook wel golven op de planten af. Ik vond dat maar raar: dat de golven helemaal uit Kijkduin naar de Pastoor Vinkesteijnstraat konden komen. De oude muur van de kleuterschool stond er nog, met het poortje naar het plein. Tussen het poortje en het schoolgebouw stonden de planten op het tafeltje. Het was eigenlijk een soort altaartje, et het heilzame effect van de golven van de zee.   

zondag 2 juli 2023

Baby

Ik zat in Wateringen bij de ijssalon, met mijn rug naar de kerk toe. Er liepen Japanse toeristen van de overkant naar mij toe. Ze vroegen waar ijssalon Talenti was. Zonder om te kijken wees ik over mijn schouder, richting de kerk. Ik zat er een beetje onverschillig en onderuit gezakt bij. Talenti was naast de kerk. Ik zat ook wel op het grote plein voor station Rotterdam cs. Talenti was op de plek waar de treinen over een viaduct reden. Het was ook wel in een miniatuurstad, zoals in Madurodam. Of onder de Erasmusbrug, waar ook een VVV-winkel is, bij de start van de rondvaartboot naar de havens. De toeristen waren wel tevreden met mijn antwoord, en liepen druk kletsend naar Talenti toe. 

Een man kwam een baby bij mij halen. Wat het zijn eigen kind? Dat werd niet duidelijk. Was het wel een echt kind, of een pop? Het scheen dat dit kind niet bij zijn echte kinderen zou horen. Het kind moest in de achterbak van zijn auto. Daar had ik wel zo mijn bedenkingen bij, want er stonden stoelen en er lagen bruine dikke tafelkleden met franjes. Het rook er ook een beetje smoezelig. Hij was eigenlijk met hele andere dingen bezig. Kwam het kind halen alsof hij iets ophaalde in de winkel. Was het dan dus wel echt een kind, of meer een pop? Ik bood nog aan om het kind in mijn auto te vervoeren. Daar zat nog het kinderzitje van onze kinderen in. Maar in een keer waren we dan toch bij zijn huis. 

Hij wilde het kind in een opbergrek zetten. Zoals de goederen bij de Ikea, die je kunt ophalen uit het magazijn, als je deze wilt kopen. Ik vond het allemaal erg onpersoonlijk. Dus langzamerhand begon ik wel te vermoeden dat het dan dus gewoon een pop moest zijn. Voor de zekerheid maakte ik nog wel een wiegje klaar, met een grote rode zakdoek erin. Dan lag het kind of de pop toch nog een beetje comfortabel. 

Ik zag dat de man het moeilijk had, en zijn kinderen ook. Toen begon ik alles te begrijpen. Het kind was inderdaad een pop. De pop had zich vermomd als kind, zodat ik op die manier bij de man thuis zou komen (in de veronderstelling dat ik een kind veilig bij hem moest brengen). Hij had mij nodig! Ik vond het fijn dat ik er voor hem kon zijn. Hij was erg verdrietig, moest huilen, brak helemaal...blijkbaar kon hij dat bij mij allemaal uiten...er was een sterke band. 

We stonden in zijn keuken. Ik snapte niet dat de keuken er zo uitzag. Het was ruim opgezet, industrieel ingericht, bijna meer een fabriek, overal spinnewebben, niet gezellig, kil....dat paste allemaal helemaal niet bij hem! Het had ook wel iets moois en stoers, met zwart en bordeaux rood een een robuust groot hoog aanrecht en indrukwekkende kranen. Stond hij daar in die stoere mannen keuken als een klein kind te huilen. Het was heel fijn voor hem dat hij het nu allemaal kon uiten. Ik wilde hem omhelzen, maar hij zei verschrikt dat dat niet kon, omdat zijn vrouw om de hoek op een matras lag met een man. Deze ruimte stond in verbinding met de keuken. Hun kinderen lagen op bed. 

Toen bleek het hele huis een soort grote bunker te zijn in vierkanten vorm. Een soort kubus. Deze was ingedeeld in precies vier dezelfde kamers. In de drie andere kamers was een soort sjieke salon, zoals in herenhuizen van weleer. De kinderen zaten daar opgeprikt op de bank, doodongelukkig te wezen. Ze wilden heel graag bij mij zijn, maar dat kon niet. 

In een ander fragment was ik steeds met de moeder in gesprek en hadden we het over de baby die eigenlijk een pop was. Zij had niet in de gaten dat het eigenlijk een pop was. Ik probeerde haar dat steeds duidelijk te maken, maar het drong totaal niet tot haar door. 

zaterdag 1 juli 2023

Vrachtwagen

Ik werkte in de kinderopvang, en had de hele ochtend de zorg over een kleine jongen. Dat verliep fijn en rustig. Om mij heen was er wel steeds hectiek. Collega's waren niet zo met de oudere kinderen bezig, en liepen onrustig heen en weer. Dat was niet bevorderlijk voor de rust van het jongetje dat bij mij was, maar we dealden ermee. Er liepen genoeg collega's rond voor de andere kinderen. Ze waren echter vooral met zichzelf bezig. 

In de loop van de ochtend werd de onrust steeds groter. Er kwam ook steeds meer rommel in de ruimte, die steeds onoverzichtelijker werd. Ik moest het op een gegeven moment echt opzij schuiven, om nog genoeg ruimte over te houden. Twee tot Ndrie grotere kinderen lagen op matrassen op de grond, met ontlasting om zich heen. Ik zei tegen de collega's dat de kinderen verschoond moesten worden, maar ze luisterden niet. En ik kon het ook niet doen, want ik had de zorg voor de kleine jongen onder mijn hoede. Ik legde hem even op een matras, omdat ik een flesje moest klaarmaken. Ondertussen probeerde ik ook te organiseren dat de andere kinderen verschoond zouden worden. Het was in de schuur achter het ouderlijk huis, waar wij vroeger de club hadden. Maar mijn pogingen hadden geen enkele zin. Ze liepen dwars door mij heen, en trokken zich niks van mij aan. Het werd eerder alleen maar erger. Het jongetje lag ook wel in een poppenwiegje. Toen ik bij hem terugkwam, was hij verdwenen. Ik kreeg de schrik van mijn leven. Ik vroeg na bij de collega's, maar zij reageerden niet. Na veel vijven en zessen bleek, dat een collega hem naar een andere locatie had gebracht, en dat hij daar zijn flesje zou krijgen. Maar ook daar kwamen ze niet in actie, en dus kreeg hij zijn flesje veel te laat. Ik moest het dan maar loslaten, want nu had ik er helemaal geen invloed op. Hij zou zich dan vanzelf wel melden. Maar ik werd er wel heel verdrietig van. 

Ik fietste op een weg in de zee, zoals de Afsluitdijk. Maar dan niet met ruimte of een vangrail naast de weg. Het was echt alleen de weg, dwars door de zee. In een keer werd ik ingehaald door een inmens grote vrachtwagen als een mammoet. Hij had ook de bruine kleur van een mammoet. In een keer reed hij naast mij, had zich niet aangekondigd, had niet getoeterd, ik had geen motorgeronk gehoord. Ik werd heel boos en ging tekeer van schrik. Tegelijkertijd besloot ik zo rustig mogelijk door te fietsen, in een rechte lijn. Hij zou mij wel spoedig gepasseerd zijn, want hij reed heel hard. Ik werd niet opzij het water in geduwd, maar het scheelde een haar. Van binnen was ik ziedend van woede, omdat er geen rekeing met mij werd gehouden. Maar ik bleef onverstoorbaar verder fietsen. De wand van de vrachtwagen was van korrelige bruine steentjes, zoals onze roze garage van vroeger, die er als een soort container zo was neergezet.  

vrijdag 30 juni 2023

Zee

Samen met collega's logeerde ik in een hotel in Kijkduin. De collega's zaten al aan het ontbijt, te genieten in de zon op de boulevard, met uitzicht op zee. Ik wilde nog even mijn koffer opruimen, en kwam er later aan. Ik zag dat mijn schrijfboekjes verspreid over de tafel lagen. Mijn collega's waren bezig deze boekjes door te nemen, en maakten hier en daar aantekeningen. Ik vond dit niet vervelend, maar juist een eer omdat ze interesse hadden. Het leek alsof ze bezig waren met een verrassing voor mij, middels die boekjes. Mogelijk nam ik afscheid van het werk. Ik moest glimlachen en deed maar alsof ik het niet in de gaten had. Ik zei dat ik nog even ging zwemmen voordat ik aan het ontbijt ging. Dat vonden ze prima. Er was een gezellige en ontspannen sfeer. Er waren al wat meer mensen op het terras, met vriendelijke serveersters. Echt een zondagochtend die langzaam tot leven kwam. Ik liep met een grote groene handdoek richting de zee en had mijn badpak al aan. Ik was misschien een jaar of 12. Het was wel gek dat ik een badpak droeg, want op die leeftijd droeg ik alleen een bikini. Halverwege twijfelde ik of ik wel zou gaan zwemmen. Of dat ik misschien toch niet eerst zou gaan ontbijten. Maar ja, ik was nu aan zee, dus nu moest ik ervan genieten!  

vrijdag 23 juni 2023

Meer

 De droom speelde zich af in het meer, de Ieberenplas. We waren precies midden op het meer. We dobberden daar op een soort luchtbedje. Wiskundig klopte het exact dat we in het midden waren. Er was een waaier met drie balleinen. Uit de balleinen staken slingers, die zorgeloos wuifden in de lucht. Dat was een soort contact maken met de hemel. Zoals electriciteitsdraden. Alles was heel goed op elkaar afgestemd, en in balans. Het kon niet beter. Dit was het resultaat van waar ik jarenlang naar gestreefd en verlangd had. De finish was op de Ieberenplas, en die finish vond nu plaats! Heel erg mooi. Er waren ook meerdere zeemeerminnen, die mij hielpen. Ze zwommen op en onder het vlot, en ze waren eigenlijk onzichtbaar, maar van onschatbare waarde. 

Ik zat op de boulevard in Zandvoort, en keek naar de ondergaande zon. De moeder van Hugo's jeugdvriendje zat naast mij. we zaten peinzend op de leuning van een bankje. Ze had het moeilijk met haar kind. Hij liep voorbij. Ik bedacht me even, zette mij over een drempel en liep toen resoluut naar hem toe. Hij bleek heel depressief te zijn. Ik zag aan hem dat hij medicijnen slikte. Zij haren waren door de war, en zijn ogen klein. Hij liep met een slepende tred door de draaideur van het Scheper Ziekenhuis. Ik probeerde contact met hem te zoeken, zonder mij op te dringen. Het werkte wel. Ik herkende heel duidelijk zijn ernstige depressiviteit, en toch ook een beetje blij zijn dat iemand aandacht aan je besteedt, je niet zomaar voorbij loopt. 

Ik ging met Hessel met de auto ergens heen, Hessel met een stapeltje boeken onder zijn arm. Het waren vijf boeken. Ik dacht dat Hessel de boeken aan mij zou geven. Maar de boeken waren voor zijn moeder! Ze woonde in de schuur achter het ouderlijk huis, waar vroeger de Marokkanen woonden. We waren heel verbaasd om haar te zien. We probeerden contact met haar te maken, maar ze was 'in de andere wereld'. Wel had ze de boeken in ontvangst genomen, en daar was ze heel dankbaar voor. Ze was heel blij en ze straalde enorm. Ze moest heel erg lachen. Daar werden wij weer heel blij van. 

woensdag 21 juni 2023

Tocht

Ik had lesgegeven of stage gelopen in het onderwijs. Als huiswerk had ik een boek van een man moeten lezen over een zeiltocht die hij gemaakt had. Het was taalkundig goed geschreven, maar ik miste de bezieling in het verhaal. Ik vond het wel een hele vriendelijke, sympathieke man. Op de voorkant van het boek zag je hem trots in zijn zeilboot, een man met een flinke bos grijs haar, een jaar of 60, vriendelijke blik.

Ik had mijn les bijna afgerond, toen hij in de deuropening stond. Hij zei: "Goed boek zeg!" Dus ik zei dat ik vond dat hij het goed geschreven had. "Nee....ik bedoel jouw boek!"

Ik rondde de les en de leerkrachten hadden pauze. Ik moest echter meteen door naar de overblijf, als overblijf-juf. Er waren echter ook wat kleine groene notitie-briefjes die ik meteen aan de kinderen moest meegeven voor de ouders. Ik was druk bezig deze te schrijven met vulpen, aan de picknicktafel. Kinderen krioelden om mij heen, en wilden van alles. Maar ik moest eerst de briefjes afschrijven. De briefjes waaiden weg en de tekst vervaagde door de regen. Kinderen gingen helpen de briefjes weer terug te pakken. Het was wel belangrijk dat er geen briefjes kwijt zouden raken, want er stond privac-gevoelige informatie op. Ik reageerde 'gespeeld geirriteerd' en de kinderen moesten lachen. Een juf verderop zei 'dat ik wel professioneel moest blijven naar ouders toe'. Ik probeerde haar uit te leggen dat dit gewoon een grapje was, maar zijn had geen oog voor mij, was bezig met een groepje kinderen aan een picknicktafel verderop, in de bosjes. Weer dat overbekende gevoel dat het de anderen niet interesseert als jij omkomt in het werk en 10 dingen tegelijk moet doen. 

Daarna ging ik gauw op zoek naar de plaats waar de kinderen op de overblijf waren. Maar die kon ik natuurlijk niet vinden. De school was niet bekend voor mij (ook al was ik voor die tijd nog op het plein van de Groene Borg). Het werd ook wel het 'tuinbouw-landbouw-museum' genoemd. Dat vond ik wel een grappig woord. 

Er was hier van alles te doen. Het leek op een groot dorpshuis. Het was gelegen aan het water, ergens in Friesland. Er was een prachtige horizon, en heerlijk rustgevend om hier te zijn. Er waren wel vaak muggen. 

Ik betrad het pand via het water. Blijkbaar had ik ook al een tochtje met de boot gemaakt. Dat was heerlijk geweest. Zoals de eilandentrip in Griekenland, en het leek wel alsof ik Sinterklaas was die aankwam, en dat de kinderen op de kade mij kwamen verwelkomen. Tijdens het tripje had ik de frisse zeelucht op mijn gezicht gevoeld: heerlijk! Maar het pand was een groot doolhof voor mij. Nergens was mijn collega van de overblijf te vinden, met de kinderen. Ik moest haasten, want het was maar een half uur overblijf, en ik wilde niet dat zij dit alleen moest doen. Daar zou je bovendien praatjes van krijgen. 

Ondertussen zag ik de leerkrachten smoezen met elkaar, ieder met een gebakje op een schoteltje. Ze hadden een feestje in een prachtige binnentuin met een grote vijver. Er stond een grote feestelijk gedekte tafel met stoelen er omheen. Een ijle lucht bij bijna zonsondergang, met libelles die dansten over het water. Dit was in de kern van het gebouw. Er omheen was het een ander tijdstip van de dag, en was er geen natuur. Het was een groot Grieks huis van massieve witgeverfde stenen in de middagzon. Het was het tijdstip van de siësta.

De leerkrachten keken in de verte, om de overblijf te controleren. Ze zeiden 'dat de overblijf de garage nog steeds niet dicht had gedaan.' Dat was dan blijkbaar een teken van de vorderingen die de overblijf maakte. Dus zolang die garage open bleef (een garage met speelgoed om te spelen), zolang was de overblijf in gebreke. Mijn overblijf-collega wist dat denk ik niet. Dus dat hing als een zwaard van Damocles boven mijn hoofd.  

Ondertussen zocht ik verder en verder. Ik liep steeds zigzag, in een soort haarspeldbochten door het pand. Ik vroeg aan verschillende mensen waar ik moest zijn, maar de mensen gingen gewoon door met hun leven en antwoordden niet. Of ze zeiden nu en dan iets. Dat was dan wel gewoon vriendlijk. Ik zag een branddeur naar buiten, en keek uit op de zee in de verte. Ik hoopte hier mijn collega met de kinderen te zien. Maar het was een museum met buiten een expositie van de voorstelling van planeten. Hier was het op een zondagochtend, en er liepen gezinnen met puberkinderen van de ene planeet naar de andere. Daar kregen ze voorlichting. Het leek ook wel op een landingsbaan van een vliegtuig. Hier was een ochtendzon, die fel op de baan scheen. Ook hier was het sereen. Maar ik kon hier niet naartoe. Ik moest weer verder. 

Ik kwam bij een ruimte zonder ramen, die helemaal ingesloten was door het pand. Het bleek een afdeling van het Juliana Kinderziekenhuis te zijn. Er was een vrolijke, blije sfeer op de afdeling. Het zag er wel heel ouderwets uit: ik denk jaren '70. Maar het was hier heel gezellig. Het verplegend personeel was er helemaal voor de jonge patiënten. Alles was duidelijk en overzichtelijk. Er stonden teveel bedden dan de zaal aankon. Ook wel schots en scheef. Maar ze wilden geen patiënten weigeren. Maar dat was wel rommelig gezellig. Een verstandelijk gehandicapte jongen had zijn laatste dag in het ziekenhuis, en was ook nog jarig. Ik denk dat hij een jaar of 10 werd. Er was veel aandacht voor hem, en er werd voor hem gezongen. Iedereen kende hem heel goed. De jongen straalde van oor tot oor. Ik werd heel blij van deze sfeer: eindelijk weer eens een werkomgeving waarin men bereid was zich echt voor de ander in te zetten, en waar jonge mensen blij en trots waren op hun baan als verpleegkundige. De moeder van de jongen was onderweg om hem op te halen. In gedachten zag ik haar in een mooi rood jasje stralend door de draaideuren van het ziekenhuis gaan, blij met de goede zorg voor haar zoon. 

Ik liep verder en een van de zusters riep mij nog na, met de vraag of ik ook in een kinderziekenhuis had willen werken. Ik legde uit dat ik dit wellicht te zwaar had gevonden, dat ik het wel heel graag gewild had, maar dat ik het fijn vond dat ik nu ook met kinderen werkte. Toen moest ik gauw weer door. 

Toen ik de ruimte verliet en de deur sloot, kwam ik in de vestibule van het ouderlijk huis van Simone. Daar zat mijn collega onder de trap, met een paar overblijfkinderen. Eindelijk! Het was een vriendelijke, jonge dame met lang blond haar. Ze maakte zich er totaal niet druk om dat ik veel te laat was. Ze snapte helemaal hoe dat gekomen was. Ze had zich prima gered met de kinderen. Niet druk om maken. De kinderen liepen vrolijk rond door het hele gebouw. Mijn collega had er goed zicht op. Niet druk maken. Straks gaat de bel, en dan gaan ze weer naar de klas. 

Er viel een enorme last van mij af: wat was ik opgelucht!


maandag 19 juni 2023

Groep

 Ik was met een groep mensen op stap. We maakten een rondreis, zoals de Griekenlandreis Pelopenessos. Ik trok de hele tijd op met de vrouw van mijn vriend. We waren goede vriendinnen. Die droom komt vaak terug. Terwijl ik haar niet ken. In de droom had zij ander haar dan in werkelijkheid. Het was duidelijk dat we al heel lang vriendinnen waren. Andere mensen fladderden wat om ons heen, en wilden ook bij ons in de buurt zijn. 

Er deden zich ontwikkelingen om ons heen voor, die ik niet helemaal zo goed begreep. Maar ik bleef lekker in mijn cocon, en had plezier met mijn vriendin. De mensen om ons heen deden onaardig tegen elkaar, maakten ruzie, waren ontevreden. 

Eerst hield ik mij daar niet zo mee bezig,omdat ik er ook niks mee te maken had. Maar ik begon er steeds meer last van te krijgen, omdat het geen fijne energie had. 

Achterin de bus zag ik een verdrietige vrouw. Er werd over haar gepraat. Dat was niet leuk, en oneerlijk. De vrouw deed niemand kwaad. Ze voelde wel dat er over haar gepraat werd. Ik probeerde er toch meer van te weten te komen. 

Het bleek dat de vrouw een zoon had, zonder dat zij het wist. De groep mensen onthield haar van die informatie. Ze hielden haar al jarenlang voor de gek. Ik werd daar heel woedend van. Hier moest wat aan gedaan worden! 

Ik ging een plan beramen,hoe ik dit zou gaan aanpakken. 

Treinspoor

 Aan de overkant van het treinspoor bij Hoogeveen zag ik een mooie bloem, die ik wilde fotograferen. Dus ik wou zo nietsvermoedend oversteken, helemaal in beslag genomen door de bloem. Ik dacht er verder helemaal niet aan dat er een trein zou kunnen komen. In de verte kwam er een heel rustig boemeltreintje aan. Ik dacht oeps, het was natuurlijk niet handig geweest om op het spoor te gaan lopen. Dan maar van veraf fotograferen! 

Ik bracht een jongen naar huis van de BSO. We gingen nog even snoep kopen in het ouderwetse snoepwinkeltje in Orvelte. Zijn tante liep voorbij en ze zwaaide hartelijk naar hem. Mij negeerde ze, terwijl ze mij echt wel kent. Maar dat maakte mij niet uit. Als het maar goed ging met de jongen. Er hingen steeds kinderen om mij heen. Ze zochten beschutting, omdat ze niet in een vriendelijke, kindvriendelijk omgeving waren. De meisjes droegen jurkjes uit de Ot en Sien tijd. Het was niet duidelijk of ze verkleed waren, of dat het echt was. 

De kinderen vervolgden hun leven over kronkelwegen. Dat leek moeilijk te zijn, maar dat viel heel erg mee. De huidige ingewikkelde maatschappij 'verhuisde' naar vroeger tijden,en hiermee werd het in een keer duidelijk en overzichtelijk voor jonge kinderen. 

dinsdag 13 juni 2023

Vloer

Op een etage midden in een stad was ik in alle vroegte de vloer aan het schoonmaken. Het was mijn etage en ik had er een leuk feestje gegeven. Er lagen hier en daar nog wat dingetjes op de vloer. Ik ruimde die spulletjes op en poetste ondertussen de vloer steeds schoner. Ik had veel plezier in deze activiteit, en ik nam er alle tijd voor. De ochtendzon scheen naar binnen, en hierdoor blonk de vloer extra. Het leek op het oppoetsen van een diamant. En dat gaf een voldaan gevoel. Het was lichtblauw, doorzichtig, glimmend, zoals de zee. Een beetje nachtblauw. Er moesten hier en daar nog wat kleine dingetjes opgeruimd worden, maar dat mocht geen naam hebben. 

De buurvrouw zette op Facebook dat ze even een moeilijk moment met haar dochter had,en hoe ze dit had opgelost. Ik liep langs haar huis, en ik zei dat ik het goed vond dat ze dat deed. Iedereen zet tegenwoordig maar van alles op Facebook,maar in dit geval vond ik het een goede zaak. Dit omdat ze het zodoende kan delen met anderen en het zodoende niet hoeft op te kroppen. Ik liep met haar mee naar boven. Ze liet zich met een trots gezicht op het bed vallen, en zei dat ze nog iets te vertellen had. Ze vertelde dat ze zwanger was! Ik was heel blij voor haar, en zei dat ik dat vermoeden al gehad had, gezien haar blije uitstraling. 

Op een rustige speelweide met uitzicht, ergens bij de Holdert in Emmen, zag ik een paar politiewagens met blauw zwaailicht. Het was midden in de nacht, maar toch zag ik hier kinderen spelen. Ik nam hun snel onder mijn armen mee naar binnen. Dat lukte heel goed. Blijkbaar had ik genoeg armen en genoeg kracht om alle kinderen te dragen. 

maandag 12 juni 2023

Tocht

Ik deed te voet een tocht naar het Julianaplein in Groningen. Het was een hele lange tocht, met veel hindernissen. Het was weer zo'n droom dat ik vanuit een waas een film voorbij zag komen, maar ook nog wel vaag wist wat er dan aan vooraf gegaan was, en wat voor de kijker vanwege de waas niet goed te zien was. Het was een soort wit sluier, waarachter je bewegingen zag en hiermee wel dingen kon ontcijferen, maar dat was alleen voor het geoefende oog. En ik had dat geoefende oog. Achter dat sluier zag ik dat ik al een heel eind gelopen had, en nauwelijks rust had genomen. Toch was ik niet heel moe geweest. Het was toevallig zo uit gekomen dat ik onderweg toch even overnacht had bij een vriendelijke collega. Wie het was en waar het was, dat werd niet duidelijk. Waarschijnlijk iemand in Hoogeveen. Het werd min of meer voor mij besloten dat ik daar even pauze zou houden, en dat was mij goed bevallen. Het was een oase van rust geweest. De volgende dag had ik mijn reis vervolgd. Het was niet zomaar een wandelroute: het was een heel levenspad. Nu kwam dan de droom achter het sluier tevoorschijn. Ik schrok een beetje van het feit dat ik al die tijd over de snelweg liep. Dat was toch heel gevaarlijk!? Waarom had ik dat niet eerder in de gaten gehad??? Dit was eigenlijk niet verantwoord. Ik was veel te weinig beschermd. Gek genoeg gingen de auto's wel voor mij opzij, en was ik niemand tot hinder. Het deed een beetje denken aan het volk van Mozes, dat dwars door de Rode Zee loopt, beschermd door God. Maar het was wel gevaarlijk, omdat ik mij niet had ingesmeerd, en daar in de volle zon liep. Het gevaar kwam dus uit een hoek die je helemaal niet zou verwachten. Je zou verwachten dat ik gevaar liep door snel rijdende auto's, maar ik liep gevaar door de brandende zon. En omdat ik aan dat mogelijke gevaar helemaal niet had gedacht, was dat eigenlijk extra gevaarlijk, en lag dat op de loer. Ik moest dus mijn huid beschermen, en kon daar ook niet meer mee wachten. Het ging om de bescherming van mijn huis, maar natuurlijk ook bescherming tegen oververhitting en uitdroging. Er werd mij geen keuze gelaten: ik moest schaduw gaan zoeken,en wel nu!Toen kwam ik aan bij mijn collega van de Ridder. Zij woonde in de droom bij Assen. Ik was dus al een beetje dichter bij het Julianaplein. Ik had bij haar een klein, knus huis verwacht. Maar het huis leek net een doolhof, een ziekenhuis, met witte smalle, schuinlopende gangen, haaks op elkaar. Ik moest verschillende kamertjes betreden, en daar waren mensen die heel erg zoekende waren in het leven, hetgeen te zien was aan de rommelige inrichting, met kleren overal verspreid. Ik probeerde steeds duidelijk te maken dat ik niet meer de plicht had om voor deze mensen te zorgen, dat het al vier jaar geleden was dat ik mijn beroep als verpleegkundige achter mij had gelaten. Maar toch werd ik steeds weer die kamertjes in getrokken, en leek het wel alsof ik een magneet was en er automatisch naartoe getrokken werd. Ik werd daar heel verdrietig van. De man van de collega kwam poolshoogte nemen. Het was een hele andere man dan ik mij had voorgesteld. Hij was klein en kaal, en heel vriendelijk, inlevend. Hij zei dat hij mij ook gerust wilde brengen naar het Julianaplein. Ik bedankte hem voor het aanbod, maar sloeg het af omdat ik zei dat het de bedoeling was dat ik er te voet naartoe zou gaan. Hij keek een beetje teleurgesteld, maar liet het verder zo. Met de onrust in de kamertjes nam ook de onrust in mij hoofd toe. Uiteindelijk ging mijn collega zich er ook nog voorzichtig mee bemoeien, maar hield bewust was afstand van mij, omdat ze niet verder wou aandringen. Ze uitte haar bezorgdheid en vond het naar dat ik steeds zo tegengewerkt werd. Misschien zou ik een kosten-baten-analyse kunnen maken? Daar was ik dan toch wel gevoelig voor. In een keer stond ik met de auto vlakbij het spoor in Emmen, en wist ik niet wat ik daar deed. Haalde ik misschien iemand van het station die niet kwam? Ik zat er behoorlijk ontredderd bij en was de weg kwijt. Dat maakte de noodzaak om knopen door te hakken toch wel aanzienlijk groter. Uiteindelijk maakte ik zelf het resolute besluit om de auto te pakken en het laatste stuk naar het Julianaplein met de auto af te leggen. Mijn collega en haar man zwaaiden mij zichtbaar opgelucht uit. Voor hun was het fijn dat het uiteindelijk mijn eigen beslissing was geweest. Hoe ontredderd ik mij in Emmen had gevoeld, nu was ik de rust zelve, reed ik rustig richting Groningen, genoot ik onderweg van de zon en het landschap, was ik beschermd. Ik zou dan het laatste stuk naar het Julianaplein dan toch nog lopen. Pas toen ik daar in de buurt arriveerde bemerkte ik,dat het helemaal niet de opdracht was geweest om de tocht lopend af te leggen. Het was dus heel verstandig dat ik de auto had gepakt. Ik had gedacht dat het om een festijn ging zoals de Wandelvierdaagse. Maar dat was helemaal niet het geval. Er stonden mensen in de rij voor paspoortcontrole of een Corona-vaccinatie. Het was ook wel die grote brug in Rijswijk, met die haarspeldbocht, als je vroeger van de snelweg kwam, als we in Gorssel waren geweest. Er viel een enorme last van mijn schouders af. Alles was goed, alles was ok. Ik kon rustig op zoek naar een parkeerplaats voor de auto, en dan rustig naar de locatie bovenop de brug wandelen, waar de paspoorten werden uitgedeeld. Ik parkeerde de auto onder de brug. Het was ook wel de witte Golf die we vroeger hadden.  

dinsdag 11 april 2023

Ronde toren

 Verschillende droomfragmenten spelen zich af in een cirkel, in de beslotenheid van een ronde toren, waar niet uit te ontsnappen is, en dus blijf ik steeds rondjes draaien. Dat lijkt negatief, maar het is vooral positief, zoals in de cirkel van de mandala en de cirkel van het leven, de levensloop.

Eerst is er een nachtmerrie-achtige droomfase. Ik hang als een 'deeltje' in de buitenste ringen van een rommelig weergegeven mandala. De mandala is een afbeelding uit de natuur, zoals een bloem. Tegelijkertijd begeeft deze ronde vorm zich naadloos in de vorm van de gesloten ronde hoge toren, gebouwd van blanke, grote stenen (kleur zoals van de Brandaris, te vergelijken met een vuurtoren). De binnenkant van de bloem is stevig, vers gewas. De buitenkant van de bloem is verlept en rafelig. De cirkel draait eerst langzaam en dan steeds sneller. Steeds word ik er bijna uit gegooid, maar steeds weet ik mij toch vast te houden, waardoor ik in de bloem blijf. Ik ben een klein stukje materie in een vierkanten vorm, ik ben dus niet iemand, maar een ding. Het lukt mij wel om in de bloem te blijven, maar ondertussen word ik er heel verdrietig van dat ze mij er steeds uit willen gooien. 

Dan begeef ik mij in de binnenkant van de toren, en is er geen bloem meer. Er is ook geen trap. Ik zweef ergens halverwege, in een ijle lucht met koude dampen. Ik zweef rondjes rond een as. Ik wil aan een vriend van Amber een foto geven waar hij op staat. Het is een foto van A4 formaat. Hij wil de foto aannemen, maar Amber wil de foto verscheuren. Ik zie dat hij teleurgesteld kijkt, omdat Amber de foto wil verscheuren. Ik gooi mezelf ertussen, als een soort mediator. Zo zweven we een tijdje in rondjes achter elkaar aan. De moeder van de vriend is directeur van de toneelacademie. Ze zegt dat Amber 'niet door mag'. Amber is daar heel boos en verdrietig over. Ik zeg dat het juist een compliment is: dat ze niet past in het bekrompen plaatje dat die moeder schetst, dat ze buiten de gebaande paden treedt. Ik bekijk het dus van een hele andere kant. De vriend moet nog even wennen aan die gedachte, maar dan geeft hij mij gelijk: zo had hij het nog niet bekeken. Eerst keek hij neer op Amber, maar nu bewondert hij haar juist. 

Ik trek mijn schoenen aan met hulp van een schoenlepel. Maar de schoenlepel is een broodmes. Ik trek de schoen aan met de scherpe punt op de bodem van de schoen. Dan trek ik mij schoen weer uit. Mijn Duitse vriend trekt opnieuw de schoen bij mij aan. Nu is het handvat van het mes op de bodem van de schoen gericht. De schoen gaat hiermee gemakkelijker aan dan de eerste keer. Ik ontdek nu pas dat niet de scherpe kant, maar het handvat op de bodem gericht moet zijn. Ik ben blij met de hulp van mijn vriend.  

donderdag 9 maart 2023

Materialen

 Het was een heldere droom. Ik zat vroeg in de ochtend met collega's van de Harm Smeenge in de ruimte van het KDV, met een aantal kinderen. Ik legde drie grote blokken in rechthoeken naast elkaar. Daar legde ik drie grote blokken in een andere richting bovenop. Vervolgens ging er een driehoekige vorm als 'dak' bovenop. Het bleek nu, dat mijn collega deze constructie bedacht had. Het zou een verjaardagscadeau zijn voor een andere collega. Ik vond het veel te weinig doorgrond, doorleefd, maar ik probeerde dit niet te laten merken. Ik kon het ook niet voor mij houden dat het een verrassing voor de andere collega was. Dus ik knipoogde naar haar, al seinend, zo van: 'dit krijg je voor je verjaardag'. 

Ik moest voor de cursus een afstudeerproject doen. Ik deed een onderzoek naar 'materialen'. Dat was het onderwerp 'voor het oog'. Maar in werkelijkheid was het een verkapt onderzoek naar het koopgedrag van collega's: dure materialen bestellen en aanschaffen, teveel boodschappen bestellen en dat hier geen controle op is. Ik deed dan ook zogenaamd interviews over dit onderwerp. Een aantal collega's viel achter elkaar door de mand. 

Een collega rolde een kleed uit en de kinderen gingen er met de collega op spelen. 

dinsdag 28 februari 2023

Kind

Het was op een feestje bij mij op de Herengracht. Ik was steeds aan het kletsen met de verschillende gasten, omdat ik de gastvrouw was.

Het kon ook wel dat het in het huis van mijn zusje was. 

Tegenover mij zat een meisje van een jaar of acht. Ze had een gezet postuur, en ze zat er in een katoenen witte jurk. In haar blonde haar droeg ze een haarversiering van schapenwol. Ze keek met een ongelukkige blik voor zich uit, en leek geen contact te maken met anderen. Ze zat op de grond, met de benen voor zich uitgestrekt. Het leek hiermee of ze extra dikke benen had. Het leek op een foto van mezelf, toen ik jong was. Maar op die foto kijk ik niet met een ongelukkige blik. Als kind was ik helemaal niet ongelukkig. Maar dit meisje wel. 

Toen kreeg ik te horen dat de moeder van het meisje zojuist was overleden. Ik keek om me heen. Ik vond het onbegrijpelijk dat niemand zich met het meisje bezighield. Er was in een halve cirkel om het meisje heen ook niemand te bespeuren: alsof iedereen afstand hield. Het meisje zat op een grijs beschilderde houten vloer, die kraakte. 

Ik keek naar links en rechts, om te checken of er echt niemand van plan was naar het meisje toe te gaan. Want ik kende haar niet, en zij kende mij niet. Maar ik vond het absoluut ontoelaatbaar dat het meisje nu niet opgevangen zou worden. Die eerste opvang na het overlijden van de moeder is cruciaal. 

Dus ik stapte op het meisje af, en nam haar voorzichtig op schoot. Gezien haar postuur zou ze best heel zwaar zijn, maar toen ik haar op schoot nam, bleek ze vederlicht te zijn. Het deed sterk denken aan Jezus aan het kruis, die bij Maria op schoot lag. Ik zag ook de gelaatsdoek, die besmeurd was met bloed. 

Ik ging zachtjes in gesprek met het meisje. Ze wiegde heen en weer, en ik wiegde mee. Ik weet niet wat ik zei. We konden beiden heel duidelijk de energie van haar moeder voelen. Die energie ging als het ware door het meisje heen. Het was een hele sterke energie. Het deed me ook wel denken aan een fragment in gtst. Het was alsof die energie het meisje optilde. Alsof ze zelf een beetje de moeder werd. Haar moeder was er nog in energie, en ze was bij haar. We moesten allebei een heel klein beetje vaag glimlachen, omdat het ons beiden troost bood. 

Toen kwam er een jongeman die haar kende. Ik kende hem wel, als kind van onze NSO. Maar in de droom was hij ouder: een jaar of 15. Hij loopt wat moeilijk, agv spasme. Maar hij pakte resoluut het meisje van mij over, en tilde haar naar de bank. Hij droeg zijn nieuwe jas, in lichtblauw en donkerblauw, met capuchon. Ik had een sterke gevoelsband met hem. We hoefden geen contact te maken, om van elkaar te begrijpen wat we bedoelden. De jongen straalde enorm veel wijsheid uit. 

Mijn taak zat erop, en ik fietste door Leiden. In gedachten zag ik een kaart met een afbeelding van een anthurium. Dat was de lievelingsbloem van de moeder van het meisje. Deze afbeelding gaf energie en kracht. 

In een steeg reed ik langs een herenhuis met een trapje. Daar zag ik een dame van het trapje af lopen. Blijkbaar kende ik de dame. Ze droeg een wollen jas in tijgerprint en ze had piekerig roze geverfd haar. Ze bleek de kraamverzorgster te zijn die bij de geboorte van het meisje had geassisteerd. Blijkbaar was ik daar dus ook geweest. In welke rol of functie, dat weet ik niet. Maar het was wel een belangrijke rol geweest.  

De kraamverzorgster riep mij na van heeeee, weet je wat er gebeurd is! Ik fietste snel door en riep 'andere keer, komt me nu niet uit'. Ik vond het niet discreet dat de mensen op straat het hoorden, en had de indruk dat de kraamverzorgster alleen maar op sensatie uit was. Kreeg er een naar gevoel bij. 

Ik fietste door en wist niet precies waar ik naartoe fietste. Maar ik had de neiging om te blijven fietsen, omdat ik spanningen kwijt moest. Het maakte me ook niet uit waar ik naartoe fietste en ik zag de zon langzaam opkomen. Het was aan het begin van mijn volwassen leven. De kronkelweggetjes in de omliggende dorpen van Leiden zouden mij vanzelf wel de weg wijzen. 

In het centrum van Leiden had ik nog een filmploeg gezien. Ze hadden een heel gebied ontruimd en daar hadden ze gefilmd. Nu zat het filmen erop, en konden ze alles weer terugzetten. 

Ik was doorgefietst en had gedacht oh....misschien was het dan gewoon maar een film, en was de moeder van het meisje in het echt niet overleden. Dat hoopte ik dan maar. Maar het maakte hoe dan ook heel veel impact.  

  

zondag 19 februari 2023

Feest

Ik was met een aantal collega's op een feest. Er was een wandeling. Het leek dus op de bijeenkomst van afgelopen maandag. Ik liep rechtdoor, terwijl de anderen de bocht om gingen. Zoals op de heide waar het bankje staat dat uitzicht heeft over een weiland. Je kunt er voorlangs lopen (rechtdoor) of je kunt erachter lopen (bocht om). Ik zag dat de anderen de bocht om gegaan waren, dus ik liep snel mee. Ik was erg moe, had al heel lang gelopen, wist niet wat ik moest doen om de eindstreep te halen. We liepen in een modderig moeras. Opeens was ik op de plaats van bestemming: veel eerder dan verwacht. Wat was ik opgelucht! Het was donker en ik zei steeds dat het wel erg veel leek op het KDV van de Harm. Het was ook het KDV! Maar ik had het niet meteen herkend. In de droom was ik een kind op het KDV, en ging ik daar naar het toilet. Ik was heel bij dat we binnen waren en ik feliciteerde ook anderen met hun binnenkomst. 

woensdag 11 januari 2023

Gebed

 In de droom werd een lijkenkist uit de Andreaskerk te Kwintsheul gedragen. Mijn lichaam lag in de kist. Ik weet niet wie de kist droegen, maar ik voelde heel veel liefde van de personen die de kist droegen. Dat was liefde die ze in mijn leven niet hadden kunnen / durven tonen aan mij, maar nu dus wel. Door die liefde voelde ik mij geborgen. Er was totaal niets engs of geks aan het feit dat ik dood was en dat ik naar mijn eigen kist kon kijken. Het was heel normaal en er was een fijne, ongekende rust die ik nog nooit eerder zo had ervaren. Ik kon ervan genieten hoe zorgvuldig en met aandacht men de kist droeg. Het was een mooie dienst geweest en ik hoorde de klokken heel verfijnd luiden. De kerkgangers hadden een voldaan gevoel van deze kerkdienst. Er werd met mijn kist over de Heulweg gelopen. Ze liepen over straat. Een automobilist stond op het punt om uit parkeerstand de straat op te rijden. Hij wou eigenlijk niet op ons wachten. Maar de kistdragers liepen resoluut door en gaven hiermee een signaal dat de automobilist maar even op mij moest wachten. Ze namen het dus ook voor mij op. Dat was ik bij leven van deze mensen ook niet gewend geweest. Maar gelukkig dat het er nu wel was. 

Ik was met mijn vader in de aula van het LMC. Het was een achthoekig, massaal, bunkerachtig gebouw met dikke muren. Blijkbaar waren die dikke muren nodig om beschermd te worden. Ik keek met mijn vader omhoog naar dat massale gebouw. Ik vroeg 'waar we dan gebeden hadden'. Mijn vader zei: "Dat weet je toch nog wel? Want we hebben net nog gebeden." We hadden in de nok van het gebouw gezeten, met de loft van Amber als houten stoffige zolder. Daar hing een zachte, serene energie. 

dinsdag 3 januari 2023

Vader

 In de droom ging ik naar mijn vaders werk, en vroeg ik waar hij was. Het bleek dat hij in een groot kantoor werkte. Dat was vroeger een postkantoor geweest, met heel veel medewerkers. Hij had daar een belangrijke functie gehad. Nu was het postkantoor niet meer in gebruik, en was het een kringloopwinkel geworden. Het was er wel een beetje rommelig. Overal lagen losse paperassen. Maar het was een gezellige bende, en er waren veel bezoekers die het hier heel gezellig vonden. Het liep goed met de kringloopwinkel! 

Ik vroeg het overal, maar ik kon nergens mijn vader vinden. Uiteindelijk zag ik een apart kantoor in de loods. Daar zat hij pontificaal achter een bureau, dat op een verhoging stond. Ik kon alleen niet bij hem komen, omdat er ruiten tussen zaten. En ik zag nergens een deur van het kantoor. Ik werd een beetje angstig bij het idee dat ik misschien wel nooit bij hem zou kunnen komen. Dat hij zich opsloot in dat kantoor. Toen bleek ook nog dat dit niet alleen zijn werk was, maar dat hij hier ook woonde. Zijn witte blouse zat slordig, en zijn stropdas was gekreukt. Het zag er ook wel uit als debiteuren crediteuren. 

Ik had veel vragen aan de medewerkers van de kringloopwinkel, over mijn vader. Maar deze vragen konden of mochten ze niet beantwoorden. Daar moest ik mij dus bij neerleggen. 

Brug

 Ik moest op tijd naar mijn werk, in Beilen. Maar ik nam een hele andere route dan ik gewend was. Zou ik dan wel op tijd komen? Ik ging via Nieuw-Amsterdam. In de verte zag ik de toren van de kerk van Sleen al. Nu herkende ik de weg weer. Ik zou prima op tijd komen. Ik reed door een drukke straat in Amsterdam, richting de Dam. Het was regenachtig weer. De auto ging nauwelijks vooruit. Dat vond ik raar, want technisch was alles in orde. Ik zou de auto bijna moeten duwen. Nu reed ik over de Heulweg, in de buurt van de slager. Ik moest nog wat voor mijn moeder ophalen bij de slager. Heel veel taken bij elkaar, maar toch bleef ik gewoon rustig. 

In een volgend fragment bleek de auto toch gewoon vooruit te gaan. Dat probleem was dus opgelost, zonder dat ik er iets voor had hoeven doen. Ik kwam uit bij de Sint Servaas-brug, aan de kant van Wyck. De brug was in de droom een gigantische betonnen ronding over de Maas heen. Het leek ook wel een grote steen, in een mooie zilver grijze kleur, glimmend, prachtig geslepen. Ik moest hoe dan ook over die brug heen, om op tijd op mijn werk te komen. Ik besloot gewoon te gaan lopen, en te zien hoe ver ik zou komen. Het was gigantisch stijl, en echt niet te doen. Maar ik liep gewoon door, zonder om te kijken. Ik richtte mij alleen maar op het lopen. 

In een volgend fragment had ik in een keer de top bereikt, zonder dat ik er voor mijn gevoel nou al teveel voor had moeten doen. Ik was stomverbaasd. Ik genoot van het uitzicht. Dat was prachtig. Er kwam een hippie-man, zoals Sjakie van flodder, enthousiast op mij af lopen. Hij feliciteerde mij met het feit dat ik de top bereikt had. Voordat ik kon antwoorden, nam hij mij mee de lift in naar beneden. Alles ging heel snel. 

Honden

Het was vroeg in de ochtend. Ik woonde bij mijn ouders. Ik was nog jong. Of misschien 'was ik wel mijn vader, die naar de buren ging om te vertellen dat ik geboren was'. Het was in het ouderlijk huis. De lucht kleurde rood en de zon kwam langzaam op. Ik liep langs het huis naast ons huis, en wilde net de laan van de buren in lopen, toen er allemaal verschillende honden op mij af kwamen. Ze gedroegen zich niet als waakhonden, maar als hulphonden. Het waren prachtige, gezonde, ranke honden, heel vitaal. De eerste hond die op mij af kwam, was Sheila! Ze zag er spiritueel uit, was volwassen geworden, zag er doorleefd uit, maar wel op een mooie, serene manier. Wellicht kwamen alle honden uit de hondenhemel, even gedag zeggen. Ik voelde mij gedragen! 

Ik was ergens op vakantie in Spanje. Iemand had een plastic melkpak meegenomen, en dronk hier een flinke teug uit. Toen ging ze het gedichtje lezen dat op het pak stond. Ze attendeerde anderen op weer een nieuw gedichtje op het melkpak. Ik was verbaasd. Ik wist helemaal niet dat er gedichtjes op de melkpakken stonden. Wat leuk! 

Toen kwam er nog een belangrijke, betekenisvolle droom. Ieders leven werd in segmenten opgedeeld: begin, midden en einde. Dat leek op het eerste gezicht niet heel bijzonder, omdat ik dit ook geleerd heb bij Scenario Schrijven. Maar het was voor mij een enorm vernieuwend inzicht in mijn hele leven. Want hiermee kon ik mezelf van de anderen begrenzen, de anderen van elkaar begrenzen en de anderen van mij begrenzen. Het gaf eindelijk het gewenste overzicht in mijn leven, zonder dat de eenheid der dingen opgegeven hoefde te worden. De indeling was een soort 'deksel over de werkelijke wereld heen'. Dus als ik de indeling niet nodig had, dan kon ik de deksel er gewoon af halen. Beetje zoals patroontekenpapier, dat je over de stof legt.  

Ook ieders leven 'an sich' kon worden opgedeeld in segmenten. Je leefde van de ene module naar de andere. Je rondde de module helemaal af, en dan ging je naar de volgende. Dan kwam de vorige module niet meer terug. Deze hoefde dan niet in je hoofd te blijven. 

Het was zoals dat puzzeltje van die aankleedpop in verschillende fases. Soms legde je dan een stukje van de blote buik naast de rest van het lijf, wat al aangekleed was. Dat was niet erg. Dat hoorde erbij. Ofwel je wilde dan toch nog iets uit de vorige module beter maken, afronden. Ofwel je was een vreemde eend in de bijt bij de module van je buurman, maar dat was dan nu geen probleem meer, want het aangeklede stukje zou er vroeg of laat ook wel weer bij komen. 

Het was nog wel even zoeken wat de spelregels precies waren. Maar de lancering op zichzelf gaf eigenlijk al alle duidelijkheid waar ik zoveel jaren al om vroeg. De verfijning van alles zou vanzelf op gang komen. Dat was een kwestie van tijd en vertrouwen.