donderdag 27 april 2017

Groep

Ik was op een bijeenkomst, en ik werd daar 'weggepest'. Ik probeerde allerlei dingen bespreekbaar te maken, en het heel rustig te zeggen, maar dat werd mij niet in dank afgenomen. Ik stond hier helemaal alleen in. Ik probeerde steeds rustig te blijven, maar ik werd van alle kanten belaagd, en de mensen kwamen intimiderend heel dichtbij mij staan, namen mijn ruimte in.

Dit maakte mij zenuwachtig en bang. Ik probeerde bij mezelf te blijven, maar de energieën kwamen te dichtbij, en ik kon mij niet meer verweren. Het ging maar door, en het hield niet op. Ze deden een stap naar achteren, en dan weer naar voren, keken mij dan dreigend aan, wezen in mijn gezicht van 'jij jij jij...........'.

Het leek wel alsof ik iets fout had gedaan, maar dat was feitelijk helemaal niet het geval. Ik had alleen maar dingen bespreekbaar gemaakt, eerst heel rustig en op de achtergrond, maar dat werd nu steeds moeilijker, dus ik werd ook steeds feller. Ondertussen ging ik wel door met mijn verhaal, en dacht 'nu vertel ik alles ook'. Bijvoorbeeld ook over de klok. Ik kreeg iedereen over mij heen, en het kon me ook niet meer schelen, dacht nu zal ik alles vertellen ook, ze zijn nu toch al tegen me, ik ga hier niet eerder weg dan dat ik alles gezegd heb.

Ik liep steeds heen en weer door de ruimte, een lange woonkamer met een bijkeuken ernaast, en door die bijkeuken zou ik straks 'vluchten'. Ik was nu heel lang en met een hoedje op, en dat beschermde mij in zekere zin. Iemand riep wat een belachelijk hoedje ik op had, en dat ik zo snel mogelijk weg moest en de anderen riepen ja ja, ze moet nu weg, ga weg ga weg ga weg! Maar ik dacht ik ga niet eerder weg dan dat ik werkelijk alles gezegd heb, en ook mensen heb aangesproken op hun verantwoordelijkheid.

Ik was ondertussen ook stomverbaasd, dat ze zich allemaal zo lieten kennen in de groep, terwijl ze één op één helemaal niet zo waren. Er was geweld en herrie, en iedereen liep door elkaar. Toch was ik niet bang. Eerder strijdbaar. Zoiets van nu is het klaar. Toch vroeg ik mij af wat ik nu moest. Het waren allemaal vrouwen. Eén vrouw was er niet aanwezig. Ik miste haar. Wat zou zij ervan zeggen!?

Toen kwam er een man tevoorschijn. Hij zei nou, als ik jou was, dan zou ik ze de rug toekeren. Pak je biezen en ga. Laat het maar achter je. En dus deed ik dat. Moest mijn laarzen verruilen voor mijn stevige schoenen. Dat duurde even. Maar toen ging ik. Opgelucht, dat ik alles gezegd had.

Ik keek al naar de deur, en kon zo via de achtertuin naar buiten gaan, maar kon er net nog niet bij. Er was een vijver, die ook wel een zee was. Er was een spoorbaan aangelegd voor speelgoedtreintjes. Ik ving er nog net een glimp op van een klein treintje in de mist. Dat scheen heel belangrijk te zijn: dat ik dat nog net op de valreep gezien had. Het was een rood treintje. 

zondag 23 april 2017

Vergadering

Ik zit in een vergadering, en ik moet om half 5 thuis zijn, omdat de buurvrouw de auto nodig heeft voor de kapper. Ook heeft zij azijn voor ons klaar staan, om iets schoon te maken. Ik kan maar niet weg komen uit de vergadering, en anderen zeggen 'dat het toch leuk voor mij is, om erbij te blijven'. Dat geeft mij druk, want ik moet ook elders zijn, en ik voel dat daar geen begrip voor is. De voorzitter gebaart mij, dat ik wel kan gaan. Ik moet ook nog naar het toilet, en een jonger iemand moet ook naar het toilet. Dat is in een ziekenhuis, waar ze in een grote ruimte massaal bezig zijn met hulp aan ouderen, oefeningen etc. 

Motor

Ik rijd op een motor, en ik ben 'mijn bootje vergeten'. Dat bootje zat aan de motor vast, maar is ergens achtergelaten. De motor blijft onbewaakt achter, en loopt stationair. Kan ook gestolen worden. Ik ben in een drukke Spaanse stad, op zoek naar het bootje, het is heel zonnig en warm. Het bootje is belangrijk, en moet gevonden worden. In de vorm van een wierookbakje, ovale vorm, wit keramiek, verfijnd. Het heeft te maken met Ambers prestaties op vwo en toneelschool.

Maar wie past er nu op de motor? Komt het goed? Niemand biedt zich aan. Hoe kan ik nu motor rijden, als ik geen motorrijbewijs heb? Het is een bergachtig landschap, waar ik vaker van droomde. Een drukke stad in de bergen.

Ik schijn het tip top onder controle te hebben. Er kan mij niets gebeuren. Ik heb een splinternieuwe motor. Misschien wordt ie nu ook wel voor de eerste keer gebruikt. Rijdt als een zonnetje. Heerlijk vrij, hier in de Spaanse bergen. Ondanks mijn zorgen mag ik mij ervan gewissen dat het uitermate veilig en vertrouwd is. 

Onverharde weg

Droom 21/4:

Ik ben met een jongen in het ouderlijk huis van mijn jeugdvriendinnetje. Ik laat hem de badkamer zien. Ik vertel dat ik hier vroeger vaak logeerde, en dat wij dan in dat bad gingen, met gekleurde kinderstickers van rubber erin geplakt. Het maakt geloof ik niet zo'n indruk op de jongen.

De jongen zit met vader / vrienden bij Bram Patat, aan de Heulweg, op een terrasstoel, naar de weg te kijken. Ik denk nog 'de stoep ik veel te smal voor een terras............dat kon weleens gevaarlijk zijn....'. Daar fiets ik heel snel voorbij. Ik heb misschien iets opgehaald bij de dokter, in de Raaphorst, en moet dat snel naar mijn ouders brengen. Heb eigenlijk geen tijd. De jongens zwaaien heel uitbundig, en daar ben ik verbaasd om. Nu heb ik in 1 keer wel tijd, en fiets ik nog een rustig rondje, om extra te zwaaien. Zojuist was de Heulweg nog heel druk en bedrijvig, maar nu is het de Heulweg van eind 19e eeuw, waar ik dus vaker over droom. De weg is nog onverhard, en er komt bijna geen verkeer, alleen karren en paarden. Ik krijg een geschenk mee van het clubje jongens en de vader. Is het een plat brood? Turks brood? Het is zorgvuldig verpakt.

Ik zwaai nogmaals, heb duidelijk moeite met afscheid nemen, en luister naar een mooi nummer van Eric Clapton, dat keihard te horen is. De jongens roepen dat het een mooi nummer is, en dat is een moment van verstandhouding, dat het zwaaien vervangt zeg maar. De jongens gaan mij ook missen. De klanken van Eric Clapton blijven gewoon met mij mee fietsen, dus echt afscheid neem ik niet. Dat is een hele troost. Ik merk dat de weg een stuk lastiger rijdt, zo onverhard en met bobbels en steentjes. Daardoor slinger ik een beetje. Ik fiets op een racefiets, wat heel gek lijkt, in het Kwintsheul van eind 19e eeuw, vrouwen in lange jurken met schorten en mutsen op, kinderen aan hun zijde, manden in hun hand.

Ik fiets naar mijn ouderlijk huis, en het lijkt sterk op een 'laatste rondje'. 

vrijdag 21 april 2017

Flat

In de droom woon ik met Hessel in een flat, bv zoals zijn broer in Groningen, of de studentenflat waar ik woonde, maar er is ook een gallerij. Het is 's avonds laat, en de kamer is ingericht zoals mijn kamer in de studentenflat, vroeger. Er hoort ook nog een badkamer en een keukentje bij, zoals in de appartementen voor ouderen. Ik draag nachthemd en kamerjas.

Er wordt aangebeld, en de komst van mijn vriend uit Duitsland en zijn vrouw wordt aangekondigd. Ik kan het bijna niet geloven. Ik hoop maar, dat ze de inrichting van ons huis gezellig vinden, en dat alles wel netjes genoeg is opgeruimd. Midden in de kamer staat mijn bed, en met kussentjes is daar een bank van gemaakt. Alles is wel schoon en fris.

Zijn vrouw komt enthousiast naar binnen, en zelf is hij beneden nog even bezig met spullen. Er moeten spullen geladen en gelost worden, en daarna zullen ze midden in de nacht weer naar Duitsland rijden. Ik denk dat hij de spullen laadt in zijn Jeep, maar het blijkt een kleine Volkswagen te zijn, die erop lijkt. Dat verbaast mij, want kan alles er dan wel in? Maar dat blijkt toch wel te lukken, ook al ziet dat er eerst een beetje gek uit. Het zijn grote meubels, en spullen voor de bouw. Hij krijgt hulp van een vriend, en ze zijn er maar druk mee.

In de droom zijn zij gewoon vrienden van ons. De klus zal even geklaard worden, dan zullen ze nog even koffie of thee bij ons drinken, bijkletsen en naar Duitsland rijden. Ondertussen is zijn vrouw dus boven al bij mij, en ze kletst honderuit, heel gezellig. Eigenlijk is zij de blonde huisgenote van heel heel vroeger, in mijn zustersflatje in Delft. Dat meisje was toen altijd heel druk en vrolijk, en vond het moeilijk om even op een stoel te zitten, maar wel superenthousiast. Deze vrouw is dat ook. Ze is heel belangstellend, hoe het met ons gaat, hoe het huis eruit ziet, er blijkt ook een klein bad te zijn, en nu is het dan weer mijn appartement in Melk, Oostenrijk, met het kleine ingebouwde bad, ze spreekt vol bewondering over ons, heeft ook een presentje meegenomen, heel warm en belangstellend. Ondertussen vraag ik mij af waar de anderen blijven, en of Hessel nu al kennis heeft gemaakt met mijn vriend uit Duitsland.

Ik wil nu eigenlijk wel even rustig gaan zitten en niet praten, maar dat krijg ik bij haar lastig voor elkaar, en ik wil haar ook niet voor het hoofd stoten. Ik ga alvast maar koffie zetten, en zij zegt tuurlijk, ik help je even mee, en ik durf dan niet te zeggen dat ik het liever even alleen wil doen, en dat zij even rustig gaat zitten, ze is ook zo lief, ik wil haar niet kwetsen, maar vind het nu ook vervelend om de conversatie tussen de mannen te missen, en getuige te zijn van hun eerste kennismaking, en hoe ze op elkaar reageren.

Mijn vriend zelf is voor mij min of meer buiten beeld in het directe contact, net zoals in andere dromen, en dat ik dat pas later bemerk, als hij weer weg is.

Hessel komt naar boven en inderdaad, ze zijn alweer weg, mijn vriend en zijn vrouw, en de vriend van hun. Ik ben heel verbaasd, want mijn vriend wil nooit weg zonder eerst even afscheid te nemen, maar dan bedenk ik dat dit misschien wel een droom is, en dan zou het weer wel kunnen.

Ik vraag snel aan Hessel hoe hun eerste kennismaking was. Hij kijkt mij verbaasd aan. Geeft de indruk dat de kennismaking helemaal niet voor het eerst was. Dat ze elkaar al zo goed kennen. Dat het heel vertrouwelijk tussen hun beiden is. Hij heeft hem even geholpen met de spullen, muziektips uitgewisseld, vriendschappelijk een schouderklopje gegeven en goede reis toegewenst, maar graag wel voorzichtig aan.

Hessel heeft dus wel gedag gezegd, en vindt alles heel gewoon..........

In de droom hebben we (nog) geen kinderen, en zijn we een stuk jonger...............

woensdag 19 april 2017

Droomfragmenten

Droomfragmenten van de afgelopen week:

Vlakbij een huis kiepert onze Volkswagen Up ondersteboven, en is zo licht als een trommeltje met koekjes.

Ik woon in een nieuw huis, dat pal aan het water staat, zonder strookje gras tussen water en huis, aan het kanaal. Het is een prachtige lokatie, een zeer goed onderhouden en solide huis, maar ik vind het echt te dicht bij het water, maakt me een beetje angstig.

Ik wandel een stukje op met een kale man, die onverstaanbaar praat. We lopen in een halve cirkel over een hobbelig berglandschap, met lichte hoogteverschillen. Ik zou in Zweden geweest zijn, met 'de baas'. Daar was een wijd uitzicht over een zee of een meer, en felblauwe, kraakheldere luchten, fijn vrij gevoel, schoon ook. Het was een verademing, en het had ruimte gegeven.

We liepen naar mijn woning, en deze was in een vierkant gebouwd, zoals vakantiehuisjes in de bossen. Later waren we binnen in mijn woning, en het was ook wel mijn studentenkamertje, op de Rijn en Schiekade. Ik had deze woning 'gehuurd van GGZ'. De man schrok er erg van.
'Het is niet anders', zei ik. Iets met hormonen. Het zag er armoedig uit. De was hing in de kamer te drogen, het was maar één vertrek, met hele oude vloerbedekking, zoals vroeger in mijn zustersflat in Delft. Ik vond het op zichzelf wel ok. De man zei alles nu meer te begrijpen.

Vannacht:

Een miniatuur kinderwagentje, dat je zo kon opklappen, en dat het dan een klein doosje werd. Leek een beetje op bamboe.

Een miniatuur hertje/eekhoorntje met man en kind, als cadeau voor mijn studentenvriendin.

Een kleurenwaaier, zeer fijnmazig, dus met heel veel waaiertjes in allerlei kleuren, zorgvuldige geselecteerd, voorzien van een zeer fijn metalen 'tussenleggertje', om een scheiding aan te brengen in de kleuren, in rijtjes waaiers in dezelfde kleur naast elkaar, en dan weer overgaand op een andere kleur.

Met een groep collega's van een afdeling naar een film kijken, en in de pauze gingen ze met kussens gooien. Ik werd heel boos, en ging toen weg. Ze zeiden er niets van, maar later, toen ik ergens anders was, had één van de collega's gebeld, en ik was heel bang om terug te bellen, bang dat ze heel boos was.

Nergens terecht kunnen, dwalen door de straat waar ik geboren ben, iedereen is bezig, in verschillende tijden in de geschiedenis, niemand ziet mij, ik ben wel heel rijk in die zin van bemiddeld, uit een zeer welvaren gezin, met een kast van een huis en een grote tuin, wellicht is het eind 19e eeuw, en loop ik in roezeltjesjurk en bijpassende muts, maar ik voel mij niet gelukkig, met de ziel onder de arm, het lijkt ook wel alsof ik een act opvoer.

Ik ben ergens in de achtertuin bij sjieke mensen, iedereen stelt zich voor, ook bedienden, ik kan niet verder met mijn eigen dingen, bv notulen schrijven, ik ben in de tuin van de koster, om zaken te regelen, maar het schiet niet op. 

woensdag 12 april 2017

Coaching

In de buurt van mijn oude basisschool liep ik rond met een plastic oranje mapje. Ik ging een bepaald onderzoek doen, als journaliste of psychologe. Het was een soort buurtonderzoek; een speurtocht naar de mensen in mijn jeugd. Ik was in de school en ook buiten de school. Het was een hele zonnige dag, ik voelde de warmte van de zonnestralen, en ik voelde ook heel sterk het hele gelukkige en onbevangen en intense gevoel dat ik ook als kind had, toen ik naar de lagere school ging, waar ik het altijd naar mijn zin had.

Er was nu een nieuwe generatie kinderen op deze school (die in werkelijkheid afgebroken is, en plaats gemaakt heeft voor een verzorgingshuis), maar toch waren wij gewoon zelf die kinderen (wij, mijn vriendinnen en ik).

Vlak voor de school is er een 'wagen volgeladen' met jonge kinderen. Het is een soort feestkar, zoals met buurtfeesten en carnaval, ook versierd. Er was een opdracht van bovenaf, dat de oudere kinderen de jongere kinderen gingen coachen, en dat gold voor alle leeftijden, dus ook de oudere personen de jongere personen. Dat zou voor mij betekenen, dat ik anderen van eind 20 ging coachen. Dat voelde ook heel naturel, en ik nam hier het voortouw in, met mijn buurtonderzoek, en mapje onder de arm.

Een jonge vrouw uit het dorp lag op haar buik, tegenover een leuk jongetje met krullen. Ze hadden een heel gezellig onderonsje. Het kon haar zoon ook wel zijn. Ze keken elkaar diep in de ogen, en waren fanatiek bezig met het lezen van een kinderboek, hadden de grootste lol, vergaten de wereld om hun heen, werden onderbroken door het sein dat de kar ging vertrekken voor een ritje door het dorp. Hoe was dit te realiseren, met dat drukke verkeer? 

donderdag 6 april 2017

Meerdere droomfragmenten

Vanmorgen de slaap niet kunnen vatten. Steeds met tussenpozen wakker, en als ik dan droomde, dan was er weer die herhaling van dezelfde droom: cliënten op route, en niet weten welke cliënten, en hoe laat, en waar ze wonen, en wat je er moet doen, en bepaalde kleren niet aan, deze keer de schoenen, de ene keer wel de andere keer niet, en dan je briefje met aanwijzingen weer vergeten, het aan de stagiaire moeten vragen, je hier heel knullig over voelen, er samen ook niet uit komen, steeds opnieuw proberen, dan weer wakker worden, denken het is alleen maar een droom, in slaap vallen, het herhaalt zich weer, dan wakker worden, dan weer denken het is alleen maar een droom, enz. Doodvermoeiend, dus dan maar uit bed en alles opschrijven, misschien geeft het je dan nog aanwijzingen.

Een ander fragment: ik sta met kleren aan onder de douche, terwijl Amber de douche op diezelfde plaats schoonmaakt. Ze geeft aan, dat ze overal op haar hoofdhuid huiduitslag heeft. Ze heeft er veel last van. Ik bekijk het: allemaal bultjes. Heel naar.

Gisterennacht droomde ik, dat ik aanvankelijk op de tram wachtte, terwijl dit het oude station van Delft was. Het was donker, ik zat met een paar jongens op een bankje, we pasten er niet allemaal op, dus zaten stijf dicht tegen elkaar, dat vonden de jongens geen probleem, ik ging toen toch maar even op een muurtje ernaast zitten, om ruimte te creëren. Ik dacht dat de tram arriveerde, maar het was een goederenwagon van de trein, en deze reed door. Toch liep er naartoe om in te stappen en de jongens gebaarden nog van nee joh, dat is een goederentrein, maar ik wilde niet luisteren, en zou nog bijna gevaar lopen ook, door in een rijdende goederentrein te springen, maar zag op het laatste moment ook wel dat dit helemaal geen zin had.

In een ander fragment ging ik werken op de dagopvang, ergens bij Borger, of ik kreeg er een rondleiding, en nam ook een vriend mee. Na de rondleiding was de vriend verdwenen. Ik kon hem nergens meer vinden. De verpleegkundige op de dagopvang vond, dat wij ook medicijnen moesten gaan delen. Ik vroeg of wij anders misschien alleen steunkousen mochten aantrekken, omdat wij de bewoners en hun omgeving niet kenden. Dan is het een veiliger idee om alleen steunkousen aan te trekken. Niet omdat ik geen medicijnen wilde delen, maar uit verantwoordelijkheidsgevoel. Dat vond hij maar raar, en keek mij wantrouwend aan, wat een ongemakkelijk gevoel gaf. Ook hier kwam ik weer steeds te laat bij de cliënten, en wist ik de weg niet (terwijl het dus eigenlijk een rondleiding was, en niet werk, maar ik trok het mij wel aan als werk, wat niet de bedoeling was).

Begin van deze week droomde ik, dat ik Hessel wegbracht naar de dijk in Hoogeveen, en dat ik naar een cliënt moest. Ik was echter nog in pyama, en had geen adres. Moest ik misschien een andere route doen? Alles was weer onduidelijk, en ik was radeloos. Waarom doe ik toch zo? Waarom weet ik het steeds niet te vinden? Collega's van het team kwamen mij troosten. Een andere collega zat mij ronduit uit te lachen. Ik zei dat zij geen respect voor mij had. Ik werd er gewoon bang van, hoe zij zat te lachen.

In een andere droom liep ik met Amber door de straten van Poeldijk, in een halve cirkel, gedeeltelijk gekleed. Zijn wij twee jonge kinderen? We lopen naar de Gantel, en wellicht speelt het zich af in de tijd dat mijn moeder daar opgroeide. De kade is mooi zonnig verlicht, en het lijkt wel de hemel, zo mooi en zo sereen, en er is niemand verder aanwezig. Het water kabbelt heel rustig, en maakt kleine geluidjes in de ochtendzon, nu en dan een meeuw, de zeelucht ruiken we ook, het is heerlijk, vroeg in de ochtend, misschien een uurtje of half 6. We zijn heel close en van onszelf zijn we zelfverzekerd, twijfelen in het geheel niet aan onszelf, zijn ook heel warm en goed voor andere mensen, vrijgevig, kunnen alles verdragen, groot incasseringsvermogen, groot hart, blij, tevreden. Hier hebben we een missie te volbrengen. Er staat een wieg en er staat een platte kar (zo'n kar die men gebruikt voor de takken van het Paasvuur). Deze moeten beiden achter de auto bevestigd worden. Dat is nog de blauwe Polo, die hier blijkbaar ook in de buurt staat.  Maar dat kan niet, want we hebben geen trekhaak. Ze kunnen ook niet beiden aan de auto, en bovendien heeft de wieg geen wieltjes. Het kan sowieso niet, en als het kan, wat dan eerst, de wieg of de kar? Bovendien moeten we straks naar 'de crematie'. Ik bel even naar de familie, om te zeggen dat we het niet kunnen meenemen, en dat het hier dan dus wel onbewaakt achterblijft. Dat voelt ook niet helemaal goed, maar we hebben hier geen keuze in.........