Het is een thema, dat vaak terugkeert in een droom. Ik zit in het vliegtuig, met andere mensen, die ik niet ken. Ik weet niet wat de eindbestemming is. Blijkbaar heb ik gewoon een vakantiereisje geboekt. De steeds terugkerende gedachte maar oh, ik kan die ticket toch helemaal niet betalen. Straks heb ik geen geld over, en wat dan. Maar ik kan niet meer terug. Ik zit al in het vliegtuig. Ik vind het helemaal niet nodig, en denk dat ik het geld hier helemaal niet aan had hoeven uitgeven. Maar het is al gebeurd. En al die bagage. Dat is toch ook een heel gedoe.
Ik probeer er nu maar het beste van te maken. De mensen om mij heen zijn vriendelijk. Er is een gemoedelijke sfeer. Ik voel mij veilig. Zoals heel vroeger, toen ik in mijn eentje reisde. Ik vond het spannend, maar voelde mij ook veilig, tussen de andere reizigers.
Er ligt een heleboel bagage om ons heen, van tassen, koffers, enz. Alles netjes verpakt. We wachten af welke richting het vliegtuig verder zal gaan.
Er wordt omgeroepen dat 'we gaan opstijgen naar Canada'. We houden ons goed vast, en gaan in één keer bijna loodrecht de lucht in. Ik denk dat het eng zal zijn, dat ik van alles zal voelen, maar dat is helemaal niet het geval. Het is eigenlijk ook heel gewoon. Voordat ik het weet, ben ik er ook al aan gewend geraakt.
Dan zit ik in de vertrekhal van Schiphol. Ik vul een enquete in. Dat is namens het hele gezin. Voor het invullen van die enquete moet ik een keppeltje dragen in een granieten asfaltkleur, wellicht van hard plastic of van lood. Dat keppeltje wordt op zijn plek gehouden door een koptelefoon. Die koptelefoon is dan weer aangesloten op de enquete, met knopjes. Die knopjes komen dan weer overeen met de knopjes in de cockpit van de piloot, in het vliegtuig dat verderop geduldig staat te wachten. Dit hele systeem is afkomstig van de Chinezen, en het is van groot belang dat ik die enquete voor hun invul.
Iedereen is allang klaar met de enquete, maar volgens mij heeft niemand deze volledig ingevuld. Ik vind dat ik deze wel volledig moet invullen. Ondertussen lopen de anderen baldadig om mij heen, en kan ik mij niet meer goed concentreren op de laatste vragen. Er is ook wel wat tijdsdruk. Het is 10 uur in de avond, en ik moet het vliegtuig halen. Bij de laatste vragen bedenk ik mij, wat de andere gezinsleden geantwoord zouden hebben. Ik probeer het tempo wat te versnellen, maar ik word steeds afgeleid. Ik ben in een Chinees restaurant. De Chinese mensen serveren maaltijden. Ze zien mij ploeteren. Ik vraag of ik nog veel tijd heb. Ze kijken mij begripvol aan en zeggen oh, maak je niet druk, genoeg tijd, maak maar rustig even af hoor.
Nu en dan valt het keppeltje van mijn hoofd, en gaat de koptelefoon scheef zitten. Ik vind het allemaal maar onrustig. Waarom wil ik het allemaal zo volledig afronden? Maar nog even een paar vragen, en dan is het klaar. Dan heb ik dit weer achter de rug. Dat is dan ook wel weer fijn. Dan kan ik het afsluiten........
Ik probeer er nu maar het beste van te maken. De mensen om mij heen zijn vriendelijk. Er is een gemoedelijke sfeer. Ik voel mij veilig. Zoals heel vroeger, toen ik in mijn eentje reisde. Ik vond het spannend, maar voelde mij ook veilig, tussen de andere reizigers.
Er ligt een heleboel bagage om ons heen, van tassen, koffers, enz. Alles netjes verpakt. We wachten af welke richting het vliegtuig verder zal gaan.
Er wordt omgeroepen dat 'we gaan opstijgen naar Canada'. We houden ons goed vast, en gaan in één keer bijna loodrecht de lucht in. Ik denk dat het eng zal zijn, dat ik van alles zal voelen, maar dat is helemaal niet het geval. Het is eigenlijk ook heel gewoon. Voordat ik het weet, ben ik er ook al aan gewend geraakt.
Dan zit ik in de vertrekhal van Schiphol. Ik vul een enquete in. Dat is namens het hele gezin. Voor het invullen van die enquete moet ik een keppeltje dragen in een granieten asfaltkleur, wellicht van hard plastic of van lood. Dat keppeltje wordt op zijn plek gehouden door een koptelefoon. Die koptelefoon is dan weer aangesloten op de enquete, met knopjes. Die knopjes komen dan weer overeen met de knopjes in de cockpit van de piloot, in het vliegtuig dat verderop geduldig staat te wachten. Dit hele systeem is afkomstig van de Chinezen, en het is van groot belang dat ik die enquete voor hun invul.
Iedereen is allang klaar met de enquete, maar volgens mij heeft niemand deze volledig ingevuld. Ik vind dat ik deze wel volledig moet invullen. Ondertussen lopen de anderen baldadig om mij heen, en kan ik mij niet meer goed concentreren op de laatste vragen. Er is ook wel wat tijdsdruk. Het is 10 uur in de avond, en ik moet het vliegtuig halen. Bij de laatste vragen bedenk ik mij, wat de andere gezinsleden geantwoord zouden hebben. Ik probeer het tempo wat te versnellen, maar ik word steeds afgeleid. Ik ben in een Chinees restaurant. De Chinese mensen serveren maaltijden. Ze zien mij ploeteren. Ik vraag of ik nog veel tijd heb. Ze kijken mij begripvol aan en zeggen oh, maak je niet druk, genoeg tijd, maak maar rustig even af hoor.
Nu en dan valt het keppeltje van mijn hoofd, en gaat de koptelefoon scheef zitten. Ik vind het allemaal maar onrustig. Waarom wil ik het allemaal zo volledig afronden? Maar nog even een paar vragen, en dan is het klaar. Dan heb ik dit weer achter de rug. Dat is dan ook wel weer fijn. Dan kan ik het afsluiten........