dinsdag 29 december 2015

Opa

Droom van gisteren nacht:

We woonden in een nieuw huis, dat ook wel een vakantiewoning was van vrienden van mijn ouders, op hun erf. Daar hebben wij vroeger een paar keer vakantie gehouden. Het was een prettige locatie, maar ik wist helemaal niet dat we verhuisd waren, en moest er dus nog aan wennen dat we nu ergens anders woonden. Het was midden in het bos, echt heerlijk. Alles klopte. Eigenlijk gewoon ook al de locatie waar we nu wonen (in het echt), met dat verschil, dat het in de droom echt helemaal in het bos was, en dat je dus meteen in het bos was, als je naar buiten liep. Ik snoof de bosgeuren op. Echt zo heerlijk. Ik zag eekhoorntjes, en struiken met knalrode bessen. Ook wel wat sprookjesachtig.

Binnen was niet zoveel ruimte, maar dat was niet zo'n probleem, want waarschijnlijk verbleven we hier tijdelijk. Ik vond het apart dat de woning (een koopwoning) bij de aflevering ook al gemeubileerd was. Alles even keurig, maar niet direct mijn smaak. Alles van glad blank hout en wat eentonig, niet doorleefd. Toch vond ik het erg gezellig, en de meubels ok, ik hoefde ze verder niet te vervangen. Er was een hoekbank, zoals in het huis van de vrienden van mijn ouders. Op zich een ruime, grote bank, maar deze wilde ik toch wel gaan vervangen, wat prima was.
Verder een zitje met rieten stoeltjes en een bankje, helemaal goed en naar mijn smaak.

Er bleken ook nog mensen te wonen, die enorm vriendelijk waren, en ik had het gevoel dat ik hen heel goed kende. Misschien waren wij het zelf wel, van vroeger, toen de kinderen klein waren. We zaten heel erg op één lijn. Ze zeiden 'dat ze in oktober niet konden'. Dan hadden ze iets te vieren.
Ik zei dat wij ook iets te vieren hadden. Dat we namelijk elk jaar de geboortedag van mijn opa herdenken (ik heb mijn opa nooit gekend).

zaterdag 26 december 2015

Schutteldoek

Een eerder beschreven droom: 

Ik ben op de slaapkamer van mijn ouders.
Daar ben ik met een vriendje.
Ik ben nog jong, rond de 20.
Hij omarmt mij van alle kanten, en daar ben ik heel blij mee.
Behalve van de kant waar ik oog in oog met hem sta/zit.
Ik sta het niet toe dat hij mij daar ook zou omarmen.
Dat zou teveel zijn. Ik zou dan geen overzicht meer hebben.
Deze ruimte wil ik graag vrij hebben.
Ik zie de omarming als de vlakken van een servethouder.
Zo'n luxe glimmende servethouder, die je in restaurants ziet.
Ik ben wel heel blij dat alle andere kanten wel bedekt zijn.
Dat voelt enorm veilig en vertrouwd en echt.
Het maakt dat ik helemaal mezelf kan zijn.
Hij is graag bij mij en het lijkt alsof hij het liefst voor altijd bij mij is.
Het is enorm intiem, zonder dat er nu verder meteen van alles hoeft te gebeuren.
We hebben ook verschrikkelijk veel lol.
Anderzijds is het ook wel weer héél close.
Ik weet niet zo goed hoe ik daarmee om moet gaan.
Maar het voelt vooral wel heel prettig en veilig, en ik zou niet anders willen.
Hij wil het eigenlijk helemaal niet, maar toch staat hij langzaam op, en rekt zich uit.
Zijn been was gaan slapen en het mijne ook. We moeten er beiden om lachen.
Hij rekt zich uit met veel kabaal en ontspanning.
Ik merk dat het mij goed doet, dat hij zich heeft losgerukt uit de omarming.
Ik had het zelf niet aangedurfd. Had de angst gehad hem daarmee te kwetsen.
In het ouderlijk huis moet weer van alles gedaan worden.
Ik kan niet lang stil zitten, moet de andere gezinsleden assisteren, opruimen, schoonmaken.
Hij is zich dat ook wel bewust. Het gevoel wordt er niet minder om. Het is nog even sterk.
Als symbool stuurt hij nog even gauw een afbeelding van een theedoek, per telefoon.
Ik zie de afbeelding, en draag deze bij mij, het voelt vertrouwd. Het is een mooie theedoek.
Een nieuwe theedoek, die plat liggend op de afbeelding staat.
Het Drentse woord schutteldoek komt naar voren, en komt ook steeds terug.
Ik draag het bij mij, als een icoon.


woensdag 23 december 2015

Overtocht

Met mijn broers ben ik op de veerboot naar Terschelling. Mijn oudste broer en ik rijden beiden op een hele hoge blauwe solide fietsen. Ik vind het eng, maar voel dat de fietsen solide zijn. We zijn op het autodek, dus we moeten ook oppassen dat we niet tegen de stilstaande auto's fietsen. Naar voren kijken en tevens naar beneden kijken. Dat gaat echter goed. Het is preciesie-werk, maar het lukt allemaal perfect. We rijden tegen een grasheuvel op de kade aan, terwijl we tegelijkertijd bezig zijn met een overtocht. Het is de bedoeling om de heuvel te bereiken. Als we deze bereikt hebben, staat onze jongste broer klaar om ons in zijn eigen sloep naar de overkant te varen. Dan is het niet meer de Noordzee, maar een nostalgische rivier, in een prachtige omgeving, met veel groen en bomen. Hij zal de boot voortbewegen met hulp van een lange stok. Echter, we moeten dus eerst de heuvel bereiken. Dat is een voorwaarde. Het is maar een paar meter, maar ik vind het plotseling heel eng, en weet niet of ik in balans zal blijven. Ik besluit door te zetten, en het gaat prima. De adrenaline giert door mijn lijf. 

dinsdag 22 december 2015

Droomfragmenten

Belangrijke droomfragmenten van de afgelopen weken:

Reling:

Ik begeef mij hoog in een reling van een gebouw. Het is een gebouw waar oudere mensen wonen. Zoals het gebouw waar ik de cursus in Meppel geef. Het is naar aanleiding van een opmerking overdag, dat ik gezegd heb dat ik 'ten allen tijde in beweging blijf'. In de droom blijf ik inderdaad ten allen tijde in beweging, echter wel ten koste van mezelf! Ik ga maar door en ik ga maar door. Enerzijds is dat wel goed. Het brengt me verder. Maar er zijn teveel mensen die dat wel prima vinden. Die denken hé, dat komt mooi uit. Zij regelt het wel. Dan kan ik mooi blijven zitten waar ik zit. Terwijl ik hoog in een reling hang, kom ik plotseling tot dit besef. Het was al die tijd al zo, en ik merkte wel dat het mij steeds meer energie ging kosten. Maar ik had helemaal niet in gaten dat dat de energie van anderen was, en dat ik deze zo snel mogelijk weer terug moest geven, om zelf bij te komen. Ik zwerf al jaren over hoge relingen, veel en veel te lang, het lukt allemaal heel goed, maar ik moet mij wel steeds weer in allerlei bochten wringen, letterlijk, als een lenig aapje dat van reling naar reling klimt. Ik ben gewoon verbaasd dat dit mij allemaal lukt en al die jaren gelukt is. Een fantastische prestatie, maar het heeft me wel veel teveel energie gekost. Anderzijds heeft het mij ook heel ver gebracht, en dat had ik niet willen missen. Maar het is nu wel tijd om er echt mee te stoppen. Ik ben vlakbij de uitgang, die tevens ingang is. De cirkel is rond. Ik hoef alleen nog maar naar de uitgang alias ingang te springen. Maar ik word vóór die tijd wakker.......

Postbezorger:

Ik fiets in het donker in Klazienaveen, en wil net een brug oversteken. Ik weet hier niet helemaal de weg. Daar verschijnt in één keer een buurmeisje uit het donker. Ze blijkt postbezorger te zijn, en heeft haar fiets bepakt en bezakt. Zelf is ze dik aangekleed. Ze lijkt wel een kerstman! Ik stel haar een vraag, omdat ik naar iets of iemand op zoek ben. Misschien verwacht ik wel een belangrijke brief van haar! Ze geeft antwoord met uitleg hoe 'metalen bouten in elkaar passen'. Zoals bijvoorbeeld het mechanisme van een klok. Ik zie ouderwetse koperen onderdelen, zorgvuldig opgepoetst, met schroeven en dopjes. Ze doen ook wel denken aan de deurkrikken in mijn huis op de Herengracht.

Theater:

In de droom van vannacht was ik overtuigd uitgekozen als actrice, in een belangrijk toneelstuk. Ik kon mij helemaal niet herinneren dat ik gesolliciteerd had, en wist helemaal niet wat er van mij verwacht werd. Dat probeerde ik elke keer duidelijk te maken, maar niemand luisterde ernaar. In plaats daarvan werd ik overal in meegenomen en bij betrokken, alsof ik een ervaren lid van de groep was, wat in werkelijkheid dus helemaal niet zo was. Ik was bang dat straks de aap uit de mouw zou komen, maar dat leek uit te blijven. We waren in een reisgezelschap, van Noord-Nederland naar het Zuiden, ergens in het jaar 1800. Iedereen was heel authentiek en oorspronkelijk. Elke keer wilde ik weer uitleggen dat het een vergissing was, maar ik scheen helemaal niet door te hebben dat dat niet uitmaakte, dat ik er gewoon bij hoorde, ervaring of geen ervaring. Ik kon niet geloven dat ik gewoon gekozen was uit de grote sollicitatieronde. Ik was er nog niet aan toe om dit in ontvangst te nemen, terwijl de mensen in mijn omgeving dat al heel gewoon schenen te vinden. Het was een Buitenkunstachtige sfeer. Veel mensen in alternatieve kleding. Dag en nacht leken door elkaar gehaald te worden, of geluidloos in elkaar over te lopen. Dat was ook wel rommelig, met overal kleren die overhoop lagen. Niemand maakte zich druk. Het kwam sowieso wel goed. Het was midden in de nacht. Toen reageerde er eindelijk iemand op mijn twijfels. Ze zei nou, als iemand mij vraagt voor een rol, en ik ben er nog niet klaar voor, dan moet diegene maar zorgen dat ik er wel klaar voor ben, dat ik in die flow stap. Die ander wil mij immers graag voor die rol. Nou, laat ie er dan ook maar wat voor doen. Ik moest er even over nadenken, en toen leek mij dit wel een hele goede oplossing. Het gaf veel opluchting, ook al moest ik wel wennen aan het idee. We reden in een schemering langs boerderijen in Noord-Friesland. De lucht was mistig en ijl. Het zou goed komen. We gingen naar één van de eilanden.

Zand:

Veel zandgrond, een grote vlakte met zand, lijkend op strand of duinlandschap, maar achter, op het erf, van het ouderlijk huis, bij de volkstuintjes. De buurvrouw uit ons huidige dorp, die mij iets zegt of iets geeft. Mijn vader, aan het werk in de kassen, nog jong, geruite bloese dragend, opgestroopte mouwen. Stelt zich pro-actief op, zegt iets vaderlijks tegen mij, ik schrik ervan, ben dat helemaal niet van hem gewend, ben gewend dat hij altijd in zijn eigen wereld verkeert, vind het moeilijk om dit in ontvangst te nemen, heb hier nog niet voldoende vertrouwen in..........
(ook een droomfragment van vannacht)




zaterdag 12 december 2015

Calciet / slaapkamertje

Twee dromen van een tijdje geleden, die echt de moeite waard zijn om even op te schrijven.

Calciet:

Ik begeef mij op het grondgebied rondom de kassen van mijn vader. Er liggen zakken landbouwgif, waaronder Calciet. Ik weet niet of ik het goed zeg, maar volgens mij heette het calciet. Het is een witte juten zak, met vaalwitte grote korrels. Het ziet er een beetje uit als een tekening. Het ziet er ook onschuldig uit. Als je niets zou weten, zou je er niets achter zoeken. Ziet er ook op de een of andere manier decoratief uit. Het staat naast/in een berg met zand. Het is een berg met vers zand, zojuist opgegegraven, zoals door straatwerkers, of door een mol. Ik ruik de aarde. Het is een beeld dat vaak terugkeert in dromen. Het juten van de zak is half omgekruld. De berg aarde en de juten zak met inhoud lijken wel op zichzelf te staan, ook al vormen ze één. Alsof ze voor een stilleven naast elkaar afgebeeld of neergezet zijn. Eerst is de zak met inhoud gewoon schoon, maar dan blijkt dat er overal stof op zit. Het schijnt dat dit weer schoongespoten moet worden, en dat iemand daarvoor moet zorgen die het steeds laat afweten, terwijl hij er wel royaal voor betaald wordt. Hij weet het steeds klaar te spelen om er vandoor te gaan, en zodoende min of meer 'slapend' zijn geld te verdienen. Het is nu al de zoveelste keer. Ik besluit de zak met inhoud schoon te spuiten, 'voor de lieve vrede'. Ik begrijp zelf niet hoe dit kan, zonder dat het Calciet nat wordt, op papperig. Maar het blijft gewoon hetzelfde van samenstelling. De zak met inhoud is heel vlot schoongespoten met een hogedrukspuit, en dat had ik niet verwacht. Ik ben hier opgelucht over. Vrijwel geluidloos beweeg ik de hogedrukspuit naar een hele grote hoogte, en ik heb zelf niet in de gaten dat ik dit doe, ik word geleid, en ga zelf mee, dat voelt prettig en veilig. Voordat ik het weet, sta ik op 20 meter hoogte, tov de zandberg met zak met Calciet. Plotseling kijk ik er dus op neer! Ik blijk mij in een zandopgraving te begeven, een soort archeologische bouwplaats. De kassen van mijn vader zijn nu afgebroken, ik heb ruim uitzicht op de sloot, met aan het uiteinde het ouderlijk huis. De zandafgraving heeft een prachtige diepbruine kleur, in schakeringen bruin, en ik zie uitstekende wortels, ruik nu nog meer de geur van aarde. Hoe meer zand, des te veiliger. Ook hier gebruik ik nog de hogedrukspuit, maar het schoonmaken is al veel minder nodig, en stopt al spoedig, omdat het dan helemaal niet meer nodig is. 'De anderen' (familie van ouderlijk huis) begeven zich nog bij de zandberg, en hebben helemaal niet in de gaten dat ik mij op grote hoogte begeef. Dan, heel plotseling, plof ik zo van 20 meter hoogte weer naar beneden, en moet ik een rit afleggen langs een smalle richel, de zandberg met Calciet-zak achter mij latend (ben hiermee nu weer op gelijke hoogte). De tocht langs de richel is wel een beetje eng, maar ik heb nu al zóveel beproevingen doorstaan, dat dit eigenlijk peanuts is. Het is een laatste stukje................

Slaapkamer:

Ik trek op met verschillende vriendjes van vroeger. We draaien om elkaar heen. Het is op zich gezellig, maar het blijft steeds vaag, en ik wil wel een keer duidelijkheid, die ik nooit krijg. Wel is er voldoende wederzijdse liefde. Midden op een brug ben ik druk in gesprek met één van de vriendjes. Dan glijd ik weg, door de reling van de brug heen, over een stenen afdaling, die naar het water leidt. Daar zou ik op zich van moeten schrikken, maar eerlijk gezegd lucht het mij op dat ik afglijd. Het geeft mij de lucht die ik zo nodig heb. Ik ruik frisse zeelucht. Dit kan ik alleen ruiken als ik de afdaling neem, niet als ik bij hem blijf praten. Dus ik ben blij dat ik de afdaling neem.
In een ander fragment kijk ik naar binnen in mijn slaapkamer van vroeger. Ik tref er de ex-vrouw van mijn vriendje van vroeger. De slaapkamer ziet er prachtig authentiek uit, met mooie fleurige droogboeketten aan het plafond, boekenkasten op de plaats waar het raam is, vol met mooie boeken, een Holly-Hobbie popje. Ze ligt te slapen op het bed, dat midden in de kamer staat, en ontwaakt net, het is mooi ochtendlicht, ze kijkt er heel mooi en tevreden bij, groet ons vriendelijk. Naast haar een gezellig leeslampje op een ouderwets betegeld leestafeltje, op het oranje vloerkleed. Het ziet er helemaal uit als op mijn zolder, maar dan veel netter. Het plafond is er voor drie kwart uit, zodat je ver naar boven kunt kijken, in de zoldering. Dat biedt veel ruimte. Ze staat op, en gaat dan met Amber op een groot kussen samen gezellig 'hangen', en plannen maken voor de dag. Ik realiseer mij dat het mij ontgaan is, dat die twee samen hebben kennisgemaakt........