maandag 15 augustus 2022

Dood

In de droom werd mij verteld dat mijn vader was overleden. Ik reageerde vooral meer verbaasd dan verdrietig: verbaasd, omdat hij al zoveel doorstaan had, en hij deze klap dus niet te boven was gekomen. Ik moest eraan wennen dat mijn vader nu overleden was. Maar ik voelde zijn aanwezigheid zo sterk bij mij in de buurt, dat ik vooral ook dankbaar was voor zijn leven, en de rust had dat hij bij mij zou blijven, met mij mee zou reizen. In de droom was ik een uitvaartverzorger. Ik verzorgde het lichaam van mijn vaders neef, die pas was overleden. Ik waste zijn lichaam, balsemde het en kleedde het aan met mooie kleren. Ook deed ik een soort scan van achtergebleven energieen, met hulp van een Aldi-tas. Er was veel rust. Toen bemerkte ik dat het lichaam zich bevond in een soort aluminium huisje, met dunne wandjes. Ik was dus ook opgesloten in dat huisje! Er was slechts bovenin een kijkgaatje. Maar ik was niet bang, want ik stond boven mijn lichaam, en zodoende kon ik - net als gas - zo door het gaatje weer naar buiten. Binnen de kortste keren stond ik weer buiten. In de droom leefde zijn vrouw ook nog (terwijl zij in werkelijkheid eerder is overleden dan haar man). Ik zei haar dat hij er netjes bij lag, en dat zij bij hem kon komen kijken. Blijkbaar was de aluminium omlijsting er nu niet meer. Ik liep in een optocht op de Heulweg. Het was een bloemencorso. Daar zag ik mijn schoonzus met heel veel stress en spanning tussen lopen. Het was mijn opdracht om de Aldi-tas aan haar door te geven. Ze nam de tas wel aan, maar ze was er helemaal niet bij met haar gedachten. Ze was totaal in beslag genomen door angst en stress. Ik liep er achteraan omdat dit van mij verwacht werd, maar niemand gaf mij meer informatie. Toen bleek dat mijn broer was overleden. Ik schrok daar enorm van. Het bleek dat ik in een begrafenisstoet liep, en dat niemand mij had ingelicht. Daar zag ik mijn moeder lopen. Ze was helemaal ineengekrompen door verdriet. Waarom moest zij dit op haar leeftijd nog meemaken!? Ik vroeg aan omstanders wat er gebeurd was. Hij had een steen tegen zijn hoofd gekregen en was op slag overleden. Wat verschrikkelijk! Het hele gezin was er kapot van. Er was een soort omroeper, of iemand die de optocht georganiseerd had. Het was in de jaren '70. Die persoon vroeg of wij er klaar voor waren om het lichaam van mijn broer te zien. Ja, daar waren wij klaar voor. Vanaf de voeten werd het doek langzaam afgerold, zoals het doek van een vrachtwagen. Maar verder kreeg ik het niet te zien, en kwam er weer een ander fragment. Ik was spullen aan het verslepen uit het ouderlijk huis, via het bruggetje over de sloot naar het erf bij mijn vaders tuin. Daar stond nog het groene houten vakantiehuisje. Blijkbaar werd daar de inboedel naartoe verhuisd. Mijn tante van 85 hielp ook fanatiek met verhuizen, en was heel enthousiast. Ik was het er niet mee eens dat zij van alle moest sjouwen, en zei dat ik het belachelijk vond dat de verhuizers - jonge gasten - zo lang op zich lieten wachten. Ze kwamen uit Gelderland rijden, waar mijn tante ook vandaan kwam. Onderweg gingen ze veel teveel pauzeren en sigaretten roken. Het waren misschien ook wel de werknemers bij mijn vader in de tuin. Ik moest ook de wc-pot met mijn tante sjouwen. Blijkbaar zat deze dus gewoon los. Ze zei dat ze zich er enorm op verheugde om in het nieuwe huis naar het toilet te gaan. Want daar was een prachtig 'prinsessentoilet' gebouwd. Ik vond het op zich wel grappig, maar ik vond het ook wel wat ver gaan. Ze deed net alsof zij er zelf ging wonen, terwijl ze er alleen maar te gast was. We waren met het gezin ergens in Oostenrijk. Ik was blij dat ik eindelijk de onrust van het ouderlijk gezin niet meer voelde. Met het eigen gezin was het veel overzichtelijker en rustiger. We gingen op zoek naar mijn zusterswoning in Melk, en moesten hiervoor in cirkels een berg bestijgen met de auto. Ergens halverwege gingen we overnachten in een luxe hotel, waar het heel gezellig was. Het was er heel fijn thuiskomen. Onze huisart van vroeger was onze reisleider. Ik riep dat het toch heel fijn was om een dokter in ons midden te hebben. Maar de dokter wilde niet op een voetstuk gezet worden. Hij vond het gewoon gezellig om met ons mee te reizen.