31 juli 2022
Ik stond op het punt om te vertrekken naar mijn werk: ik moest er om half 10 in de ochtend zijn. Maar toen werd ik in een keer opgehaald door de buurvrouw en vrienden van haar. Ik werd tegen mijn wil de auto in gesleurd. We reden naar het appartement van mijn zus. Er werd veel te hard gereden. Met piepende banden scheurden we door de bochten. Op de parterre van de flat was een soort werkplaats met betonnen vloer. Meer een soort open ruimte onder de flat. De anderen gooiden mij de auto uit en reden weer met piepende banden weg. Ik moest hun ingewikkelde klus oplossen. Ik belde bij de conciërge op de parterre aan. Ik kwam een grote pruik van blonde haren brengen. Het was een kostbare pruik: de buurvrouw had er maandenlang aan gewerkt. Het was haar levenswerk geweest. Het voelde zwaar aan. Ik moest het geven aan haar vriend, die voor mentale klachten was opgenomen op de parterre van de flat. In de droom leek de vriend op Paul de Leeuw. Ik vond het heel apart, want ik had die ochtend de vriend van de buurvrouw nog bij hun huis gezien en gegroet, maar dan een jaar ouder. Ik moest de pruik aan de vriend geven, en ik moest erover liegen: ik mocht onder geen beding zeggen dat de buurvrouw erachter zat, en dat ze mij hier met zijn allen afgezet hadden. Het was uitermate belangrijk dat hij de pruik zou aannemen. Dus gooide ik tegen wil en dank mijn charmes in de strijd. Hij nam het verbaasd aan: missie geslaagd! Toen ik weer vertrok, stonden een paar dorpsgenoten tegen een auto geleund, sigaretje in hun hand. Eén van hen riep dat ik in mijn werk als B-verpleegkundige 'te direct' zou zijn geweest voor de patiënt. Ik was te dichtbij gaan staan en had te streng opgetreden. Maar voor de rest vond ze mij heel lief. Ik trok mij er niets van aan. Want het is iets van bijna 25 jaar geleden, en de betreffende patiënt was erg in de war en agressief. Dus ik moest wel streng optreden. Vooral ook voor haar en mijn veiligheid. Inmiddels was ik weer thuis. Ik was opgelucht dat het pruikenverhaal achter de rug was. Had ik het moeten weigeren? Nee, want dan had de buurvrouw het uit frustratie in stukken geknipt. Dan was de schade niet te overzien geweest. Tot mijn verbazing kon ik gewoon op mijn gemak naar mijn werk rijden. Het was nog steeds op hetzelfde tijdstip als voor het pruikenverhaal.