Ik moest een tentamen doen, maar wilde van tevoren nog even naar het toilet. Daar was ruim voldoende tijd voor. Ik liep naar beneden, op zoek naar het toilet. Daar was het te druk, dus ik liep de straat in, op zoek naar een toilet. Ik kon het nergens vinden. Ik bleef maar lopen en lopen. Het was ergens in New York. Ik riep naar mensen dat ik naar het toilet moest en terug moest naar school, anders zou ik niet op tijd voor het tentamen zijn. Het tentamen zou om 8:30 uur starten. De klok bleef op dit tijdstip staan. Dus het leek erop dat de klok 'erop wachtte' totdat ik weer terug was.
Ik liep op een breed zandpad in de buurt van Buitenkunst. Ik had er veel zin in, om weer kunst te gaan maken. Toen werd ik geroepen door Valentine. Ze droeg haar rode jas. Ze riep dat 'Brabander had gebeld'. Ik moest onmiddellijk naar huis komen, omdat er iets was met mijn vader.
Ik droomde dat mijn vader een foto maakte van een landschap. Dit landschap was precies symmetrisch gespiegeld in het water. Papa zei: "Zo klopt het eindelijk." Alsof hij hiermee wilde duiden dat zijn leven eindelijk in balans was.
