vrijdag 5 mei 2017

Kamer

We zijn met het gezin verhuisd, of met het gezin van komaf, naar het ouderlijk huis van mijn eerste vriendje. Iedereen is druk bezig met de spullen, en het is een chaos. Het is onoverzichtelijk, voornamelijk door grote tassen met kleren en lappen stof. Het lijkt ook wel alsof we ons klaarmaken voor een dagje strand, en op zoek zijn naar onze zwemspullen. Die moest mijn moeder dan vroeger wel voor mijn broers zoeken, en dan hielp ik mee zoeken.

Ik word er onrustig van, maar het blijkt dat ik mij kan terugtrekken op een eigen kamer. Ik vind het heel bijzonder dat ik hier een eigen kamer krijg. De kamer is al gemeubileerd, en de spullen mag ik houden. Als ik deze niet mooi vind, dat mag ik ze ook weg doen. Er zijn nog wel familieleden op mijn kamer. Het is nu de biljartzaal, in het ouderlijk huis van mijn jeugdvriendinnetje.

Mijn jongste broer is een jaar of 10, en zit op de schommelstoel een ouderwets computerspelletje te doen, achter een ouderwetse computer, met veel geluidjes. Het is op zich wel gezellig dat hij er is, maar ik zal blij zijn als ik straks rust heb. Dan ga ik de kamer ook een stuk leger maken. Er zijn ook kruiphoeken, waar spullen aan de vloer vastgemaakt zijn, bv stoeptegels, of dozen met bloemetjesstofjes. Het is wel lastig dat deze in de weg liggen, want ze liggen er wat zigzag, maar op zich is het ook niet erg, want er blijft genoeg ruimte over.

Mijn broer zit met zijn knietjes op de schommelstoel. Hij is heel druk en enthousiast, terwijl hij vroeger juist een rustig kind was, wat op de achtergrond. De schommelstoel is heel mooi modern, van een heel mooi ontwerp. Zoals ze bij Ikea verkopen, maar dan van veel betere kwaliteit, Ik vraag 'aan God' of ik deze ook mag houden, of dat deze nog hoort bij de vorige mensen. Natuurlijk zegt hij, deze mag je ook houden, die is voor jou. Daar ben ik heel blij mee, want heel vroeger had ik ook een schommelstoel op mijn kamer, nog van oma.

In een vorige droom liep ik over een straatje bij een huis, betegeld, en dreigde dat straatje te overstromen, maar het pad ging voor mij open, zoals in het verhaal van Mozes, van 'De Rode Zee'. Voor mij op het pad platte afbeeldingen van flamingo's, en men zei dat deze dood waren, en en vroeg zich af 'waarom de vogels toch steeds dood gingen'. Zo kwam het niet op mij over, want ik zag de flamingo's gewoon als mooie afbeeldingen op het pad, die mij ook allerlei mooie tekens gaven, waarvan ik de inhoud niet precies kon ontcijferen, maar het was wel duidelijk dat ik met hun kon communiceren. Wellicht konden de anderen dat niet!? 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten