zaterdag 1 maart 2014

Water

Droom gisteren:

Ik stond met een jongeman in de lift, klein en tenger van postuur, een stuk kleiner dan ik. Hij kreeg plotseling hele erge buikpijn, zei dat hij zijn p. kwijt was, en of ik deze misschien ook had gezien. Ik dacht eerst dat het een flauwe grap was, maar hij bleef ernstig en serieus kijken, dus toen zag ik dat hij het meende. Ik ging er niet zo op in, hield afstand, maar besteedde wel veel aandacht aan de buikpijn. Het leek nog het meest op menstruatiepijn, maar dat vond ik ook wel weer heel gek. Hij greep steeds naar zijn buik en vroeg om water.
Zodra ik de lift uit was, ging ik op zoek naar een beker, om water in te doen. Hoe simpel kan het zijn!?
Het bleek dat we op een school waren, en er werd overal in de lokalen druk gewerkt. Ik dacht dat ik ergens wel even naar binnen kon lopen om een beker of glas op te halen. Er was namelijk ook nergens een keukentje te vinden. De deuren stonden open, dus ik kon zo naar binnen lopen. Het was een warme zomerdag. Uiteindelijk pakte ik een kommetje van mozaïk. Dat had één van de studenten gemaakt van klei en mozaïk. Het stond daar te drogen, maar het stond er al heel lang, dus het zou nu wel te gebruiken moeten zijn. Ondertussen ging de les gewoon door. Jonge meisjes met lange blonde haren moesten voor de klas laten zien hoe ze verpleegkundige zorg gaven. Er stond een strenge docente bij, maar de meisjes vonden het wel een mooie les. Leerzaam. Ik liep met het kommetje op de gang, en had het al gevuld met water. Nu moest het goed komen. Het was alleen nog maar een kwestie van de jongen opzoeken. Ik was benieuwd hoe het nu met hem ging. Hij had echt dringend behoefte aan water. Echter, halverwege stortte het kommetje toch in elkaar. Het bleek nu dat het gemaakt was van papier maché. Blijkbaar was dat nog niet goed opgedroogd, want het veranderde zomaar weer in gewoon (kranten)papier. Ik vond dit vreselijk, zowel voor de jongen als voor het meisje dat zo fanatiek aan de mozaïk gewerkt had. Wat moest ik nu!?
Even later liep ik op dezelfde manier over de gang, maar nu met een zandsculptuurtje, in de vorm van een nijlpaard. Het zag er prachtig uit, en deed ook wel denken aan één van mijn vroegste jeugdherinneringen, toen ik een zandtaart had gemaakt tijdens een knutsel-kindermiddag. Ik liep heel trots met deze zandsculptuur over de gang, en nu moest het goed komen, want blijkbaar stond deze sculptuur gelijk aan water. De jongen zou ook hier mee gered zijn. Ik kwam bijna bij de jongen aan. Hij zat onderuitgezakt op een niet-gemakkelijke stoel in de hal. Het ging me aan het hart dat niemand anders naar hem omgekeken had. Ik liep blij op hem af, en vertelde dat ik iets voor hem had wat hem beter zou maken. Echter, toen stortte de zandsculptuur zomaar in. Ik kon wel janken..............


Droom vannacht:

Amber vertelde over een jongen die bij de groenteboer werkte, en die altijd zo behulpzaam was. Een lange, tengere, blonde/rossige jongen, altijd vrolijk en blij, handig in het werk. Zijn naam was Wouter Kiels.
Een student was woedend op mij. We hadden een gesprek met hem en zijn docent, en ik was nog even bezig met het kopiëren van de verslagen. Dat deed ik, nadat ik ander werk had afgerond. Het was al laat op de middag. We waren op een vmbo. Ik liep naar verschillende lokalen, maar scheen hier prima de weg te weten. Ik moest alleen dit nog even kopiëren, en dan zouden we in gesprek gaan. De jongen nam mij echter kwalijk dat ik niet eerder aandacht aan hem besteed had. Ik legde uit dat ik heel druk bezig was geweest met het begeleiden van andere studenten. Daar had hij geen boodschap aan. Hij keek mij agressief aan, en wou met mij op de vuist gaan. Ik bleef heel rustig, dus daar werd hij ook weer rustig van. Ik zei dat hij wel gelijk had, dat ik best wat eerder zijn verslagen had kunnen doorlezen, maar dat ik het anderzijds ook echt heel druk had gehad. Daar had hij geen boodschap aan. Hij griste de papieren uit mijn hand, en maakte zelf in een mum van tijd tien nette bundeltjes, compleet met paperclip. Ik schaamde mij wel een beetje, want met een beetje aandacht had ik deze jongen ook verder kunnen helpen, en hij was inderdaad al een aantal keren naar mij toe gekomen om te vragen wanneer we de opdrachten konden bespreken. Echter, anderzijds was er niet zoveel aan de hand. Ik had het andere werk afgerond, nu had ik alle tijd voor hem, en hij was nog prima op schema. Hij was echter voor geen enkele rede vatbaar.
In een ander fragment stond het gezin op het punt om naar buiten te gaan, voor een barbecue of een picknick. De dozen met barbecue-spullen stonden al klaar, en er was veel rantsoen ingeslagen. Iedereen had er veel zin in. De kinderen waren nog klein. Het was in hetzelfde lokaal als waar ik met de jongen had gestaan. We waren in Portugal. Het was alleen al 's avonds na 23.00 uur, en buiten was het puur slecht weer: guur, koud, ongezellig. Ik kon de anderen niet uitleggen dat het nu veel te laat was, en te slecht weer.
Iedereen, inclusief Hessel, stond gewoon in de startblokken om te vertrekken.

















Geen opmerkingen:

Een reactie posten