dinsdag 16 januari 2018

Onrust

Wederom een droom van onrust.

Ik ben op thuiszorgroute, maar ik word steeds onderbroken en afgeleid. Het is een droom die misschien wel het meeste terugkomt. Ik weet dat ik al een paar cliënten heb geholpen, maar mijn geheugen laat mij totaal in de steek. Ik weet echt niet wat ik vanmorgen gedaan heb, bij wie ik wel/niet ben geweest, het is één grote duisternis.

Ik ben gedwongen vastgepind in het hier en nu, omdat ik niet weet wat ik gedaan heb, maar ook niet weet wat er komen gaat. Ik moet het hebben van de mensen in mijn omgeving, en ook mijn fysieke omgeving. Ik begeef mij in een kerkje, maar ook wel in zogenaamd mijn 'nieuwe woning'. Ik heb de Herengracht achter mij moeten laten, maar ik merk dat ik het nog steeds heel erg mis, en het liefst daar had willen blijven. Ik zeg tegen mezelf dat dat geen zin heeft, omdat de Herengracht wordt afgebroken.

Ik ben bezig met het inrichten van de slaapkamer, vouw de kleding op, en doe deze in de kledingkast. Ondertussen laat ik mijn gedachten gaan over de periode op de Herengracht. Het lijkt wel, alsof ik mezelf zie in een filmfragment.

Als ik de kamer uit loop, ben ik op een zolder. De planken zijn smal, en liggen ver uit elkaar. Ik bedenk me, dat het niet handig is om hier met hoge hakken te lopen. Binnen de kortste keren blijven je hakken steken. Ik vind het ook wel een beetje griezelig. Zijn de planken wel stevig genoeg? Door de kieren kun je zo naar beneden kijken.

Dan moet ik overal tegelijk zijn, en ik kan het allemaal niet bolwerken. Ik met de collega's bij elkaar, omdat er iemand overleden is. Maar ik denk ook steeds aan mijn route. De mensen wachten! Ik zeg dat ik nu toch echt weg moet, dat ik mijn route moet afmaken. Ik ga weer naar het kantoor, en dat is blijkbaar op die zolder. Daar wil ik op zoek naar mijn Ipad, om mijn route te bekijken. Maar ik kom hier maar niet bij. Het lijkt wel alsof het in een afgesloten kamer is, en dan ook nog in een kluis. Blijkbaar is het niet de bedoeling, dat ik daar bij kom.

Het is ook wel in het ouderlijk huis van mijn jeugdvriendinnetje. Het is allemaal een groot vraagteken, wat er op de bovenverdieping te doen is. Ik loop naar boven, en daar wordt er gezongen voor de overledene. Ze zijn bezig met inoefenen. Het is een kerkkoor, en het lijkt nu dus weer een kerk. De familie van de overledene zingt het lied. Het is nu wel duidelijk, dat ik niet bij mijn route kan. De terminale zorg en de zorg voor de overledene loopt nu door elkaar. Wij worden als team ook geheel betrokken in die regelzaken. Dat maakt het voor mij helemaal onoverzichtelijk. Ik vind het ook wel een eer, dat wij hierbij betrokken zijn, maar het is teveel voor mij. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten