zaterdag 5 oktober 2013

Jeugd

Ik loop in de gymzaal van het dorp. Er is een optreden.
Ik zie de vriendin van mijn zus. Ze moet optreden. Draagt fleurige jaren '80 kleren.
Is opgemaakt in de stijl van de jaren '80.
Ze draagt een gebloemde blouse, in oker geel er rood, met een rode strakke broek.
Het haar getoupeerd. Ik zie haar vijftien keer. Het zijn geen spiegelbeelden.
Het zijn vijftien dezelfde personen. Halverwege springt ze uit de rij.
Ze is blij mij te zien, en wil straks bijpraten. Ik ben ook blij haar te zien/
Ik stel voor om straks, na het optreden, bij te praten. Nu maar concentreren op het optreden.
Achter deze rij staat een andere vrouw. Haar zie ik zo'n tien keer.

In een ander fragment lopen we langs de kassen. Ik ben een jaar of 7.
Er is een uitstekende pijp, waar een driehoekvormige steen op ligt.
Dat was vroeger echt zo. Ik was dan bang dat de steen eraf zou vallen, maar dat gebeurde niet.'
Het had ook iets magisch. Ik associeer het ook met een veilig gevoel, uit mijn jeugd.
Dat we nog helemaal opgingen in onze fantasiewereld, mijn vriendinnen en ik.

Dan is het het boek van Jan Brokken, interviews met schrijvers.
Het is een boek uit 1979, met vergeelde bladzijden.
Het boek komt tot leven, omdat het rijk is met ideeën en levensfilosofiën van schrijvers
(ook al is een aantal schrijvers allang overleden, maar hun werk leeft gewoon voort).
Het voelt heel echt, heel thuis, en sterk verbonden met mijn vroegste jeugd.
In de droom leest Eric uit het boek voor. Hij zit op het stukje grond van het ketelhuis.
Dat was vroeger ook een magische plek: het ketelhuis, aan de sloot.
Na een ontmoeting met de kinderen van Eric leg ik een rechtstreekse verbinding met mijn vroegste jeugd.
Hoe mooi!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten