vrijdag 24 oktober 2014

Bunkers

We zijn in een grote zaal, met verschillende gemeenschappelijke ruimtes. Het gebouw doet denken aan de Statenhof of de Voorhof in Angelslo, of de aula van mijn middelbare school. Er is die typische vochtige / holle sfeer, die je kent van gebouwen die in de jaren '70 gebouwd zijn. Overal lopen mensen. Het lijkt op een open dag, of een beurs, waar veel informatie gegeven wordt.
Eén van de zijkamertjes is tevens de speelkamer van het ouderlijk huis. Ik krijg een hele grote secretaire te zien, precies zo één die te zien is op een afbeelding van Sarah Kay (een Sarah Kay - meisje zit te schrijven aan deze secretaire). Het is ook wel een klein kastje, met Sarah Kay afbeeldingen, dat zich uitvouwt als een secretaire. Als je het uitvouwt, zie je een enorme kast van de binnenkant, met allemaal vakjes, zoals in een letterbak. De vakjes zijn verschillend van vorm. In elk vakje wordt zorgvuldig een souvenir bewaard; een herinnering aan een bepaalde gebeurtenis. Het zijn veelal poppetjes, waar je als kind mee wilt spelen. Vooral ook Sarah Kay poppetjes, ook wel van rubber, met een piepje, als je erin knijpt.
Het kastje blijkt maar 10 euro te kosten, of hooguit 12 euro 50. Mijn moeder denkt er even over na, maar nee, ze geeft uiteindelijk geen toestemming om het kastje te kopen. Dat vind ik een beetje jammer, maar ik kan mij er ook wel mee verenigen. Want: waar moet het kastje staan? Dat is dan elke keer weer de hamvraag! En: wat zou ik er dan mee willen? Ook zie ik, dat de secretaire echt een nagebouwde secretaire is. Wel heel mooi nagebouwd, met liefde, en vriendelijk ogend.
Het blijkt dat een oudere man mij een rondleiding geeft. Ik word geleid naar de grote zaal, die zich lager bevindt dan de gang, zoals in de Statenhoek, en zoals in de jaren '70 de gebouwen wel gebouwd werden. De zaal is vol met druk pratende mensen. De man zegt dat zo'n 75% van deze mensen last heeft van psychische klachten, en misschien nog wel meer mensen. En dat dat representatief is voor de Nederlandse bevolking. Dit verbaast mij niets.
Ik ben ook nog in een kelder, of gewoon in de Metro van Parijs. Normaal gesproken voel ik mij niet zo op mijn gemak in een ondergrondse, maar nu loop ik er heel tevreden en zelfverzekerd rond.
Ik weet dat ik in een kelder ben, maar voor mijn gevoel ben ik gewoon op de begane grond.
Ik wil iets 'overleggen met mezelf'. Echter, dan blijkt dat ik een 'grote, stevige boerin' ben.
Met een mand onder mijn arm ga ik op weg naar iemand, of aan het werk, en ik heb geen tijd voor gezellige onderonsjes. Ik ben helemaal in kostuum, en best authentiek, alsof ik zo uit een vorig leven gestapt ben. Vooral het 'stevige' en 'potige' valt mij op. Niet stuk te krijgen! Maar ook heel zelfbewust, en lang niet vriendelijk, maar heel doelgericht. Zo van leuk allemaal, maar ik moet nu aan het werk. Dat praten komt later wel weer.
Wat veel indruk maakt, dat is de opmerking over 'bunkers'. De bijeenkomst in de zaal is bedoeld om het publiek ervan te overtuigen dat er geen bunkers meer nodig zijn en - sterker nog - dat de mensen in een rap tempo hun bunkers moeten gaan afbreken en verwijderen tot de laatste steen. De minister-president wil nergens geen resten van bunkers meer zien. Dit alles moet in een bepaalde tijdsperiode geschieden. Er is geen ontkomen aan. Niemand kan en mag zich nog achter of in een bunker verschuilen. De bunkers mogen er gewoonweg niet meer zijn; niet in het zicht, maar ook niet ergens verstopt. Weg ermee, voor het hele volk! Dit schijnt een ingrijpende happening te zijn, die veel voeten in de aarde heeft, en het is het gesprek van de dag. Dat lukt natuurlijk niet zo 1,2,3!!
Het doet mij denken aan het boek 'Bunkerbouwers', van Jan Foudraine.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten