zondag 17 januari 2016

Injecties

Het was Koningsdag. Ik had kennisgemaakt met Koning Willem Alexander, die in de droom nog prins was, en studeerde in Leiden. We waren ook in Leiden. Het was een hele normale kennismaking geweest. Gewoon, zoals studenten onderling.
Er werden overal festiviteiten gehouden. Het was heel druk in de stad. De prins deed wel een beetje uit verplichting mee. Ik moest hem assisteren, en moest zorgen dat ik bij hem in de buurt bleef. Maar dat viel niet mee, want hij ging steeds hier en daar een praatje maken, en dan was ik hem weer kwijt.
Ik stond zelf helemaal niet achter dit baantje, en vond het erg saai. Het was mij opgedrongen.

Eerst zwom ik samen met hem dwars een open water over, waar de grachten op uitmondden, en waar veel bootjes voeren. Hij zwom hard, maar ik kon hem toch wel bijhouden. Ik vond wel dat hij eigenlijk te dik was, maar toch ook wel gespierd. Hij legde uit dat wij de taak hadden om de mensen op de kade af te wachten. Ik dacht nou, dan kunnen we daar toch ook gewoon naartoe lopen. Maar blijkbaar kon dat niet. Ik voelde mij lekker moe na het zwemmen, en was benieuwd wat er verder nog zou komen. Dat werd mij niet verteld. Beetje zoals stage lopen vroeger, en dat je met iemand meeliep, die niet vertelde wat er ging gebeuren, en wat er van je werd verwacht. Precies ook die denigrerende houding van de andere persoon.

Op een gegeven moment was ik hem echt helemaal kwijt, maar daar kon ik ook niets aan doen, want hij schoot maar van hot naar her. Bleek dat hij bij de kade naar beneden was gelopen (zoals je bij de grachten in Utrecht naar beneden kunt lopen), en daar een praatje was gaan maken. Ik begaf mij aan de andere kant van de gracht, op de redactie van het studentenkrantje 'De Mare'. Daar beklaagde ik mij bij de andere studenten, die ondertussen bezig waren met drukken. Ze moesten er wel om lachen.

Vervolgens was ik aan een bakkerij, weer aan de andere kant van de gracht. Het zag er prachtig sfeervol uit. De hoofdkleur van de inrichting was rood. Beetje engelse stijl, allerlei vakjes heel zorgvuldig ingericht met tierelantijntjes. Het was alleen al mooi om alles te bestuderen. De verkoopster nam ook alle tijd. Ik was er met een andere vrouw, en zij had een kindje in de kinderwagen. De vrouw stond de hele tijd te praten met de verkoopster. Het zag er allemaal heel relaxed uit. Ook aan deze vrouw was ik onderdanig. Ik moest geduldig wachten tot ze klaar was. Misschien was ik ook wel haar kind. Het was enerzijds fijn om in deze winkel te vertoeven, maar de plicht riep, en ik was W-A al heel lang uit het oog verloren. Uiteindelijk zei ik tegen de vrouw dat we nu echt weer naar W-A moesten.

De vrouw maakte het gesprek met de verkoopster af, en toen ging ze mij afsnauwen. Dat ik geduld moest hebben. Dat het echt wel goed kwam. Ik kromp ineen. Zoals dat vroeger ook ging, met die stagebegeleiders. Het bleek dat ik W-A één keer per dag een injectie moest geven. Nou, daar zat ik helemaal niet op te wachten! Maar ik had geen keuze. Ik ging alvast bezig met het klaarmaken van de injecties. Toen zei de vrouw dat het er drie per dag waren, in plaats van één. Ze keek me aan van 'hoe kun je zo dom zijn, te denken dat het er maar één is. Terwijl mij toch echt duidelijk was gezegd dat het er één moest zijn. Nu bleek ook dat ik de injecties alleen maar klaar moest maken, en dat zij ze moest geven. Ik zei nou, dan mag je wel opschieten, als hij nu nog zijn eerste injectie moet hebben. Ze zei kribbig dat ik mij er niet mee moest bemoeien. Ik liet me beïnvloeden door haar kribbige houding. Toen ik een dopje op de naald terug wilde doen, schoot de naald door het dopje heen, en raakte ik de naald aan met mijn vinger. Deze naald kon ik dus helaas weggooien. Maar ik kon geen potje vinden, om de naald in weg te gooien. Ik maakte mij er ook zorgen over dat ik van tevoren mijn handen niet gewassen had. Straks kreeg ik heel journalistiek Nederland over mij heen, vanwege kritiek op het klaarmaken van injecties voor W-A.......

Geen opmerkingen:

Een reactie posten