donderdag 19 april 2018

Baby

We zijn op vakantie in Frankrijk, met een busje. Ik rijd in het busje, van de zee af. We zijn blijkbaar naar het strand geweest. Maar ik kom ook weer terug bij zee. Het is een heerlijk gebied. Ik rijd in het mulle zand (donker), en parkeer de auto tussen de ranke bomen. Dan zie ik pas, dat er allerlei spullen los op het dak lagen. Oa een fietsrekje (voor dragen rugtas), koffers, springtouw. Ik schrik ervan, maar alles is goed gegaan.

Er lopen vreemde mensen om mijn bus heen. Ze willen zich ermee bemoeien, maar ik houd het een beetje af. Het is een roze bus, zoals in de Keukenhof. Ik ben druk bezig met inpakken en uitpakken, en weet ook eigenlijk niet zo goed wat ik wil.

Ik ben in een drukke ruimte, waar veel mensen in en uit lopen. Het lijkt op een ouderavond op de basisschool, met felverlichte lokalen en splinternieuw meubilair van licht hout. Er is veel 'poeha' zeg maar: de ene ouder weet het nog beter dan de andere ouder. Het is ook wel een bezoek aan een ziekenhuis. Mensen van de IC vertrekken naar huis. Het is een drukte van jewelste. Er is helemaal geen IC-omgeving, maar het kantoortje van de Boog, GGZ, waar ik vroeger werkte. Ik heb bewondering voor deze mensen, dat ze zulk belangrijk werk doen. Het zijn het meest mannen, of stoere vrouwen.

Er zit een oude man in het kantoor. Hij ziet er hoogbejaard uit. Het is een oudgediende. Een arts in ruste. Hij heeft heel veel belangrijk werk gedaan. We bewonderen hem allemaal, mijn collega
's en ik. Ik vraag hem hoe oud hij nu eigenlijk is, en ik verwacht een hoogbejaarde leeftijd, zo tegen de 100. Tot mijn verbazing zegt hij, dat hij 67 jaar is. Dat klopt volgens mij niet, maar ik zeg niks. Dat lijkt me niet netjes, om er iets van te zeggen.

Dan hoor ik een oorverscheurend hard geluid, dat overal dwars doorheen gaat. Het is een baby-jongetje. Hij is keihard aan het huilen. Zijn zusje zit er beduusd en stilletjes naast. Ik denk bij mezelf oh ja, dat komt omdat het jongetje ADHD heeft. Hij voelt zich totaal niet begrepen, en zet het daarom op een gillen. Het komt ook, omdat hij een jongetje is. Meisjes voelen zich veel meer begrepen, mogen veel meer gevoel laten zien. Dit jongetje moet stoer zijn, terwijl hij heel gevoelig is. De moeder is nergens te bekennen. Het jongetje is een soort 'baboeskapopje', en hij zit op een eetbord, is dus heel klein. Ik pak het eetbord met het jongetje op, praat rustig en zacht tegen hem, hij huilt nog even door, en houdt dan op met huilen.

De moeder komt er heel rustig aan gelopen, en kijkt onverschillig uit haar ogen. Ik bedenk mij of ik er iets van zal zeggen, maar ik doe het wel, heel stellig. Ik zeg dat kan echt niet, je kind zo achterlaten op een boterhambord. Dat mag je echt niet meer doen. De (nog piepjonge) moeder kijkt net zo beduusd als het meisje en knikt belovend, dat ze het niet meer zal doen.

Ik loop - innerlijk behoorlijk overstuur - naar buiten. Ik ben dan aan een Spaans strand, het is warm en inmiddels donker geworden, ik ben heel opgelucht dat ik hier dus aan zee ben, zonder dat ik het wist. Dat belooft veel goeds........

Geen opmerkingen:

Een reactie posten