vrijdag 6 juli 2018

Politie

Ik werkte bij de politie, en werd ingewerkt. Iemand gooide zomaar uit het niets een pistool in de schoot van een ander. We zaten in een kelder, vlakbij het strand, met helder zonlicht. Het was ook wel in de strandhuisjes van Hoek van Holland, waar we vroeger weleens op bezoek gingen bij kennissen. Het was allemaal niet zo erg, ik moest er niet zo zwaar aan tillen. Maar ik kon er niets aan doen, bleef het gewoon heftig vinden. Had niets te maken met het 'nieuw' zijn. Vond dit gewoon niet kunnen.

Mijn werkbegeleider leerde mij, om heel alert om mij heen te kijken, leerde mij op een bepaalde manier naar de wereld kijken, zal al heel lang in het vak, was een jonge vrouw met een slanke taille, niet Angela Schijf. Het was niet een Crimi, het was echt werken bij de politie. Ik vond het eigenlijk maar niks. Anderzijds vond ik het wel waardevol, om dit kijken aan te leren. Dit was nog een snuffelstage, dus hierna kon ik nog makkelijk stoppen. Dat zou dan wel mooi meegenomen zijn, want dan zou ik dat kijken inmiddels wel geleerd hebben. Ik was echt verbaasd dat het ook zo kon, kijken in de wereld, zonder meteen achterdochtig te zijn, in plaats van altijd maar zo dromerig en zo goedgelovig. Ik wilde deze nieuwe manier graag aanleren. Beschouwend en zonder oordeel.

Ik vond alles ook wel heel spannend, ook al hoefde ik echt niet door te gaan in dit werk, en was er nu aan alle kanten begeleiding, toch zat ik met een enorme adrenaline in mijn buik, wat ook wel heel goed was, want dit maakte dat ik enorm fanatiek de juiste richting op ging. Hoe meer richting, hoe meer de adrenaline waar zou afnemen, en dan zou spoedig de rust weer intreden. Pffffff........

In een andere droom droomde ik over een steelpannetje. Dat ik het pannetje zou gebruiken, om iets te koken. En iemand liet mij ook de aankoopbon zien. Zoveel had het gekost. Dan kon ik dat bij andere aankopen optellen.

Verder droomde ik vannacht over een visitekaartje. Dat zat in een laatje, naast mijn bed. In dat laatje zat ook een aflevering van een 'verslag van het leven van de sterren'. Het was niet de bedoeling dat ik dat verslag zou pakken, maar waar lag dan mijn visitekaartje. Het kaartje was een blauwdruk van mijn profielfoto van Facebook, waar sterretjes op fonkelen. Je moest de foto met het gezicht op een lege vlakte leggen, naast het bed, en het bed was een bed in een hotel, of appartement. Dan kwamen er flinterdunne pinnetjes, en die werden aan de sterren verbonden. Met deze pinnetjes werd de foto aan het onderliggende groene vlak geplaatst. Er zat een mechaniek aan de pinnetjes, waarmee je de foto's 'hoger en lager' kon schroeven. Dus de foto werd omhoog getild, met het gezicht naar beneden, en je kon de hoogte zelf instellen. 'Ik' werd dus omhoog getild zeg maar, en ik kon zelf bepalen hoe hoog of hoe laag.

Ik was met een groep mensen, in een afgesloten ruimte. Het was een leslokaal aan de hbo-verpleegkunde, op de eerste etage, met uitzicht op de weg naar het AZL en bomen. Ik vertelde over mijn PND. Vertelde dat ik destijds de psychotische beleving had, dat ik 'al dood was'. De mensen om mijn heen hingen aan mijn lippen. Ik zei dat het nu wel weer genoeg geweest was, dat nu anderen konden vertellen. Ze zaten met tranen in hun ogen om mij heen, wilden eigenlijk dat ik nog verder vertelde, vroegen hoe het kwam, dat het toch goed was afgelopen, dat ik er niet dood aan gegaan was. Ik zei: "Blijkbaar was de liefde voor de wereld dan toch groter, ook al kon ik dat destijds totaal niet voelen."

Het was allemaal heel mooi en helend. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten