woensdag 12 juni 2019

Nare droom

Ik lig in een ruimte, op steentjes. Het zijn de steentjes van het Herinneringscentrum Westerbork. Het is onderdeed van een herdenking, en ik neem het uiterst serieus. Het is de bedoeling dat je daar gewoon blijft liggen, en ook niet om je heen kijkt. Dus ik volg deze instructies nauwgezet op. Ik wacht op een teken, een signaal om een groepsopdracht te krijgen, en deze uit te voeren. Deze blijft uit. Ik besluit nog even te wachten, mijn best te doen om hier zo roerloos mogelijk te blijven liggen. Ik lig op mijn buik, dus met mijn hoofd naar de grond gericht. Het ligt erg ongemakkelijk, maar ik heb het er wel voor over. Het begint nu echt te lang te duren, dus voorzichtig kijk ik toch even om mij heen, hoewel dat volgens de instructies eigenlijk niet mag. Nu blijkt, dat ik hier helemaal alleen lig, bij de steentjes. Ik begrijp er niets van. Het was de bedoeling dat zeker zo'n twaalf mensen aan deze ceremonie zouden deelnemen. Er zou een spreker zijn, die ons van een afstand instructies zou geven. Ik hoor daar wel vaag geluiden van, maar heel ver weg. Het duurt wel even om mij te realiseren dat ik hier nu gewoon alleen ben, en dat ik voor niks gewacht heb. Toch voel ik mij niet alleen, omdat ik samen ben met de steentjes.

Ik sta resoluut op, want het heeft geen zin om hier nog langer te blijven liggen. Ik word er alleen maar koud van. Het is een rechthoekige ruimte, en in het midden is een deur naar een andere ruimte. Dit is de kamer, met ramen naar de straat, en de andere ruimte is de voorkamer. Hier zijn de gordijnen naar beneden.

Ik loop nietsvermoedend door de deur naar de voorkamer. Tot mijn schrik zie ik rechts in de hoek (tegen de wand van de voorkamer aan) een zwart gasfornuis, met zwarte kleren er overheen. Er staat een kleine heks met een grote puntmuts, een wijde rok en puntschoenen gebogen over het gasfornuis. Het is meer een karikatuur van een heks (niet een persoon, een poppetje, zonder gezicht). Zodra ze mij ziet, krijgt ze de schrik van haar leven en vlucht ze de voorkamer uit. Ik vraag me nu af wie er het eerste geschrokken is: zij of ik. Of misschien tegelijk!? Ik bedenk me dat ze echt niet zo van mij had hoeven schrikken. Ik wou alleen maar aan haar vragen wat verder de bedoeling is van de ceremonie. Pas later kom ik erachter, dat het allemaal doorgestoken kaart geweest is, en dat ik haar - zonder het mij bewust te zijn - ontmaskerd en uitgeschakeld heb. Ik vind het ook vervelend voor haar, dit was zo niet mijn bedoeling. Ik heb helemaal niet in de gaten dat zij hele slechte dingen met mij voor had, en dat ik op tijd het vege lijf gered heb. Ik kan het ook gewoon nog niet geloven, en ben nu erg opgelucht. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten