maandag 17 juni 2019

Scheveningen

Ik ben 'ergens midden in het land', en zo zie ik het ook tevoorschijn komen op de landkaart van Nederland. Ik moet naar Scheveningen komen, om daar 'in de modder te staan'. Daarna zal ik weer terugkeren naar de plaats ergens midden in het land. Die plaats is wel in Zuid-Holland, en redelijk vlakbij de kust. Het is een fijn tripje; ik geniet ervan. Op het strand sta ik in grote laarzen in de modder. Ik draag een bloemetjesrok en ik heb heel veel plezier. Ik moet schaterlachen en ik sta in de felle zon, in een verder hier en daar beschaduwde omgeving. Het is prachtig zomerweer. Het is nog zo fijn rustig op het strand als het vroeger was. Het strand is in de droom ook veel schoner dan het tegenwoordig is.

Ik word opgeroepen om naar een kamer te komen, en moet wachten in de wachtkamer. Als ik in de kamer kom, moet ik met de behandelaar oefenen in het 'goed en netjes gaan zitten op een fauteuil'. Ik ben in de droom een man, met een keurige lichtblauwe blouse en een dikke lichtbruine ribfluwelen broek. Ik voel me ook helemaal zo. Ik voel me erg timide, een nerd. Ik ben erg intelligent, maar sociaal volkomen geisoleerd. Het is een hele aparte gewaarwoording om totaal iemand anders te zijn. Ik ben ook bang voor de persoon die mij helpt, terwijl er in het geheel geen reden is om bang te zijn. Ook moet ik op een vergelijkbare manier oefenen met 'de was doen', in de badkamer. Dat voelt al iets vertrouwder dan het oefenen in zitten, maar het houdt niet over. Het blijft allemaal erg spannend. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten