maandag 24 mei 2021

Fietstocht

 Het is bijzonder, wat een ´totaal ander leven´ je in de nacht leeft, als je droomt. Het zijn steeds ´verhalen´, terwijl je die verhalen niet met je bewust brein bedenkt. En heel vaak zie ik aspecten van die verhalen de volgende dag terug, in de dingen die ik zie of meemaak. Hoe kun je dat verklaren, he!?

Vannacht weer een totaal ander verhaal, en niet over de trouwring. Overigens wel over het kwarkgebak met mango, dat we gisteren - ter ere van de teruggekeerde ringen - verorberd hebben. 

Ik fietste in Wateringen, richting 't Woudt. Ik bedacht mij dat ik goed moest oppassen waar ik fietste, om niet weer ten val te komen. Er lag namelijk modder op de weg. Ik moest niet weer gaan slippen. Er hing ook van alles aan mijn stuur. Ik dacht 'dat moet ik ook niet doen, zoveel meenemen'. 

Het bleek dat mijn broer met het personeel in de tuin werkte. Ik had afgesproken dat ik de koffie kwam brengen, in onze licht- en donkerbruine thermoskan. Bij de Bonte Haas reed ik tegen een heuvel op, zoals bij de school. Ik keek vanaf de heuvel naar beneden. Daar zag ik 'de brandstapel'. Dat was voor mij als kind een 'magische plaats' op het erf bij de tuin van mijn vader. Later werd daar het huis van mijn broer en zijn gezin gebouwd. Vroeger stookte mijn vader hier wekelijks 'fikkies', om het tuinafval te verbranden. Dat was in die tijd heel normaal. In de droom vond ik het bijzonder, om weer bij de brandstapel te zijn. 

Ik fietste langs de brandstapel in bochtjes. Er was een jong gezin, dat hier net kwam wonen. Ze waren bezig met verhuizen, en zorgvuldig inrichten van de woning. Er was veel licht. Het was er gezellig. De moeder maakte een fotootje van haar jonge kind. Ze waren beiden lichtroze van kleur. Ik moest even goed kijken, want ik wist niet of zij nu mensen waren of varkens. Het was ook wel een varkenmoeder en haar big. In de droom ging het niet om 'vieze varkens'. Nee, integendeel. Ze waren brandschoon, mooi, lief en vooral heel wijs, spiritueel. Eerlijk gezegd vond ik die ervaring eigenlijk te heftig, te confronterend. Ik weet ook niet waarom. Daarom fietste ik snel verder. 

In een keer bedacht ik mij dat de koffie natuurlijk wel rond 10 uur in de tuin gebracht moest worden, maar dat ik nu net was uitgenodigd voor een feest van mijn vriendin en haar familie. Ik kon mijn broer wel afbellen en zij konden ook wel op een andere manier aan koffie komen. Het was meer 'om het gebaar' geweest. Maar wat moest ik dan met deze koffie doen? Deze koffie was van grote waarde. Ik wilde het niet zomaar weggooien. Het lukte mij niet om mijn broer te bellen, en dat gaf mij ook onrust. 

Ik fietste verder en ik kwam bij het feest. Dat was tussen de Bonte Haas en 't Woudt in, ergens in het weiland. Het was een heel gezellig, uitgelaten feest, met muziek, dans, omhelzingen. Iedereen was blij, en ik ook. We moesten ook nog wiskundesommen maken en tegelijkertijd feest vieren. Dat was een lastige opgave, en eigenlijk niet te doen. Dat vond ik dan nog wel een dingetje. Maar over de gehele linie was ik wel blij en opgelucht. 

Het belang van de wiskunde kon ik wel relativeren.   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten