zondag 24 augustus 2014

Vrouw

Ik ben op bezoek bij een jonge moeder.
Het doel van mijn bezoek is niet geheel duidelijk.
Mogelijk ben ik haar begeleider.
Ik kom bij haar in huis, maar het is één grote onoverzichtelijke chaos.
De vrouw loopt heen en weer, om wat orde in de chaos te krijgen, maar het is onbegonnen werk.
Het huis en de tuin lopen in elkaar over.
Er is geen scheiding tussen huis en tuin, dus je weet niet wat binnen en wat buiten is.
Dat vind ik nog het meest zorgwekkend aan de situatie, en ik zie in dat dit niet te veranderen is.
Ze zal een manier moeten zoeken en vinden, om hiermee om te gaan.
Ik zal haar hierbij moeten gaan helpen, maar het is heel moeilijk om een ingang te vinden, omdat ze de zelf absoluut de ernst van de situatie niet inziet, en het probleem niet herkent.
Ze probeert steeds in kleine stapjes dingen op te ruimen, zoals was op stapeltjes vouwen.
Ik vind het positief dat ze kleine stapjes aanwendt; dat zet meer zoden aan de dijk dan grote stappen.
Het is alleen schrijnend om te zien dat haar kinderen niets vermoedend achter haar rug weer overal een rommel van maken, in de onschuld van hun spel, en dat zij dat zelf niet in de gaten heeft.
Het hele huis is één grote onoverzichtelijk wanorde; er ligt overal speelgoed en kleding verspreid over de vloer. Ik zie dat het niet ingewikkeld hoeft te zijn om alles samen met de vrouw te gaan ordenen en opruimen, en dat zij hierin dan zelf de leiding zal nemen. Verder valt het mij op dat alles wel heel schoon is en fris ruikt. Ze is schoon op zichzelf, en ze vindt het belangrijk om dit bij te houden. Alleen, ze is zich helemaal niet bewust van de chaos die ze steeds verspreidt, in haar denken, handelen, in haar omgeving.
Ik probeer met haar een afspraak te maken om samen de spullen te gaan opruimen. Ze heeft de kalender al in haar hand, en ook een pen, maar de afspraak komt niet van de grond. Het kan zijn dat ze mijn aanwezigheid als opdringerig ervaart, en het nut er niet van inziet. Het kan ook zijn dat ze mij gewoon letterlijk niet waarneemt, omdat ik een engel ben en dus voor haar onzichtbaar en dus alleen maar kan hopen dat ze doorpakt, en die afspraak op kalender vastlegt, en dat het dan niet uitmaakt of dat dan een afspraak met mij is, of met haarzelf.
In een ander fragment sta ik op de balustrade (blijkbaar is het een huis met een balustrade boven, die je vanuit de huiskamer kunt zien). Ik heb mijn ringetje af gedaan, en speel er wat mee. en dan valt het ringetje per ongeluk naar beneden, en komt neer op een lichtblauw fluwelen kinderkussentje naast de grote kast van mijn vader uit het ouderlijk huis, en het blijkt dat de poes altijd slaapt op dat kussentje, maar op dit moment is de poes buiten. Later loop ik naar beneden om het gevallen ringetje weer op te halen.
De vrouw loopt nog steeds ongeduldig heen en weer, en is eigenlijk nog niets opgeschoten.
Daar word ik wel verdrietig van.
In een ander fragment zie ik in een kale ruimte een telefoon met draaischijf of knoppen en de hoorn aan een telefoonkoord. De hoorn is bij het toestel neergelegd, in de richting van de luidsprekersgedeelte (waar geluid uit komt als je de telefoon op de intercom zet).
Vlak voordat ik ontwaak, heb ik de volgende gedachte, in de rol van een 15-jarig meisje:
"ik moet nu mijn ouders gaan vertellen dat ik over vijf weken zwanger word"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten