woensdag 24 december 2014

Kerstdag

In de eerste droomfase bevind ik mij weer op de Zevende Hemel, studentenflat.
Ik ben in het 'telefoonhok'. Daar is een sleutelkluisje geinstalleerd. Ik ben driftig bezig om dat kluisje open te krijgen, en er lopen allerlei mensen langs. Ik denk bij mezelf 'ze zullen wel denken', en ik wil het wel uitleggen, maar dat maakt het allemaal veel te ingewikkeld. Het kluisje is het bezit van onze buren, maar eigenlijk is het nog mijn/ons kluisje, want het was eerst ons kluisje, voordat het overgedragen werd aan hun. Wellicht loopt hierin parallel: eerst kregen wij een dochter, nu hebben zij - jaren later - ook een dochter gekregen. Ze lopen een vergelijkbare route. Wij hadden toen dat kluisje nodig en nu niet meer, omdat onze dochter bijna volwassen is. En dus is het kluisje overgedragen 'naar de volgende', precies zoals telefoonnummers overgedragen worden naar nieuwe bewoners, als de oude bewoners de stad verlaten. Maar nu blijk ik nog iets in dat kluisje achtergelaten te hebben, en dat is alleen maar een sta-in-de-weg voor onze buren, dus dat moet ik nog even weghalen. Wat dat is, dat weet ik niet. Echter, ik sta hier te klungelen met het sleuteltje, omdat het kluisje natuurlijk niet meer precies hetzelfde is als toen. Ik kan het ook wel uitleggen aan onze buren, en dat zullen ze ook meteen begrijpen en niet moeilijk doen, maar ik wil hun er niet mee opzadelen. Het geklungel blijft; zo eindigt dit droomfragment.

In de volgende droomfase komt mijn lieve vriend bij ons Eerste Kerstdag vieren, samen met zijn vrouw en wat Duitse vrienden. Ze zullen de hele dag blijven, van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Het wordt een hele gezellige dag. Het is ook wel mijn familie die op bezoek komt. Mijn lieve vriend is ook wel Hugo. Alle gasten genieten van de gezelligheid, gastvrijheid en het lekkere eten. Er is een ontspannen sfeer. Ieder kan zijn eigen gang gaan. De kinderen gaan gewoon verder met hun eigen bezigheden. We maken ook nog een wandeling over de heide, maar dat is vlakbij de (wadden)zee. Ik ben gezellig aan het kletsen met de vrouw van mijn vriend, en ik laat haar 'nieuwe handwerkjes / plakwerkjes' zien, die ik gemaakt heb. Samen nemen we deze uitgebreid onder de loep, en zij vertelt mij over haar nieuwe maaksels, op culinair gebied. Ook de Duitse gasten praten enthousiast een eind weg, maken grappen met de kinderen, stoeien met hen op de heide. Echter, mijn lieve vriend zegt de hele dag niets, maakt de hele dag geen contact. Je ziet hem wel genieten, maar hij blijft steeds op een afstand. Wel zie ik, dat hij heel scherp observeert, het registreert, en dit in zichzelf opneemt en verwerkt. Ik zou heel graag willen weten wat er in zijn koppie omgaat, maar ik voel sterk dat ik het moet laten zoals het is. Ik loop op een stuk modderig wad met veel grind. Het is een soort krater langs de waddenzee, die rustig is. Ik heb de hoop dat ik hem daar misschien kan vinden, dat hij de afzondering bij het water heeft opgezocht, maar ik vind hem niet. Ik zie hem alleen in de verte lopen, steeds 'turend' kijkend en diep in gedachten, maar wel genietend, en in het geheel niet somber. Hij draagt kaplaarzen, is goed gekleed. Als ik weer terugloop naar land, blijk ik hier met mijn familie te lopen, en blijkt dat de hele familie op vakantie zal gaan naar Frankrijk, terwijl wij met het gezin gaan kamperen in Nederland. Waarom gaan wij niet mee naar Frankrijk? Ze gaan echt maandenlang, of één maand. Misschien kunnen we er een paar dagen langsgaan? Mijn moeder belooft aan mijn oudste broer 'een oude klok, als Sinterklaascadeau'. Het is de oude klok die wij nog op zolder hebben liggen. Ik begrijp niet dat ze dat niet eerst met mij heeft overlegd, en hem dat zomaar belooft, zonder dat ik het weet. Ze had die klok zo mee kunnen krijgen, maar nu komt het wel een beetje gek over.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten