zaterdag 26 juni 2021

Verschillende droomfragmenten

Ik ben op het strand met een groep mensen. Een dorpsgenoot duwt mij resoluut schuin naar links, richting de zee, weg van de groep mensen. Het kom heel dwingend over, en ik voel zijn fysieke kracht tegen mijn heup duwen. Maar het is even nodig, om duidelijk te maken dat ik een andere kant op ga dan die groep mensen. Ik bleef teveel hangen bij de groep, en daarom wilde hij even voor mij een knoop doorhakken. 

Ik sta bij de spoorwegovergang in Coevorden. In de omgeving staan nog niet zoveel huizen. Het is heel landelijk en uitgestrekt, zoals wellicht een eeuw geleden. Ik kom zojuist terug van een ´tocht langs de deuren´. Ik heb gecollecteerd, of anders samen met mijn moeder kinderen naar huis gebracht, na mijn kinderfeestje. Mijn zusje trakteerde op lichtgroene servetten aan touwtjes, met de afbeelding van de bloemenkaartjes van mijn vader, voor de veiling. Blijkbaar ben ik net met de trein naar mijn oom en tante in Gelderland geweest, en maak ik mij veel zorgen om hun. 

Ik heb een funktioneringsgesprek in Wijster. Ik zie iemand naast een collega staan. Het is haar beschermengel. Zelf is zij er nog niet aan toe om dat te zien. Ik vind het zelf ook een beetje eng. Wat doet die vrouw hier? In het gesprek zeg ik precies wat ik van dingen vind. Ik heb het over al die ziekmeldingen, en zeg: "Dit is geen visitekaartje voor de organisatie. Zoveel mensen ziek!" Ik ben heel transparant. Mijn leidinggevende is het ook wel met mij eens. Hij zegt: "Ja, en het staat ook nog op ieders ehbo-certificaat: weinig deelnemers, omdat er zoveel mensen ziek zijn." Ik zeg:"Precies. En daar moet je wat aan doen, voordat de bond er iets van gaat zeggen. En terecht dat ze er wat van zeggen. Dit komt niet goed, zo."

Ik zit aan een picknicktafel met Monique of Machtelt. Broodroostertje van hout uit de poppenhoek. De opening aan de zijkant. Daar ligt een plakje hotelcake met slagroom in. Dat moest je doen om de veiligheid voor de kinderen te waarborgen. Een door mij verzorgd meisje was hiermee helemaal opgeknapt. Een heuvelachtig gebied bij Zwolle. 

In de droom is de oude schuur bij de sloot onder de luifel nog intact. De schuur ligt helemaal vol met spullen, en het is er stoffig. Het is gebouwd als een carpoort, met alleen muren aan de slootkant en de landkant. Het is dus meer een doorgangsplek. De spullen zouden dan alleen nog even opgeruimd moeten worden. De spullen hebben duidelijk wel nut: het is geen rommel. Het is belangrijk dat deze pas opgeruimd worden op het moment dat 'de spullen eraan toe zijn'. Voor en achter de schuur is prachtig helder licht. Boodschap: je komt van het licht en je gaat weer naar het licht. Ik wil hier een fiets kopen, maar de 'koopman' (een knecht van mijn vader als jonge tuinder, of mijn vader zelf) heeft alleen twee antieke boten in de aanbieding. Hij staat erbij op een tafel, met hoge laarzen aan, alsof hij de boten gaat veilen. Met een sierlijke hand duidt hij op de boten. Deze staan 'al in het licht'. Alles er omheen is stoffig, maar de boten zijn al belicht. Het zijn miniatuurboten: een kleine en een grote. Ze zijn werkelijk prachtig, in kastanjebruin hout. 

Ik werk in de jeugdzorg en ik moet een jong meisje verzorgen, dat er ernstig aan toe is. Als ik haar helemaal verzorgd heb (hetgeen erg intensief is, zowel fysiek als mentaal), merk ik dat ze niet meer helemaal vast zit aan de onzichtbare touwtjes. Men zegt dat het belangrijk is dat deze touwtjes bevestigd blijven, omdat ze het anders niet zou redden. Ik betwijfel dat. Ik weet zeker dat ze het ook zonder de touwtjes redt. Maar ik bevestig de touwtjes toch keurig, omdat dit de werkwijze hier is. Dan wordt ik aangesproken door een collega-leerkracht van de Vrije School. Hij zegt dat ik om 8 uur dit meisje niet had mogen helpen. Ik leg uit dat de overdracht zo lang duurde, en dat ik hier niet aan deel hoefde te nemen, en toen besloten had om alvast maar te beginnen en dus dit meisje te gaan verzorgen, en dat het prima gegaan was. Hij zegt dat hij dit op zich wel begrijpt, maar dat dit eigenlijk het werk was van de stagiaires. Ik had het toch eerst moeten overleggen. "Anders worden de stagiaires te lui." Maar hij is verder niet boos. Het is niet fout ofzo. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten