woensdag 8 april 2015

Tatoeage

Met een groepje was er besloten een tatoeage te laten zetten. Ik was niet duidelijk aanwezig geweest bij dat besluit. Toen bleek, dat de tatoeage op mijn rechter bovenarm was gezet. Ik had dit helemaal niet gemerkt! Het was voor mijn gevoel buiten mij om gegaan.

Eerst leek het gewoon een klein ovaal plekje met een kleurig plaatje. Alsof het een plaatje van de kauwgom was, dat je er zo af kon halen. Maar toen bleek het veel groter te zijn. Het viel heel erg op, en ik kon er ook geen shirt overheen dragen, omdat er nog iets aan bevestigd was. Het leek op het beschermende omhulsel van een zwarte looplamp (waar het glas in bevestigd wordt).
Of anders leek het op een grote zwarte stekker.

Het zat heel stevig vast aan de tatoeage, en de boodschap was, dat dit geluk zou brengen.
De afbeelding van de tatoeage was hierdoor wel minder goed te zien. Echter, op een ander moment zag ik de afbeelding juist heel goed. Deze werd afwisselend kleiner en groter.
Het was de afbeelding van een familiewapen, dus ook op een 'schildvorm' afgedrukt.

De vlakken waren in vieren verdeeld, in afwisselend blauw en geel. In het midden was een rood kruis afgedrukt, met uiteinden in gebogen vorm, naar binnen toe. Het geheel zag er vrolijk en hoopgevend uit. Alles was eigenlijk heel gunstig, ging de goede richting op. Toch wilde ik van de tatoeage af, vooral om de reden dat ik er zelf niet voor gekozen heb, dat ik helemaal niets heb met tatoeages, en dat ik nooit van mijn leven uit mezelf een tatoeage zou laten zetten.

Ik ging naar de winkel waar ze tatoeages zetten. Ik werd geholpen door een vriendelijke jongeman, en hij reageerde begripvol op mijn verhaal. Het bleek dat zijn collega mij geadviseerd zou hebben om deze tatoeage te laten zetten (waar ik dus niets van wist!), maar dat hij mij helemaal geen bedenktijd had gegeven.

Hij vond dat zijn collega geen goede keuze had gemaakt, veel te voorbarig, en dan had hij ook nog veel te snel de tatoeage gezet. Hij zocht zijn collega op, maar kon hem niet vinden. Hij liep in een lang rood horeca-schort, en zijn collega's liepen om hem heen, iedereen had het druk.
Echter, hij bleef steeds heel vriendelijk en dienstbaar voor mij.

In een ander droomfragment zouden we met de familie om half 11 uit gaan, voor een dagtochtje.
Het was prachtig mooi zomerweer. De rode fiets moest vóór die tijd nog uit Delft gehaald worden, maar toen bleek dat Amber met deze fiets vanaf station Delft naar Kwintsheul was gefietst.

Ik maakte een toch langs de zijkanten van de kassen, met aan de andere kant de sloot. Mensen die buiten in de zon zaten, keken wel raar op, en begrepen niet waarom ik daar liep. Ik begreep het zelf ook niet zo. Het had te maken met 'het laatste randje Westland'. Ik had het Westland namelijk allang achter mij gelaten, omdat daar vrijwel geen natuur meer te vinden is, in mijn beleving. Die randjes langs de sloot, die behoorden dus tot de laatste stukjes natuur, dus wilde ik deze nog wel even beleven. Het was hier en daar wel even lastig, als de grasrandjes heel smal waren. Ook stonden er hier en daar kratten met bloemen, de net uit de koelcel kwamen. Daar stapte ik dan voorzichtig overheen, en dat ging prima. Ik vond het heerlijk om de bloemengeur op te snuiven.

Op een gegeven moment kwam ik bij een hoek, die uitzicht bood op 't Woudt (het enige dorp waar nog wel een stukje natuur te vinden is). Ik zag de sappige weilanden in de verte, maar er was geen doorgang mogelijk op het smalle strookje; hier hield de doorgang op. Ik zou een andere weg moeten nemen. Ook hier zaten tuinders van het zonnetje te genieten, en ook hier moest ik eerst over kratten bloemen heen stappen. Ze wilden wel met mij meedenken om de weg te vervolgen, maar tot onze spijt moesten we allen concluderen dat de randjes langs de sloot hier toch echt ophielden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten