maandag 22 oktober 2018

Verhuizen

Ik was op vakantie met het gezin. Het was de laatste vakantiedag, en ik was bezig met het verzamelen van de spullen, terwijl de anderen nog sliepen. Ik controleerde de kamers, ook de slaapkamers, waar zij sliepen. Ik raapte alvast wat spullen van de grond. Dat scheelde dan later werk. Dan was de meeste bagage verzameld en het huis al redelijk netjes. Het was nog 's morgens vroeg, en donker.

Ik liep naar buiten, om wat spullen weg te brengen. Toen kwam ik bij de inham van een zee. Het strand was in een grote bocht. Nu was het midden op de middag. Hier was het bezaaid met strandtoeristen, en midden op een zonnige middag, met veel lawaai, in tegenstelling tot het stille huis. Ik moest hier wat zakken wegbrengen, en besloot toen weer terug te gaan naar het huis.

Er stopte een grote toeristenbus in de inham. Rechthoekig op een halve cirkel, zo zag ik het. En de bus als een groot log apparaat, half vol met mensen, nog erg doelloos, niet wetende waar ie heen moest, half beladen, alles erg rommelig opgeslagen, totaal niet geordend, mensen keken uit het raam, hadden er wel vertrouwen in, gaven zich over, maar er moest nog wel het e.e.a. georganiseerd worden.

Tot mijn verbazing werd onze hele bank in het onderruim van de bus gedragen! De dragers waren handige Indische mensen. Wat een service! Ik was er dus blijkbaar toch niet verbaasd over, dat ook de hele inboedel van ons huis mee ging. Het speelde zich ergens in Spanje af. Maar men vond het allemaal heel vanzelfsprekend. Ik voelde mij bezwaard om al dat werk, maar dat was helemaal geen probleem. De bank had de paarse kleur van de kussentjes, maar dan lichtpaars.

Het overkwam mij allemaal een beetje, het ging mij eigenlijk wat te snel, maar ik liet het allemaal maar over mij heen komen. Wist niet hoe het eruit ging zien, maar vertrouwde op de goede afloop.

In een volgend fragment was ik in het huis van een client. Dit huis was totaal leeg gemaakt. Er stonden ook buiten geen spullen meer. De verhuiswagens waren al vertrokken, naar een bestemming die niet bekend werd. Het echtpaar had een voldaan gevoel. Alles was goed geregeld. Mw maakte nog even koffie voor ons. Dat dronken wij buiten op. Blijkbaar was er dus binnen nog wel iets aanwezig om koffie te maken. Verder stond er echt helemaal niets meer, en was alles brandschoon en netjes afgeleverd.

Er hadden steeds jonge gezinnen hier rondgelopen. Het was mij opgevallen, dat de ouders bijna geen aandacht voor de kinderen hadden. De kinderen gedroegen zich verwend. Ze hadden alles al, maar wilden steeds meer hebben, wilden natuurlijk eigenlijk aandacht van de ouders, maar omdat ze dat niet kregen, wilden ze spullen of snoep.

Ik had een klein tasje bij me met broodjes en fruit, flesje drinken. Daar moest ik de hele dag mee doen. Een kind pakte dit van mij af en keek mij boos aan. Ik sprak het kind streng toe en zei dat ze het tasje los moest laten. Dat deed ze niet. Ik rukte het tasje uit haar handen, en keek haar streng aan. Ik zei zoiets van 'je moet nu luisteren, nu ben je echt te ver gegaan, dit is niet jouw tasje, je geeft dat nu aan mij terug'. Ik keek met een schuin oog naar de moeder van 'je gaat nu je kind opvoeden', maar de moeder deed niets.

Ik was even van slag, voelde me naar dat ik zo streng had moeten doen tegen het kind, maar het kind was echt over een grens gegaan. Ik moest er dan maar op vertrouwen dat de moeder dit
toch hoe dan ook verder zou oppakken.

Ik was hier overigens snel overheen. Vond dat ik het goed had aangepakt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten