zaterdag 10 november 2018

Vriendin

Ik ben met een nieuwe vriendin op een soort vakantie met een groep mensen. We zijn in de gemeenschappelijke ruimte. Er is een grote keuken, een buffetrestaurant met veel tafels en stoelen, een zithoek. Het is er licht en luchtig. Een beetje het restaurant op de boot naar de waddeneilanden, maar dan ergens vrijstaand, in de bossen, zodat je ook lekker naar buiten kunt en een wandeling kunt maken.

De vriendin heeft een eigen bedrijfje, waar ze nog het nodige voor moet regelen, voordat we vakantie kunnen vieren. Ik vind dat geen probleem, want in ben geinteresseerd in haar bedrijfje, en we zijn ook een beetje van plan om samen iets op te zetten. Dus de vakantie staat ook wel in het kader van samenwerking. Het heeft met schrijven te maken. Wellicht gaat zij mijn boek uitgeven en illustreren. Eigenlijk zou ik dat ook zelf kunnen, in eigen beheer. Dus het is ook niet helemaal duidelijk of ik het niet gewoon zelf ben. Of mijn naamgenote.

In ieder geval, het is een hele sympathieke dame, met donker haar, vrolijk. Ze geeft mij de tip om het weekblad ´Margriet´van deze week aan te schaffen. Ik weet niet waarom, maar blijkbaar hebben we het dus nodig voor ons project. We gaan nog wat levensmiddelen kopen, voor de lunch. Ik wil yoghurt kopen. Ze kijkt me verbaasd aan en zegt ´je eet toch geen yoghurt'? Ik schrik ervan. Blijkbaar is dat 'not done' ofzo. Ik draai er wat omheen en kom er niet gewoon voor uit dat ik wel yoghurt eet, en wat daar dan mis aan is. Iedereen moet dit voor zichzelf weten. Ze vraagt of ik als ontbijt ook yoghurt heb gehad. Nee hoor, zeg ik, om er maar vanaf te zijn. Want in werkelijkheid heb ik wel yoghurt als ontbijt gehad.

We gaan afrekenen, en staan in de rij. In de schappen staat ook nog verschillende informatie over schimmels. Ik bedacht mij, dat dit haar werk is, maar ik weet het ook niet zeker. Ik ben heel bewonderend naar haar toe en pas mij steeds aan haar stijl aan. Ik begrijp eigenlijk niet waarom ik dat doe, want ik zie dat ze ook onzeker is, en dat ze juist op mij wil lijken, mij wil nadoen. We spiegelen ons dus wederzijds aan elkaar. Als we gaan afrekenen (wat we precies gekocht hebben weet ik niet, in ieder geval toch niet de yoghurt), zegt ik dat we het weekblad 'Margriet' nog niet in het boodschappenmandje gedaan hebben. Dat schijnt nu toch niet zo erg te zijn. Ik weet niet waar we dit voor nodig hadden, weet wel dat de kaft lichtblauw is.

In een ander fragment zijn we bij mij thuis, op de Herengracht. We hebben onze boodschappen uitgepakt, en ik leg deze in de kast in mij keukentje met de glazen deurtjes. Ik hoor de telefoon gaan. Dat is de telefoon van mijn vriendin. Deze ligt op het tafeltje bij de kachel. Het is een telefoon in de vorm van een grote banaan, nog in de plastic verpakking, met een dik zwart snoer eraan bevestigd. Het ziet er leuk, zomers uit. Ze moet de telefoon eerst uit de verpakking halen, voordat ze deze kan opnemen.

Er is een leuke, zomerse sfeer, dankzij die telefoon. We moeten er samen ook een beetje van dansen, Salza dansen. Degene die opbelt, kan ook iets betekenen voor ons project. Dat is op dit moment nog even niet zo van belang. We blijven nu in het moment, staan te dansen, mijn vriendin staat de man aan de andere kant van de lijn te woord, er is geen haast bij. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten