zondag 25 november 2018

Werk

Ik denk dat de meeste dromen over het werk gaan. En dan elke keer weer hetzelfde: wat als ik te laat kom bij een client, en ik kan er zelf niets aan doen, en de client wordt boos?

Deze droom: we gaan een middagje uit rijden met een onbekende man, hij vindt dat hij zo vriendelijk voor ons is, door ons te voorzien van een taxi, dan kunnen wij van alles van de omgeving zien. We rijden via Westerbork naar Hoogeveen. Ik moet dadelijk aan het werk. Ik zeg tegen de man dat ik nu naar huis moet. Ja, maar je bent toch al in Hoogeveen? Ja, maar niet met eigen vervoer. En als ik een oproep heb, dan moet ik er wel met mijn eigen auto naartoe kunnen rijden. De man heeft er geen begrip voor, en voelt zich beledigd, omdat ik niet dankbaar ben dat ik mee mag rijden. Ik heb er spijt van dat ik bij hem ben ingestapt. Nu zit ik eraan vast.

Er is een cliente die belt. Ze heeft het over een theaterprogramma. Ik weet niet meer zo goed waar het over gaat. Ze klampt zich helemaal aan mij vast en ik til haar. Ze hangt aan mijn been, als ik mijn dagelijkse werkzaamheden doe. Het is op zich wel te doen, maar het valt met wel zwaar, en ik vraag mezelf af of dat niet anders kan.

Ik ben in een restaurant en het personeel heeft voortdurend kritiek op elkaar. Ze verwijten elkaar steeds dat er nog allerlei klusjes gedaan moeten worden, en dat ze de boel zo nooit op orde krijgen. Ze gaan met zijn allen wandelen. Misschien wel als een soort teambuilding. Ik heb er een hard hoofd in. Ik denk nou mooi, dan doe ik de stofzuiger er even doorheen. Er zijn nu toch geen klanten. Ik ben bijna klaar, als er in een keer heel veel klanten binnen komen. Ik krijg de wind van voren van een van de personeelsleden. Ik trek het mij niet persoonlijk aan, maar de sfeer wordt er ook niet beter op. Zorg dat ik maar gauw weer vertrek. Ik heb hier toch verder niet veel meer te zoeken, en buiten is het ruim en licht. Ik loop door de gang en het licht en de warmte komen mij al tegemoet. Ik zal zo de weilanden in lopen, ergens bij de Zweth.

In het voorbijgaan kom ik de eigenaar van ons ouderlijk huis tegen. Hij kijkt me recht in de ogen, en zegt me dat ik vanaf nu wel heel erg op mijn grenzen moet gaan letten. Ik schrik van zijn vastberadenheid, en beloof hem om dat zeker te gaan doen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten