dinsdag 27 februari 2024

Ziekte

Al verschillende keren heb ik gedroomd dat ik ernstig ziek was. Ik was dan benauwd, en er was van alles aan de hand met het bloed en de bloedvaten. Het was mij verteld dat ik spoedig zou sterven. Maar ik wist dat ik droomde, en ik kon tegen mezelf vertellen dat ik helemaal niet ziek was, en het alleen maar droomde. Ik kwam met het bewijs, dor te zeggen dat ik me immers helemaal niet benauwd voelde.

Vannacht droomde ik dat anderen ziek waren. Hessel of mijn jeugdvriendin. Het was heel alarmerend, maar niemand sloeg er acht op. Ik zag bij mijn vriendin open wonden, die nodig schoongemaakt moesten worden. Het waren ook diepe wonden. Niemand zag het. Zij zag het zelf ook niet. Ze werd acuut weggebracht naar de ok. Het was een spoedoperatie. Maar we hoorden niets van het vervolg. Dat vond ik beangstigend. Ze werd opgehaald uit het lokaal in het LMC waar we aardrijkskundeles kregen. 

In de droom was Hessel ernstig in de war. Dat kwam wellicht door een verkeerde stof in medicijnen die hij had ingenomen. Ik probeerde overal hulp te zoeken, maar niemand luisterde naar mij. Sterker nog: ze vonden dat ik raar deed en doorsloeg. Hij was in het ziekenhuis, en had daar intensieve zorg nodig. Alleen de mensen in het ziekenhuis wisten hoe ernstig het was, maar zij konden niet weg uit het ziekenhuis, en dit nieuws kwam ook niet naar buiten.

In één keer ontdekte ik dat Hessel uit het ziekenhuis gevlucht was. Dat was een enorme ramp. Hij had die zorg broodhard nodig. Maar niemand luisterde naar mij. Vanuit het slaapkamerraam in het ouderlijk huis zag ik mijn moeder en zus langs de sloot naar de brug lopen. Dan moest ik het maar aan hun vertellen. Maar net op het laatste moment besloot ik dat dit niet verstandig was. Ik was opgelucht over mijn besluit. 

In een kledingwinkel in Aalden koos ik een mooie wollen trui uit met witte en lichtblauwe banen. De trui zat als gegoten. Maar ik zag nergens een prijskaartje, Ik liep door de winkel met de trui aan. Eronder droeg ik een kort spijkerrokje en een witte maillot. Iedereen in de winkel vond het prachtig staan. Ik kreeg veel complimenten. Ik stuitte tegen het gezin van de verkoopster op. Zij zaten in de winkel naar de televisie te kijken. Hun huiskamer was verhuisd naar de winkel. Er was een fragment uit een andere kamer in deze ruimte geplaatst. Ik struikelde over de zoon die op de grond lag. Maar dat vond hij niet erg. 

In één keer had ik in de gaten dat ik nu zelf heel erg in de war was, en dat ik samen met Hessel grote hoeveelheden drugs naar binnen had gekregen, zonder dat we het wisten. Er was al van alles fout gegaan in mijn leven. Mijn gedachten gingen weer net zoals in de tijd van de depressie. Ik dacht oh oh, gaan we weer. Er is al zoveel scheef gegroeid. Dit komt nooit meer goed. Wat een zwaarte. 

Toen werd ik wakker: ontzettend opgelucht, dat ik het alleen maar gedroomd had!   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten