dinsdag 12 april 2022

Verschillende droomfragmenten

Ik was op een groot festivalterrein in een glooiiend landschap, zoals in Limburg. Ik ben op allerlei plaatsen tegelijk. Blijkbaar ben ik een soort gastvrouw, en hoor ik bij de ´crew´ van het festival. Ik moet in de gaten houden of het allemaal naar wens verloopt. De hoogteverschillen duiden de verschillen in tijdsduiding aan. Bijvoorbeeld: hoger op de heuvel is meer terug in de tijd, lager op de heuvel is juist korter geleden. Datzelfde geldt voor donker en licht. Hoog is licht, laag is donker. Zodoende wordt het ook steeds donkerder of lichter. Ik ben steeds in beweging, dus ik kan het soms maar amper bijhouden. Dan loop ik een heuvel af, en dan wordt het in een keer te donker. Ik mag ook geen licht bij mij dragen, dus ik moet het dan echt hebben van het licht van de sterren en de maan. Dus dan moet ik geluk hebben dat het een heldere nacht is. Voordeel is dan wel, dat ik dan meer mijn gevoel of instinct gebruik als innerlijke kompas. Blijkbaar is dat ook juist de bedoeling. Het geeft zelfvertrouwen om dit te doen. Ik zie hiermee ook de 'zin van de donkerte'. Ik kom steeds dronken en feestende mensen tegen. Ik word af en toe gek van de herrie. Maar ik probeer mij gewoon op mijn taak te richten. Ik loop hier rond met een notitieboekje en pen. Blijkbaar moet ik bepaalde statistieken bijhouden. Ik neem mijn taak heel serieus. Opvallend is, dat ik steeds mensen in drietallen tegenkwam. Drie hossende mannen zeggen dat ik niet steeds maar op iedereen verliefd met worden. Dat dat gevaarlijk zou zijn. Ik ben mij van geen kwaad bewust... Mijn vader heeft een kruisbeeld in zijn hand. Dit beeld breekt doormidden, in twee stukken. Ik zie dat de zolder opgeruimd wordt en dat er allerlei overtollige spullen zijn. Dat zijn niet mijn spullen. Dat geeft lucht. Ik hoef zelf niet op te ruimen. Midden in het dorp Kwintsheul fietst een lieve, zachtaardige man met breed postuur, brede schouders, gespierd. Hij is erg ziek, heeft kanker en heeft niet lang meer te leven. Dat is heel verdrietig, want het is een jonge vader van een lief gezin. Bij de fabriek van Koot tilt hij zijn vrouw op, neemt haar in zijn armen. Zijn vrouw ik klein en heel slank. Dan is zij in de badkamer van het ouderlijk huis. Ze blijkt hoogzwanger te zijn. Ze heeft geen haren. Ze draagt geen kleren. Ze kijkt me aan met een trieste blik in haar ogen. Ik loop naar het achterhuis. Want de badkamer is op de begane grond. In het achterhuis is een zwembad gebouwd. Er zijn allerlei hoekjes om te zitten. Ik loop via het zwembad naar buiten. Ik bemerk nu dat het bijna 18:00 uur is. Ik moet voor die tijd nog uit Naaldwijk naar het ouderlijk huis fietsen en weer terug. Dat haal ik nooit. Als ik buiten sta, ben ik plotseling veel kleiner dan ik in werkelijkheid ben. De omgeving is dus plotseling heel groot. Het is niet dat ik weer een kind ben, maar gewoon alleen kleiner van postuur. Ik ben in het ouderlijk huis. Ik kan de ontlasting niet ophouden. Steeds moet ik naar de WC. De dokter is een kennis uit een ander dorp. Hij zegt dat het 'een systemisch probleem' is. Ik sta te schuin, zoals de dames van Goedemorgen Nederland, die een beetje schuin staan als ze het nieuws presenteren. Ene dokter de Jong zal mij goed kunnen helpen. Hij is paranormaal genezer en woont in de straat, dus op de Heulweg. De dokter houdt een arm omhoog en een arm recht opzij, zoals een politieagent. Hij beedt een kruis uit. Hij zegt dat mijn vader of oom Gerard de rekening wel kan betalen. Het is maar 15 euro. Gerard betaalt vanuit de hemel. Ik speel met de kinderen van de opvang, in de keuken van het ouderlijk huis. Invallers zeggen dat ik in de voorkamer moet gaan zitten. Want nu moeten zij steeds de ouders opvangen en zij kennen hen niet. Er zijn bekenden van de opleiding praktijkopleider of werken bij Icare als praktijkopleider. Ik moet medicijndozen repareren voor de rayonmanager. Of oude telefoons. Ik blijf te lang weg bij de collega's van de werkvloer, maar dat geeft niet. Ze zijn vriendelijk. Het is werken met dementerenden en medicijnen uitdelen. Ze helpen mij. Ik fiets plotseling te hard van de stoep af. Iemand zegt dat ze extra voor mij zorgt, omdat ik familie ben. Ze is blij dat het goed is afgelopen. Kinderopvang in Leiden. Soort wenteltrap in wit. Het is in een theater met rode loper. Ik ga af en toe naar beneden, om mij te laven aan het water in de gracht. Ik ben blij dat het aan de gracht is. Mijmerend en in een bepaalde sfeer. Een cursist van WW heeft 24 kg verloren. Ze loopt over de tafel en iedereen applaudiseert voor haar. Ik vind dat maar onzin. Ik speelde met een popje en kreeg op mijn kop dat ik niet meedeed. In een clubje van Buitenkunst vraagt iemand om een truitje. Ik twijfel omdat diegene niet vriendelijk is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten