donderdag 8 maart 2018

Regenwater

Ik ben in de studentenstad Maastricht met Amber. Het is ook wel Delft of Leiden. We zijn er met een missie. We strijden voor het behoud van de studentenstad. Dat studenten de ruimte blijven houden. Zoiets. Dat ze niet over zich heen laten walsen. Het is best een ingewikkelde strijd. Voordat je het weet, worden ze ondergesneeuwd door wetten en regels. In een tijd als deze wordt dat steeds een grotere opgave.

We hebben de hele dag met anderen geprotesteerd, en het is ons heel goed af gegaan. Ze zijn erg moe, maar heel voldaan, en we hebben het grootste en zwaarste werk verzet. We kunnen nu rustig gaan afbouwen.

Symbolisch gezien, lopen we nu net een straat uit, waar we vandaag ook niet meer terugkeren. Het is een straat met grote keien. Ik zie reeds het einde van de straat, en om de hoek is de zee, de vrijheid. Er staat een vuilniswagen met vieze afvalbakken. Van die grote zware tinnen afvalbakken. Amber en ik hebben beiden water bij de pomp gehaald. Het is heel zwaar sjouwen, maar ik voel het niet en heb er helemaal geen last van. Amber ook niet. Het was niet nodig geweest om dit water te sjouwen, maar dat wisten we ook niet van tevoren. We gooien het water over in de vuilnisbakken en dat is even een spannend moment. Het water is brandschoon, maar de bakken zijn niet schoon. Toch blijft het water in de bakken loupzuiver. Ik ben stomverbaasd. Het is een teken, dat ons project gelukt is.

Het blijkt regenwater te zijn. Het is water, waar we heel zuinig en trots op zijn. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten