woensdag 28 juli 2021

Bezoek

 Een vriend en zijn vrouw logeerden bij ons in de familie, in een huisje in het bos. Ze maakten het bed op en liepen met de koffers weer naar beneden. De bovenverdieping stond via een balustrade in verbinding met de begane grond. Daar liep ik op de plavuizen. Ik kon hen vanaf de begane grond zien. Ik had van alle kanten geprobeerd het hun naar hun zin te maken. Alles heel goed verzorgd. Ze voelden zich echter opgelaten in de familie, en dat voelde ik dan ook weer. 

Toen we aan tafel zaten te eten, bleek dat er nog een kind naast hun zat. Het was niet duidelijk of het hun eigen kind was. Ik denk het niet. Het meisje gedroeg zich heel tuttig en zielig. Ze werd door de familie uitgelachen. Ik werd hier heel boos om.

De vrienden stapten toen boos op. Binnen de kortste keren hadden ze al hun bagage in een open auto gegooid en reden ze met grote snelheid boos weg. Mijn vriend had mij nog wel omhelsd, gekleed in mijn blauwe fleece-trui. Dat was wel een prettig, rustig moment geweest. Hij zei dat hij er niet zoveel aan kon veranderen. Ik vond het voor mezelf heel vervelend, want ik had juist zo mijn best gedaan om hun op hun gemak te stellen. 

In een drukke avondwinkel of nachtwinkel, een groot warenhuis, ging ik een Beha kopen. Het was eigenlijk al mijn eigen Beha. Ik kon echter de winkel niet uit, omdat er een beveiligingsvoorwerp in de Beha zat, dat er niet uit te krijgen was. Als ik de winkel zou verlaten, dan zou het alarm afgaan.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten