woensdag 28 juli 2021

Concordia

 Soms krijg ik woorden door in dromen. Deze keer was het:

- Concordia;

- "exponentieel gezag". 

Er was een mandenverkoop. Er werden manden verkocht die je met een speciaal gevlochten rugstuk op je rug kon dragen. Er werd ook druk gewerkt met de manden. Er moesten bessen geplukt worden op het land, en de manden werden rijk gevuld. De bessen waren ook wel snoepjes in blauwe papiertjes. Het was een zonnige en drukke markt. Het land liep ook wel over in de markt. Het was in een ander land: Mexico of India. En ook wel Nederland in vroeger tijden. 

Iemand gaf mij steeds van alles. Maar als ik het dan in ontvangst nam, dan werd ze boos. Ze werd dan bijvoorbeeld boos omdat ik niet reageerde zoals zij graag gewild had. Ik keek dat een hele lange tijd aan, maar in een keer was ik er klaar mee. Ik zei haar: "Jij wilt mij iets geven. Geven is een genereus gebaar. Als je iemand echt iets wilt geven, dan geef je diegene ook de vrijheid om te reageren zoals hij of zij wil. Jouw wet is niet de wet van de ander!"

Ik liep met haar naar een vakantiehuisje dat wij huurden. We waren naar het centrum of naar de zee geweest. Maar we liepen te ver door. We waren al langs het vakantiehuisje gelopen, en kwamen uit in Castricum. Ik zag het bord en in de verte het centrum. We zouden langs het water terug moeten lopen. Dat was een versmald onverhard looppad, langs huizen die pal aan het water gebouwd waren. De weg was hier en daar versmald. Ik kon het niet overzien, en ik wist ook niet zeker of het een doodlopende weg was. Ze werd ongeduldig en wilde gaan lopen. Ik zei haar dat we toch even moesten wachten, dan zou ik eerst op de routekaart kijken. Of anders Google Maps. Dat beviel haar niet, maar ik deed het wel. Anders kwamen we van de regen in de drup. 

Ik liep in mijn geboortedorp naar de achtertuin van dorpsgenoten. Daar was het echtpaar en de kinderen aan het werk in de tuin. Het was zomers weer, met heel bijzonder licht. Het leek wel alsof het meer hemels was dan aards. Ik kreeg moeilijk contact met het gezin. Ze waren ook niet vriendelijk en afwijzend, zo van 'wat moet jij hier'. Maar ik bleef gewoon vriendelijk en netjes. Ik had een fiets meegenomen. Het was onze omafiets van vroeger. De fiets bestond ook uit materiaal van een andere fiets, bijvoorbeeld het spatbord. Dat maakte de fiets wel bijzonder en origineel, in verschillende kleuren, rood en geel. Het frame was ook weer versierd met verschillende kleine stickertjes. Ik vroeg aan het gezin of zij de fiets ook konden gebruiken, aangezien wij toch genoeg fietsen in de schuur hadden staan. Ze konden de fiets gebruiken, maar ik wou de fiets op den duur wel weer terug hebben. Een van de dochters vroeg of het een moderne sportfiets was. Nee, het is een gewone omafiets. Oh. Nou, dat viel dan tegen. Uiteindelijk zeiden ze ja, zet maar in de schuur. Die schuur was een gat in de grond. Om dat gat heen stonden zij te werken, dat gat omcirkelend. Zij waren bezig met tomaten plukken f bessen plukken. Niemand hielp mij om de fiets in de schuur te zetten, en niemand nam de fiets aan. Ik werd nog steeds genegeerd. Aanvankelijk deed ik pogingen om de fiets in de schuur te zetten. De fiets moest via een richel naar beneden gehesen worden, in het gat. Echter, dan moest ik eerst de kratten weghalen die zij gebruikten voor het plukken van bessen of tomaten. Het was allemaal een heel gedoe. Eigenlijk moest er dan beneden iemand staan om de fiets voorzichtig op te vangen. Ik was van alles aan het proberen en toen was ik er in een keer klaar mee. Waarom zou ik die fiets hier achterlaten, als zij zo met mij omgingen!? Toen kwam ik bliksemsnel met een nieuw idee. Ik zei dat ik mij in een keer bedacht had, omdat Amber de fiets nodig kon hebben. Ik zei dat ik daarom de fiets toch maar weer mee naar huis nam. Er was geen speld tussen te krijgen: dit was mijn beslissing. 

Een van de dochters realiseerde zich dat het toch allemaal niet zo gezellig verlopen was. Ze liep een stukje met mij op en keek afwachtend naar mij. Maar ik babbelde gewoon verder met de fiets aan de hand, deed net alsof mijn neus bloedde. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten