woensdag 28 juli 2021

Huis

 Ik had een nieuwe woning, en ik woonde daar alleen. Het was ergens in Emmen. Ik stond midden in Emmen en wou de bus naar Oosterhesselen nemen. Oh nee, daar moest ik niet naartoe. Ik moest nu naar Angelslo. Angelslo? Wilde ik daar wel wonen? Het bleek dat de wijk er niet zo toe deed. Het ging vooral om het huis zelf. En daar woonde ik fijn. 

Ik had de voordeur, de hal, de keuken, de huiskamer reeds verkend. De hal was groot en hoog, met granieten vloer, klonk hol, een heel oud huis, dat had echt ook allure, je moest er even aan wennen, maar dan was je gauw verknocht. Een grote imposante houten trap naar boven. Je kon het hout ruiken en het was zojuist in de lak gezet. Alles was keurig onderhouden. Ik was wel heel benieuwd 'wat daar boven' was. Maar het was nog veel te vroeg om daar te gaan kijken. Daarom vond ik dat nog een te spannende stap. En tegelijkertijd interessant. Maar ik begon er toch nog maar niet aan. 

Er was een lager gelegen gedeelte van het huis, ergens aan de achterkant, zoals je in de jaren '70 de 'zitkuil' had. Ik was daar nog niet geweest en herkende dit van andere dromen. Dat ik wist dat er nog een kamer was die ik ook huurde, dat ik daar verder niet kwam en dat ik mezelf afvroeg waarom ik daar dan niet kwam. Misschien ook omdat die kamer toch ook een beetje van de huisbaas was. Deed ook wel denken aan de voorkamer van de boerderij waar ik in de thuiszorg kwam. Die werd ook niet gebruikt. Alleen de keuken. 

Er was een binnenplaatsje waar je buiten kon zitten, zoals vroeger bij mijn jeugdvriendin en later bij mijn vriendje. Het was ook wel zoals een terrasje bij de huisjes van een bungalow vakantiepark. Tegenover het terrasje was de grote schuur zoals de loods naast het ouderlijk huis. Daar was in de droom een sportschool. Er liepen jonge vrouwen rond. O.a. een oosterse vrouw met een mooie geborduurde sari op haar hoofd. Ik zat gewoon buiten op terras, wat zover ik weet mijn eigen terrasje was, wat hoorde bij het huurhuis. Maar nu was het dus ook in beslag genomen door de sportschool en de vrouwen. Ik zag allerlei dure sportapparaten staan, en er kwamen er steeds meer bij. Het kon niet op. Ik vond het allemaal wel een beetje teveel. 

Ik bedacht me dat ik naar de hal van mijn huurwoning zou gaan en het picknickmand met lekkers zou vullen. Dan zou ik door de oude voordeur naar buiten gaan en picknicken in het Vondelpark, lekker in de zon tussen de krokussen. Daar had ik zin in! 

Ik zat op het binnenplaatsje met Ernest iets te maken. We moesten iets plakken of knippen. Het was een opdracht. Voor de post ofzo. Of zoals vroeger met mijn broer, kaartjes schrijven met de bloemennamen, voor op de bloemendozen. Ernest droeg een pet met een brede zonneklep. We zaten op die ongezellige witte tuinstoelen, en een witte tuintafel, alles een beetje smoezelig en aan vervanging toe, maar het funktioneerde, en daar ging het even om. Het kan ook wel zijn dat geboortekaartjes of juist rouwkaarten schreven. 

Toen werd ik daar in een keer weggehaald door mijn Duitse vriend. Ik kreeg niet eens de kans om Ernest en de anderen gedag te zeggen. Het was nu met ons gezin achter het ouderlijk huis, toen er nog tegels lagen. Iedereen was bezig met klussen in en om het huis, en het werd niet opgemerkt dat ik weggehaald werd. 

Mijn vriend liep met mij in een stevige omarming kaarsrecht over straat. Ik dacht wel van 'nou, jij durft', maar vond het ook wel weer leuk. Wel stond ik erop dat mijn familie ingelicht werd over het feit dat ik zonder iets te zeggen weg was. Dat kwam voor elkaar, zei hij. Hij stuurde hen een SMS. Hij deed dominant, en dat zinde mij totaal niet. Ik protesteerde daartegen. Hij gedroeg zich als een soort 'Superman', terwijl hij dat niet was. "Wat zullen we eens gaan doen?" zei hij. 

We liepen een stuk langs het water, en dat liep in een haarspeldbocht. Het was niet heel ontspannen, omdat ik mij zomaar bij mijn familie had laten weghalen. Toch vond ik het ook wel weer leuk. Hij ging tanken in Dalen. Daar was een KFC. Uit een 'kastje aan de muur' kon je een bakpannetje met een maaltijd halen, als je er wat muntjes in gooide. Ik kreeg deze maaltijd van hem. Toen ik de maaltijd zag zei ik nou, ik vind dit helemaal niet lekker. Veel te vet en totaal niet voedzaam. Op het bord lag een waterijsje te smelten. Het zag er onsmakelijk uit. Ik ging dat echt niet opeten. Het bord met eten stond bovenop de auto. Ik moest omhoog kijken om het eten te pakken. Dat was ook nog heel onhandig. 

Hugo en Hessel hadden wel bericht ontvangen, maar kwamen toch even poolshoogte nemen. Hugo drukte zich op aan het dak van de auto. Ik zag zijn koppie net boven de auto uit komen. Hij was daar een jaar of negen. Hij was postbezorger nog in de rood-grijze kleding van PTT post. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten