zondag 21 februari 2021

Golfslagbad

Hele jonge kinderen hadden sieraden weggehaald en verstopt. Dit kon nooit meer teruggevonden worden. Het waren dure juwelen van anderen. Mijn horloge was ook verdwenen. Dat was materieel niet duur, maar wel van waarde, omdat ik het van mijn vader heb gekregen. Ik zei tegen een juf dat ik dat horloge niet meer terug zou zien. Ze vond dat heel erg, zat ineengedoken, keek schuldig voor zich uit. Oh, zei ik, maar daar kan jij toch niets aan doen? Het zijn jonge kinderen. Dat gebeuren die dingen. 

We waren met een groep collega's in het golfslagbad in Scheveningen. Ik moest in of in de buurt van het golfslagbad blijven, omdat ik einde van de ochtend iemand in ontvangst moest nemen. Wellicht was dat Willem Alexander. Hij kreeg een rondleiding door Scheveningen. Het was namelijk het golfslagbad van Scheveningen. Ik was niet een leidinggevende, maar zat wel hoger in de organisatie. Maar ondertussen moest ik hele andere dingen regelen. Ik wilde mijn collega's niet ongerust maken dat ik niet in de buurt was voor de ontvangst. Dus ik hoopte dat ik het snel kon regelen. Het meisje van personeelszaken kon me niet helpen omdat ze geen ervaring had. Ze keek er verlegen en onwennig bij. Uiteindelijk kregen we het toch samen voor elkaar. Ik moest ananasjes in een ijsblokjeshouder plaatsen. Deze moest rechtop blijven staan, dus dat was lastig. Maar het was gelukt! Ik zei dat ik gauw weer terug ging naar het golfslagbad. Moest wel eerst zoeken naar de ingang. Het was een groot complex. Zoals een saunacomplex.Zoals ik de laatste tijd vaker droom: ik zag een witte klok met zwarte romeinse cijfers. De klok was duidelijk in beeld, maar ik kon niet zien hoe laat het was, omdat de cijfers steeds verschillende tijden aangaven. 

Ik had een eigen wet. Deze heette 'de existentiewet'. Mensen konden zich er naar wens al dan niet bij aansluiten. Niets was verplicht. Maar voor mezelf was de wet een feit, en stond deze als een huis. Ik zag mezelf fier rechtop staan met een boek in de hand, als een soort geleerde held. Ik keek trots naar de hemel met een strakke blik en een lieve, tevreden glimlach. Ik was misschien ook wel een van die mannen van die standbeelden. Ik moest heel erg wennen aan deze positie, maar het hoorde ook wel weer bij mij. Dit ook omdat het er heel mild, zachtaardig, bijna gehoorloos aan toe ging. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten