donderdag 20 januari 2022

Verschillende droomfragmenten

Ik geef ´mijn broer´ Ids een kat. Ik zeg dat het geen Pers is. Hij vroeg om een kat, en dus heb ik er eentje voor hem gezocht. Ik sta als klein kind bij de koelkast in de oude keuken. Dan kies ik twee afbeeldingen van katten met een bloemenmotief uit. Ze hebben beiden een ander bloemenmotief: de ene heeft basiskleur geel, de andere rood. Het zijn katten die uit hout gesneden zijn, als een soort decoratie. Dan zie ik een grote langwerpige blankhouten lege kist. Deze is bedoeld om spullen in op te bergen, en past precies tussen de andere spullen op zolder. Hessel doet mee aan het circuit van Zandvoort! Ik zie hem steeds rondjes rijden, en dat komt mij zo zinloos over. Alles is gekleurd in verschillende schakeringen van de kleur blauw, in combinatie met wit. Dus het lijkt wel alsof Hessel in de race-auto onderdeel is van een schilderij. De zeelucht is ook heel mooi geschilderd in die kleuren. Het geeft een gevoel van vrijheid. Ik was op het strand van Scheveningen. De zon ging bijna onder. Het strand was nog een en al ongerepte natuur: prachtig! Heel rustig vooral, met een kabbelende zee. De zee kwam soms heel dichtbij, waardoor het strand smal werd, en daarna was de zee weer ver weg. De auto stond schuin geparkeerd, met de neus naar de zee. Er lag sneeuw op het dak van de auto. Toen de sneeuw verdwenen was, was de auto ook verdwenen! Toen liep ik op de boulevard, maar hield ik wel contact met de zee in de verte. Ik keek steeds die richting op. Tussen de boulevard en de zee was een winkelcentrum, zoals in Scheveningen. Dat was ook wel een tunnel of een grot. Het was een magische plaats. Het was een beetje spannend om hier naar binnen te gaan, maar het was ontzettend goed voor iedereen. Vergelijk het met een dagje welness. Maar dan met veel meer diepgang, in alle opzichten. Vervolgens liep ik omhoog het duin op, richting het winkelcentrum. Ik liep langs een vader en een zoon. De vader kende ik wel: dat was een docent van Buitenkunst. De zoon was enthousiast maar ook druk en ongedurig. Zijn lijf schoot alle kanten op. De vader wou een rustig gesprek met hem voeren, maar dat was onmogelijk. Dat wilde de jongen juist niet. Toen zag de jongen mij lopen, en hij schoot mijn kant op. Voordat ik het wist, woonde de jongen bij mij en wilde hij niet bij zijn vader zijn. We liepen beiden het winkelcentrum in. Er gingen jaren overheen, en we bleven al die tijd in het winkelcentrum. Het had ons van alle kanten getransformeerd, en we kwamen er als herboren uit. Toen we naar buiten kwamen, liep daar de vader van de jongen, samen met zijn broer. Ze droegen beiden lichtblauwe hawai-blousjes met print. Deze waren wel een beetje te groot. Ze hadden beiden een schaal met lekkere hapjes, en wilden de jongen een warme ontvangst geven. Maar hij wilde nog steeds niets van zijn vader hebben, en wilde bij mij blijven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten