woensdag 2 februari 2022

Vader

We zijn op bezoek bij de vader van mijn Duitse vriend. We weten beiden dat hij in de hemel is. Of waar dan ook. Maar er is totaal geen drempel om naar hem toe te gaan. Integendeel. Wat ook niet speelt, dat is dat ik hem in het dagelijks leven niet gekend heb. In de droom sluit hij mij meteen in zijn armen. Hij vindt het heel gewoon dat we samen bij hem op bezoek gaan. Hij woont in een boomhut in Zweden, en maakt het uitermate goed. Het gaat uitstekend met hem. Er is goed nagedacht over de bouw van de boomhut: welk hout, welke locatie, vormgeving, bouw, veiligheid, enz. Juist omdat er zo goed over is nagedacht (vooral door hun beiden) geeft het nu heel veel rust en duidelijkheid dat hij daar gewoon goed zit. De boomhut is door mijn vriend gebouwd, en bevindt zich ergens op een terp in Noord-Zweden. Zodoende bevindt hij zich 'hoog op de landkaart', en kan hij goed overzienn hoe het zijn gezin vergaat en waar hij een helpende hand moet bieden. De boomhut is gebouwd in compartimenten, met een soort 'bruine-jaren-70-wenteltrap' als basis. Op elke traptrede is een knus vertrek gebouwd met veel liefde en zorg, door mijn vriend, voor zijn vader. Ik voel mij vrij. Er hoeft niets uitgelegd te worden. Alles is goed. We zijn in een andere wereld. Een wereld die het ego overstijgt. We klimmen de hut in en ik blijf steeds een beetje hangen bij al die mooie vertrekken die zij samen gebouwd en ingericht hebben. Steeds met een ander thema. Veel archeologische attributen, Afrikaanse kunst, sieraden. Het ruikt er heel lekker: bosgeur-hout-wierook....een mengeling. Hij kijkt steeds achterom van Es, waar blijf je, mijn vader wacht op ons. Maar hij begrijpt ook wel waarom ik treuzel, en laat het geworden. Ondertussen is zijn vader in de nok bezig alles klaar te zetten voor onze komst. Als we er aankomen, ontvangt hij ons heel gastvrij. We zitten op kussens, en eten rijst met onze handen. Ik denk terug aan de vrijheid, die ik ervaarde tijdens mijn Azië-reis. Ik kijk naar beneden. Het lijkt hier ook wel een soort jungle. Ik weet niet zeker of ik hier wel 'mag' zijn. Voel me ook wel vereerd. Ik zeg: "Wat fijn dat wij hier zo gastvrij worden ontvangen." Zijn vader kijkt zijn zoon lachend aan, en zegt dan tegen mij: "Je bent hier altijd welkom." Vervolgens citeer ik dan een grapje van mijn vader: "Oh nou....dan kom ik meteen volgende week weer!" Als we uiteindelijk toch weer vertrekken, geeft zijn vader ons nog iets mee. Hij pakt de kaart van Nederland erbij. Op die kaart zien we een grijze cirkel rechts van midden-Nederland, ter hoogte van Arnhem-Deventer-Nijmegen en omliggende dorpen. Hij zegt: "Als je door dit gebied reist, dan verblijf je in een andere wereld. Daar kun je je vrij voelen. Maar dan moet je er wel voor open staan. Laat dat je troost, je houvast zijn. Ester, als je naar Amber reist met de trein, weet dan dat dit het vrije gebied is. Dat je hier alle kanten op kunt. Maar doe geen poging het uit te leggen aan anderen. Ze zullen het niet begrijpen. Houd it maar voor jullie zelf. Weet ook dat het weer anders wordt als je de cirkel voorbij bent. Maar herinner je dan dat de cirkel er altijd is, wat er ook gebeurt. Als we de boomhut verlaten, zwaait hij vrolijk en uitgelaten totdat wij uit het zicht zijn. Hij hoeft ons niet te missen, want in deze wereld bestaat er geen 'missen'. De connectie is er immers altijd. Hij draagt een spijkerbroek en een wit hemd. In de droom is hij een jaar of 40. Vrolijk gaat hij door met zijn eigen bezigheden. Het gaat heel goed met hem. Terwijl hij naar ons zwaait, zegt hij lachend in zichzelf: "Mooie mensen".

Geen opmerkingen:

Een reactie posten