woensdag 2 februari 2022

Droomfragmenten

De naam 'Andesgebergte' werd genoemd. De kleur 'gifgroen' staat centraal in de droom. Ik ben op weg naar Smilde, omdat ik denk dat ik daar moet werken. Maar ik moet eigenlijk naar Hooghalen. Dus ik voel onrust: volgens mij rijd ik niet naar de goede locatie. Ik moet om kwart voor tien beginnen. Ik ben thuis en het is al kwart voor tien. Dus dat ga ik niet halen. Maar het wordt ook niet later dan die tijd. En dus kan ik er in de tussentijd gewoon naartoe rijden. Als ik er eindelijk ben, is er een groot feest, met een grote zaal, geheel gevuld met lange tafels en een lopend buffet. De lekkernijen maken niet zoveel indruk op mij, ook al ziet het er prachtig verzorgd uit. Dan staat mijn jongste broer in een keer oog in oog met Eric. Ze zeggen elkaar vriendelijk gedag. Ik moet kiezen: uit eten met Gerda, of met mijn vader. Gerda zegt dat ik maar lekker met mijn vader ga eten. Zij gaat met Lisa eten. Het is niet aan het lopend buffet, maar in een ander restaurant. Het blijkt hier een verzorgingshuis te zijn, waar mijn moeder woont. Ik komt er een oud-collega van Treant tegen. Ik zeg dat ik hier helemaal niet moest zijn, maar in Hooghalen. Ze zegt dat het geen verloren tijd was. Dat er een reden was dat ik hier ook nog even naartoe ging. Ik kom uiteindelijk gewoon op tijd in Hooghalen. Ik ben in het ouderlijk huis. Ik ben nog een heel jong kind: ongeveer anderhalf jaar. Maar in de droom weet ik wat ik meemaak. Ik kan het mij herinneren. Mijn moeder kleedt mij aan op de commode. We moeten naar het consultatiebureau. Ik zeg dat ik eigenlijk weg moet, voor een tentamen psychologie, in Utrecht. Eerst naar huis in Drenthe, en dan naar Utrecht. Zal ik wel op tijd komen? Ik kan beter meteen naar Utrecht reizen. Dan kom ik ruim op tijd. Ik ben totaal niet zenuwachtig voor het tentamen. Bus 27 hier in Oosterhesselen is dezelfde bus als bus 127 in Kwintsheul. De bus staat een tijdje op het busstation in Aalden. Het is niet helemaal duidelijk wat er verder gaat gebeuren, en hoe lang de bus hier zal blijven staan. Niemand kan duidelijkheid verschaffen. Dan is de bus op een parkeerplaats aan de snelweg, tussen Nieuwlande en Oosterhesselen. De bus blijft daar staan en tegelijkertijd rijdt de bus als een raket van die plaats af, richting Duitsland. Het is te vergelijken met poppetjes die steeds een beetje anders getekend worden, om er dan vervolgens een film van te maken waarin het poppetje hard wegloopt. Maar in de droom staat de bus ondertussen ook nog steeds op de parkeerplaats. Amber en ik rijden mee in een lege bus zonder bestuurder. We zitten op de passagiersplek. We zijn geen mensen, maar 'energie'. We zitten eigenlijk in de Up!. Het oude gele deken ligt in de voetenruimte. Dat is een heel belangrijk, 'spiritueel' deken. Ondertussen stroomt de bus op de parkeerplaats vol met mensen. De bus is nu een NS-bus op station Zwolle. Er moeten steeds mensen af en aan vervoerd worden, en de bus kan dit eigenlijk niet aan. Ik voel mij daar wel bezwaard over. Maar dat hoeft helemaal niet. Amber en ik zijn veel verder, zijn al lang en breed in Duitsland, zitten niemand in de weg. Dat wat al die mensen doormaken, dat hebben wij allang achter de rug.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten