zondag 13 februari 2022

India

Ik zit in de trein, ergens midden in het land. Met een hele groep reizigers zit ik in een coupé. We zijn met zijn allen op vakantie naar Griekenland geweest. We hebben het ontzettend mooi gehad, en zijn druk bezig met het ophalen van herinneringen. Als de trein stopt bij een station, stapt mijn gespreksmaatje daar uit, zonder mij gedag te zeggen. Ik vind dat heel vreemd. Ik wist niet dat hij hier moest uitstappen. Ik kende deze mensen van tevoren niet, dus ik weet niet waar zij allemaal wonen. Ik vraag aan iemand waar ik dan uit moet stappen. Ik moet uitstappen op een klein stationnetje na Haarlem. Als we daar bijna zijn, wordt de trein zo smal als het gangpad naast de gesloten coupés. Alles wordt in een keer onvoverzichtelijk. Er wordt overal gebouwd, en is herrie, bouwvakkers die druk bezig zijn met het sjouwen van stenen en naar elkaar schreeuwen. Ik zie door de bomen het bos niet meer. Ik stap uit en krijg de opdracht een Indiaase vrouw te volgen. We gaan eerst naar de fietsenkelder. We zijn nu in het kantoortje van de fietsenkelder, zoals vroeger bij station Rijswijk. Daar hangen allemaal plaatjes en persoonlijke foto's aan de muur. Ook hangen er dromenvangers. Er zit een vrouw die ik ken van televisie. Ze heeft geblondeerd haar. Ze is op zich heel aardig, maar een felle tante. Te fel. De Indiaase vrouw kent haar heel goed, groet haar amicaal, praat met haar over mensen die ik niet ken, dus ik voel me er een beetje bij hangen. We verlaten de fietsenkelder en komen in een soort ondergrondse wereld, zoals onder een station of snelweg. Het is er vochtig en hier en daar hoor ik water druppelen. Het is er koud en donker, maar niet griezelig. Het is een ruimte met sjieke pilaren. De vrouw moet er 'mensen te eten geven'. Wellicht zijn dat mensen die hier op straat leven. Dan komen we in een kerk, midden in deze ruimte. Het is nu alsof de kerk op het water drijft, een beetje te vergelijken met de Mont Saint Michel, maar dan drijvend. We gaan er naar binnen en dan sta ik direct al op het altaar. Hier wordt een vrouw uitgehuwelijkt. Er is een dominante vader, waar iedereen bang voor is. De moeder gaat er tegenin, maar even later komt ze terug in een bosgroene doorzichtige lange jurk met pofmouwen, zijde-achtige stof. Die jurk staat er symbool voor dat ze nu niet meer tegen de vader in gaat. Daar word ik heel boos van. Je neemt het toch op voor je dochter!? Waar ben ik in beland!? Ik ga hard nadenken wat ik voor het meisje kan doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten