vrijdag 17 april 2020

Brug

De droom beschrijft het weerzien met een klasgenoot van vroeger, waar ik destijds heel erg verliefd op was. En hij op mij. Ik bezoek hem in mijn geboortedorp, en het is nog niet zo vol gebouwd, wellicht ergens in de vroege jaren '60. Er zijn onverharde landweggetjes naar de kassen, en zijn ouderlijk huis ligt ook aan een van die landweggetjes. Hij had mij al verwacht, en ik ontvang een hartelijk welkom, van hem en zijn familie. Ik zeg dat ik niet zo lang kan blijven. Dat vinden ze wel jammer. Ze hadden erop gerekend dat ik voorlopig zou blijven. Er is eten en drinken in overvloed. De hele familie is bij elkaar en zoekt elkaar steeds op. Het is hartverwarmend. Maar ik moet toch weer verder. Via een haarspeldbocht bereik ik de brug, midden in het dorp. Dat is ook een soort skibaan in een ski-gebied. OP diezelfde route kom ik een zoon tegen van het gezin. Hij rijdt in een 45 km autootje. Wellicht is hij gestuurd om mij weer terug te halen. Ik vind het wel jammer. Ik was ook graag langer gebleven, maar ik heb andere dingen te doen, en moet weer verder. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten